ECLI:NL:RBALM:2009:BJ8819
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- mr. Haarhuis
- Rechtspraak.nl
Verbod op verspreiding van beschuldigingen en contactverbod in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 24 juni 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, wonende te Zoetermeer, en gedaagde, wonende te Enschede. Eiser heeft gedaagde aangeklaagd wegens het dreigen met de verspreiding van een brief waarin beschuldigingen aan het adres van eiser worden geuit. Eiser heeft de beschuldigingen ontkend en vordert in kort geding dat gedaagde wordt verboden om de brief te verzenden, andere beschuldigingen te uiten en contact met hem op te nemen.
De zaak is behandeld op 23 juni 2009, waarbij zowel eiser als gedaagde in persoon zijn verschenen. Eiser heeft uiteengezet dat hij in verband wordt gebracht met ontuchtige handelingen jegens de minderjarige dochter van gedaagde, maar dat er geen strafrechtelijke vervolging heeft plaatsgevonden. Eiser vreest voor schade aan zijn eer en goede naam door de verspreiding van de brief, die hij als smaad beschouwt.
Gedaagde heeft in zijn verweer gesteld dat hij de brief wil verzenden als eiser niet uit de buurt van zijn dochter vertrekt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verspreiding van de brief niet toelaatbaar is, omdat deze de eer en goede naam van eiser kan schaden, ook al wordt zijn naam niet expliciet genoemd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser grotendeels toegewezen, met uitzondering van de machtiging om het vonnis met behulp van de sterke arm te handhaven.
De voorzieningenrechter heeft gedaagde verboden om de brief te verzenden, andere beschuldigingen te uiten en contact met eiser te leggen, onder verbeurte van een dwangsom. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.