ECLI:NL:RBALM:2009:BH4059
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Zweers
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over dwangsommen en beslagheffing in kort geding
In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo werd behandeld, ging het om een executiegeschil tussen [eiser] en [gedaagde]. [eiser], die van 2003 tot medio 2008 belastingadviseur was voor [gedaagde], had een vonnis van 12 november 2008 niet nageleefd, waarin hij werd veroordeeld tot afgifte van administratieve stukken aan [gedaagde]. [gedaagde] had daarop beslag laten leggen op de onroerende zaken van [eiser] om dwangsommen te innen. [eiser] vorderde in kort geding de opheffing van dit beslag, stellende dat hij aan de veroordeling had voldaan en dat de dwangsommen niet waren verbeurd.
Tijdens de zitting op 10 februari 2009 werd duidelijk dat [gedaagde] de administratie niet zelf had ontvangen, maar dat deze was afgegeven aan een administratiekantoor. [eiser] betwistte dat hij niet had voldaan aan het vonnis en stelde dat hij alle stukken had afgegeven. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat het uitblijven van de schriftelijke inventarisatie enkel aan [eiser] te wijten was. De rechter concludeerde dat de dwangsommen niet waren verbeurd, omdat [eiser] had gedaan wat redelijkerwijs van hem verwacht kon worden.
De voorzieningenrechter besloot het beslag op te heffen, omdat het was gelegd met het oog op het innen van de dwangsommen die niet verbeurd waren. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van het geding. De vordering in reconventie van [gedaagde] werd afgewezen, omdat de feiten onduidelijk waren en de vordering zich niet leende voor behandeling in kort geding. Dit vonnis werd uitgesproken op 24 februari 2009.