ECLI:NL:RBALM:2009:BJ6750

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
1 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104723 / KG ZA 09-256
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming na bedrijfsmatig en professioneel kweken van hennep in de schuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 1 september 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een stichting, eiseres, en twee gedaagden, die een woning huurden van eiseres. Eiseres vorderde de ontruiming van de woning omdat de gedaagden de schuur van de woning hadden gebruikt voor het bedrijfsmatig en professioneel kweken van hennep. De politie had op 16 juli 2009 een inval gedaan en geconstateerd dat er meer dan vijftig hennepplanten aanwezig waren. Eiseres stelde dat dit een ernstige wanprestatie was, die grond gaf voor ontbinding van de huurovereenkomst op basis van artikel 6:265 BW.

De gedaagden voerden verweer en betwistten het spoedeisend belang van eiseres. Ze gaven aan dat de hennepkwekerij was opgezet uit financiële nood door een gokverslaving van gedaagde 2, en dat zij al meer dan dertig jaar huurden zonder eerdere problemen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat eiseres voldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisend belang en dat de uitkomst van een bodemprocedure niet kon worden afgewacht.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiseres kon worden toegewezen. De gedaagden waren hoofdelijk aansprakelijk voor de tekortkomingen in de huurovereenkomst. De rechter bepaalde dat de gedaagden uiterlijk 1 november 2009 de woning moesten verlaten en ontruimen, en dat zij de kosten van de procedure moesten vergoeden. Eiseres werd gemachtigd om de ontruiming zelf te bewerkstelligen indien de gedaagden hieraan niet voldeden. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 104723 / KG ZA 09-256
datum vonnis: 1 september 2009 (gc)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de stichting
[Eiseres],
gevestigd te Enschede,
eiseres,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede,
tegen
1. [Gedaagde 1], en
2. [Gedaagde 2],
beiden wonende te Enschede,
gedaagden,
advocaat: mr. B.J. van Beek te Enschede.
Het procesverloop
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 25 augustus 2009. Ter zitting zijn verschenen: de heer K. S, namens eiseres vergezeld door mr. Leijssen en gedaagden vergezeld door mr. Van Beek. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast.
- Eiseres verhuurt aan gedaagden de woning staande en gelegen aan de [Adres] te [Woonplaats]. Op deze huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van eiseres van toepassing.
- Op woensdag 16 juli 2009 heeft de politie een inval gedaan in de door gedaagden gehuurde woning en is geconstateerd dat de schuur van de woning is gebruikt voor het kweken van hennep;
2. Bij dagvaarding vordert eiseres, kort gezegd, de ontruiming van [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2]. Verder vordert eiseres om [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
3. Eiseres stelt daartoe dat de schuur van de woning van [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] is gebruikt voor het bedrijfsmatig en professioneel kweken van hennep. Dit is een ernstige wanprestatie, die in gevolge van artikel 6:265 BW grond geeft voor ontbinding van de huurovereenkomst. Volgens vaste jurisprudentie kan voorafgaand aan die ontbindingsprocedure ontruiming worden verlangd en gevorderd. Gelet op de ernst van de wanprestatie en de kans op herhaling bestaat er spoedeisend belang, zodat een bodemprocedure niet hoeft te worden afgewacht.
4. [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hebben verweer gevoerd. Het spoedeisend belang van eiseres wordt door hen betwist. Dit belang wordt slechts afgeleid van het algemeen belang om een signaal te kunnen afgeven. Gedaagden erkennen dat [Gedaagde 2] een hennepkwekerij in zijn schuur heeft gebouwd, maar van een professionele en bedrijfsmatige aanpak was geen sprake. Bovendien zijn zij al meer dan dertig jaren huurder van eiseres en haar rechtsvoorgangster en hebben nooit eerder problemen veroorzaakt. Als gevolg van een gokverslaving van [Gedaagde 2] zijn zij in financiële problemen geraakt. De gokverslaving heeft [Gedaagde 2] inmiddels met veel moeite onder de knie weten te krijgen, maar de financiële problemen waren moeilijker op te lossen. Om uit de financiële problemen te komen is de hennepkwekerij opgezet. Omdat [Gedaagde 2] inmiddels een belangrijke stap heeft gezet om van zijn gokverslaving af te komen, is de kans dat de betreffende situatie ooit weer zal voorkomen nagenoeg uitgesloten. Daar komt bij dat het [Gedaagde 2] is geweest die de hennepkwekerij heeft opgezet en bij ontruiming wordt [Gedaagde 1] zwaar getroffen.
5. De voorzieningenrechter overweegt dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij een voorlopige voorziening als gevorderd en dat de uitkomst van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht, gelet op de aard van de verwijten die [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] worden gemaakt. Daarmee komt de voorzieningenrechter toe aan een materiële beoordeling van het geschil.
6. De voorzieningenrechter overweegt dat de vordering van eiseres kan worden toegewezen. Vast staat dat [Gedaagde 2] op bedrijfsmatige wijze hennep heeft gekweekt in de bij de woning behorende schuur. Het verweer van [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] dat het niet ging om een professionele of bedrijfsmatige kwekerij faalt. Zij hebben immers verklaard dat zij de kwekerij hebben opgezet als gevolg van financiële problemen, welke problemen zijn ontstaan door de gokverslaving van [Gedaagde 2]. [Gedaagde 2] kweekte dus hennep om er geld mee te verdienen, en dus bedrijfsmatig. Daar komt bij dat er meer dan vijftig hennepplanten werden aangetroffen. Dat nu geen kwekerij meer aanwezig is in de schuur doet aan de tekortkoming in het verleden niets af. Eiseres heeft het recht om op grond van artikel 6:265 BW in een bodemprocedure de overeenkomst te ontbinden en om, vooruitlopend daarop, de ontruiming te vorderen.
7. De voorzieningenrechter volgt [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] evenmin in hun stelling dat [Gedaagde 1] bij ontruiming onevenredig zwaar wordt getroffen omdat niet zij, maar [Gedaagde 2] de hennepkwekerij heeft opgezet. [Gedaagde 1] is als (contractueel) medehuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van de verplichtingen zoals die voortvloeien uit de huurovereenkomst en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Ook voor de onderhavige tekortkoming is [Gedaagde 1] hoofdelijk aansprakelijk (HR 9 december 2005, NJ 2006, 153). Hetgeen partijen overigens naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking.
8. De gevorderde ontruimingstermijn zal de voorzieningenrechter aldus verlengen dat [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] uiterlijk 1 november 2009 de woning moeten hebben verlaten en ontruimd, mede gelet op de omstandigheid dat zij afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering en in de particuliere sector op zoek moeten naar vervangende woonruimte.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] om uiterlijk 1 november 2009 te woning staande en gelegen aan de [Adres] met al het hunne en al de hunnen te verlaten en te ontruimen.
II. Veroordeelt [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 334,25 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat.
III. Machtigt eiseres om bij gebreke van voldoening aan het hiervoor onder I. genoemde de ontruiming zelf te (doen) bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
IV. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
V. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 september 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.