ECLI:NL:RBALM:2009:BH2900

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
13 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
98921 / KG ZA 09-6
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot medewerking aan verkoop echtelijke woning met lijfsdwang

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 13 februari 2009, is een vordering tot medewerking aan de verkoop van de echtelijke woning afgewezen. Eiseres, een ex-echtgenote, had de vordering ingesteld omdat gedaagde, haar ex-man, weigerde mee te werken aan de verkoop van de woning, ondanks dat de hypotheek nog op beide namen stond en er financiële problemen waren. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op zittingen van 16 januari en 6 februari 2009, waarbij beide partijen aanwezig waren, en heeft de standpunten van eiseres en gedaagde gehoord.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiseres moest worden afgewezen, omdat het belang van eiseres bij een spoedige verkoop van de woning niet meer aanwezig was. Gedaagde had namelijk zijn achterstand in betalingen gedeeltelijk voldaan, waardoor de bank de aangekondigde executie had opgeschort. De rechter benadrukte dat het toewijzen van een vordering met lijfsdwang zeer ingrijpende gevolgen heeft voor de veroordeelde partij en dat er een zorgvuldige belangenafweging nodig is.

Desondanks werd gedaagde wel veroordeeld in een deel van de kosten van de procedure, omdat zijn financiële achterstanden eiseres hadden gedwongen om de procedure te starten. De voorzieningenrechter heeft de kosten aan de zijde van eiseres begroot op € 127,- aan verschotten en € 527,- aan salaris van de advocaat. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 98921 / KG ZA 09-6
datum vonnis: 13 februari 2009 (jm)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
eiseres,
wonende te Almelo,
eiseres,
verder te noemen eiseres,
advocaat: mr. E.D. Breuning ten Cate,
tegen
gedaagde,
wonende te Almelo,
gedaagde,
verder te noemen gedaagde,
in persoon.
Het procesverloop
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 16 januari 2009 en na schorsing voortgezet ter terechtzitting van 6 februari 2009. Ter zitting zijn steeds verschenen: eiseres vergezeld door mr. Breuning ten Cate en gedaagde in persoon. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast. Partijen zijn ex-echtgenoten. Het huwelijk van partijen is geëindigd door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 8 september 2004 in de daartoe bestemde registers van de Burgerlijke Stand te Almelo op 7 februari 2005. Van de gemeenschap van goederen maakte deel uit de echtelijke woning gelegen te Almelo, waar gedaagde nog steeds woont. De hypotheek van de woning staat nog steeds op beide namen. Aegon Levensverzekeringen N.V. weigert om eiseres te ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op de woning rustende hypothecaire schuld. Fortis Lease N.V. heeft beslag op de woning gelegd in verband met een achterstand in de nakoming van de financiële verplichtingen van gedaagde. Aegon Levensverzekering N.V. heeft bij brief van 7 augustus 2008 de hypothecaire lening opgeëist per 1 september 2008. Bij beschikking van deze rechtbank van 22 september 2008 is eiseres, ex artikel 3:174 Burgerlijk Wetboek (BW) gemachtigd om de woning te gelde te maken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. eiseres stelt dat gedaagde desondanks weigerachtig blijft zijn medewerking aan die verkoop te verlenen. eiseres vordert dan ook om gedaagde te veroordelen om mee te werken aan de verkoop van de woning met uitvoerbaar verklaring van het vonnis bij lijfsdwang. Tevens vordert eiseres veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
2. gedaagde voert verweer tegen de vordering. Voor zover van belang wordt hieronder op het verweer nader ingegaan.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vordering van eiseres dient te worden afgewezen. Met het toewijzen van een vordering onder toepassing van lijfsdwang dient terughoudend te worden omgegaan. Een tenuitvoerlegging van een dergelijke veroordeling heeft immers voor de veroordeelde partij vergaande consequenties. Een dergelijke vordering vergt dan ook, nog meer dan anders, een zorgvuldige belangenafweging.
4. Voorop staat dat eiseres belang heeft bij een spoedig ontslag uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op de woning rustende hypothecaire schuld. Van eiseres kan en mag immers niet worden verwacht dat zij deze voor haar onzekere situatie laat voortduren. eiseres is thans immers afhankelijk van het betalingsgedrag van gedaagde dat bepaalt of zij wel of niet door de bank wordt aangesproken op ontstane achterstanden. Indien de bank uitschrijving van haar uit de hoofdelijke aansprakelijkheid blijft weigeren is verkoop van de woning voor eiseres de enige optie, hetgeen ook voor gedaagde duidelijk moet zijn. eiseres stelt in de onderhavige situatie dat gedaagde weigerachtig is zijn medewerking aan de verkoop van de woning te verlenen en dat de door de bank aangekondigde openbare verkoop van de woning eiseres heeft gedwongen de beschikking van 22 september 2008 ook niet meer te executeren, maar een vordering als de onderhavige in te stellen. Ter zitting van 6 februari 2009 is echter gebleken dat gedaagde zijn achterstand in betaling inmiddels gedeeltelijk heeft voldaan en dat de bank de door haar aangekondigde executie om die reden heeft opgeschort. Het spoedeisend belang van eiseres bij toewijzing van de vordering met uitvoerbaar verklaring van lijfsdwang is dan ook op dit moment niet meer aanwezig.
5. Gelet op bovenstaande overwegingen is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vordering van eiseres dient te worden afgewezen. De voorzieningenrechter ziet echter termen aanwezig om gedaagde te veroordelen in een gedeelte van de kosten van deze procedure aan de zijde van eiseres gemaakt. Door de ontstane achterstanden in nakoming van de financiële verplichtingen heeft gedaagde immers eiseres min of meer gedwongen tot het starten van de onderhavige procedure. Pas na schorsing ter terechtzitting van 16 januari 2009 is gedaagde tot gedeeltelijke betaling van de achterstanden overgegaan, waardoor de bank de aangekondigde openbare verkoop van de woning heeft opgeschort en het belang van eiseres bij toewijzing van de vordering als thans gesteld niet meer spoedeisend is.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. wijst de vordering van eiseres af.
II. Veroordeelt gedaagde in een gedeelte van de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 127,- aan verschotten en € 527,- aan salaris van de advocaat.
III. Bepaalt dat voor het resterende deel van de kosten van dit geding ieder haar eigen kosten draagt.
IV. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
V. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 februari 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.