ECLI:NL:RBALM:2009:BH0819
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Koopmans
- A. Lorist
- J. Stam
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van oplichting, maar bewezen overtredingen van de Wet toezicht effectenverkeer en Wet toezicht kredietwezen
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Almelo op 26 januari 2009 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van oplichting van beleggers en investeerders. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de oplichting, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij met opzet handelde om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel een belangrijke rol had gespeeld in het werven van potentiële beleggers, maar dat hij niet de opzet had om hen te bedriegen. De verdachte was zelf ook een van de grootste benadeelden, met een verlies van meer dan € 400.000.
Wel heeft de rechtbank bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtredingen van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de Wet toezicht kredietwezen 1992. De verdachte had in de periode van 1 november 2002 tot en met 22 oktober 2007, samen met anderen, opzettelijk buiten een besloten kring effecten aangeboden en bedrijfsmatig gelden van het publiek aangetrokken. De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring, zonder dat dit de verdediging van de verdachte heeft geschaad.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis kan worden opgelegd. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de schade niet rechtstreeks voortvloeide uit de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft de strafmaat bepaald op basis van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.