ECLI:NL:RBALM:2009:BI1444
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- mr. Van Houten
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan levering van onroerend goed en afwijzing van executoriaal beslag
In deze zaak, uitgesproken op 30 maart 2009 door de Rechtbank Almelo, is Eiser, wonende te Hengelo, een kort geding gestart tegen Gedaagde sub 1 en ABN Amro. Eiser vordert dat Gedaagde sub 1 wordt veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de levering van een woning, die eerder aan Eiser is toegescheiden bij vonnis van 11 oktober 2006. Gedaagde sub 1 is niet verschenen in de procedure. Eiser stelt dat Gedaagde sub 1, ondanks eerdere veroordelingen, weigert om mee te werken aan de juridische levering van de woning. Daarnaast vordert Eiser de opheffing van een executoriaal beslag dat door ABN Amro is gelegd op het aandeel van Gedaagde sub 1 in de woning, omdat hij meent dat dit beslag onrechtmatig is.
De rechtbank oordeelt dat Gedaagde sub 1 bij verstek wordt veroordeeld tot medewerking aan de levering van de woning. De voorzieningenrechter stelt vast dat Eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het beslag door ABN Amro onrechtmatig is. ABN Amro heeft een gerechtvaardigd belang bij het gelegde beslag, aangezien Gedaagde sub 1 een lening bij de bank heeft afgesloten en niet aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van misbruik van recht en wijst de vordering van Eiser tot opheffing van het beslag af.
De uitspraak bevat ook bepalingen over de proceskosten, waarbij Gedaagde sub 1 wordt veroordeeld in de kosten van Eiser, en Eiser in de kosten van ABN Amro. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de veroordelingen onmiddellijk moeten worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.