ECLI:NL:RBALM:2009:BH4739
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Haarhuis
- Rechtspraak.nl
Beslaglegging op kinderopvangtoeslag en de toepassing van het beslagverbod
In deze zaak heeft eiseres, wonende te Almere, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Hengelo. De eiseres vorderde de opheffing van een executoriaal derdenbeslag dat door gedaagde was gelegd op haar kinderopvangtoeslag, verstrekt door de Belastingdienst/Toeslagen. Dit beslag was gelegd op 26 november 2008, en eiseres stelde dat dit beslag in strijd was met het beslagverbod van artikel 45 van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR). Eiseres voerde aan dat de wko-toeslag niet vatbaar is voor beslag, omdat deze specifiek bedoeld is voor de kosten van kinderopvang.
De zaak is behandeld op 24 februari 2009, waarbij de advocaten van beide partijen aanwezig waren. Eiseres stelde dat het beslag haar in staat stelde om de huidige kinderopvang van haar zoon niet te betalen, wat leidde tot weigering van de kinderopvang. Gedaagde daarentegen betoogde dat de vordering van eiseres onder de uitzondering op het beslagverbod valt, omdat de toeslag bedoeld is om schulden te voldoen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitzondering van artikel 45 AWIR van toepassing was op de situatie van eiseres. De rechter concludeerde dat het beslag niet onrechtmatig was, omdat het ging om een betalingsverplichting voor geleverde kinderopvang. Eiseres werd in het ongelijk gesteld en werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagde waren begroot op € 789,--. Het vonnis werd uitgesproken op 3 maart 2009.