RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Zaaknummer : 316065 EJ VERZ 4704/09 (j.)
Beschikking van de kantonrechter d.d. 6 oktober 2009 in de zaak van:
de besloten vennootschap
Homburg Participaties B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede
verzoekster
gemachtigde: mr. F.J. Schoute,
advocaat te Amsterdam
…
wonende te …
verweerder
gemachtigde: mr. G. Aufderhaar
advocaat te Enschede
1. Het verloop van de procedure:
1.1 Bij verzoekschrift dat op 3 september 2009 is ingekomen ter griffie van de rechtbank Almelo, sector kanton, locatie Enschede vraagt Homburg Participaties de arbeidsovereenkomst met verweerder dadelijk, althans na korte tijd te ontbinden. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is op 1 oktober 2009 mondeling behandeld en de griffier heeft daarvan proces-verbaal opgemaakt.
2.1 Homburg Participaties, van welke rechtspersoon Homburg Services Group Europe B.V enig aandeelhouder is, maakt investeringen mogelijk in Canadees en Europees vastgoed, zoals maatschappen en de “Homburg (Mortgage) Bonds”. Zij beschikt over een vergunning uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht van de Autoriteit Financiële Markten voor het verlenen van beleggingsdiensten als commissionair, het begeleiden en plaatsen van emissies en het beheren van beleggingsinstellingen.
2.2 Homburg Participaties en haar aandeelhouder zijn verwikkeld geraakt in een conflict met de advocaat …, aan welk conflict meer dan eens wordt gerefereerd in de media.
2.3 Verweerder, geboren in juni 1982, is op basis van een arbeidsovereenkomst als beleggingsadviseur in dienst getreden van Homburg Participaties. Er is thans sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het salaris van verweerder is
€ 2.650,00 bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantietoeslag.
2.4 In de arbeidsovereenkomst van verweerder is een geheimhoudingsbeding opgenomen, dat als volgt is geredigeerd:
Het is werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking hetzij na beëindiging hiervan op enigerlei wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm ook en in welker voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheden van de werkgevers onderneming betreffende of daarmee verband houdende, op straffe van verbeurte aan de werkgever van een zonder sommatie of ingebrekestelling direct opeisbare boete groot Euro vijftigduizend, onverminderd zijn gehoudenheid tot vergoeding aan de werkgever van de gehele hierdoor aan de werkgever veroorzaakte schade, indien deze het hiervoor genoemde boetebedrag ten boven gaat.
Overtreding door de werknemer van deze verbodsbepaling geeft de werkgever een dringende reden tot ontslag op staande voet aan de werknemer.
2.5 Op 8 juni 2009 wordt tijdens een tumultueus verlopen personeelsbijeenkomst meegedeeld dat wegens economische omstandigheden een aantal werknemers moet afvloeien. De bijeenkomst wordt bijgewoond door verweerder die van al hetgeen wordt gezegd met zijn iphone een geluidsopname maakt. Tijdens de vergadering wordt door diverse personeelsleden meermalen eraan gerefereerd dat wanneer de reorganisatie/de voorgenomen gang van zaken in de pers komt de “rapen gaar zijn”, in die zin dat dit voor Homburg Participaties nadelige financiële gevolgen zal hebben. De directeur van Homburg Services Group Europe BV wijst twee maal op de geheimhoudingsclausule die in de arbeidsovereenkomsten van de werknemers is opgenomen. Tijdens de bijeenkomst worden de namen van de 10 werknemers genoemd die zullen moeten afvloeien. Ook de naam verweerder wordt daarbij genoemd.
2.6 Verweerder brandt hetgeen hij met zijn iphone heeft opgenomen op 10 CD-roms. In de tweede week van augustus 2009 wordt de directie van Homburg Services Group Europe BV gevraagd een reactie te geven op een interview met Mr … dat in de eerstvolgende editie van het blad Miljonair zou worden geplaatst. In dat interview maakt met … gewag van de “Homburg tapes” die naar zijn zeggen explosief materiaal bevatten. Het is Homburg Participaties alras duidelijk dat met de tapes een CD-rom wordt bedoeld waarop te horen is wat er tijdens de bijeenkomst van 8 juni 2009 is gezegd en is voorgevallen. Mr … heeft kenbaar gemaakt dat hij kopieën van de CD-rom heeft afgegeven aan de AFM en het dagblad De Telegraaf. In de Telegraaf verschijnt een artikel met de kop “Oproer rond reorganisatie Homburg” en daarin wordt gerefereerd aan de bijeenkomst van 8 juni 2009. In het artikel wordt vermeld dat tijdens de bijeenkomst door een bestuurder van Homburg is gezegd: “Als we niet ingrijpen kunnen we binnen drie maanden de tent sluiten”. De AFM is van oordeel dat de CD-rom geen koersgevoelige informatie bevat en dat zij daarom niet het verzoek van Homburg inwilligt de aan haar afgegeven CD-rom ter beschikking van Homburg te stellen.
2.7 Homburg Participaties vermoedt dat verweerder een opname van de bijeenkomst van 8 juni 2009 heeft gemaakt en daarom wordt hij uitgenodigd voor een gesprek met de directie van Homburg Participaties. Tijdens dit gesprek, waarin verewerder wordt bijgestaan door zijn gemachtigde, vertelt verweerder dat hij de 10 CD-roms heeft meegenomen naar een bijeenkomst van een aantal collega’s die allen ook aanwezig waren op de bijeenkomst van 8 juni 2009 en dat hij niet weet wie van de collega’s een CD-rom heeft meegenomen. ( 3 van de 10 waren verdwenen)
3. Het standpunt van Homburg Participaties:
3.1 De arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden wegens omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 7: 677 lid 1 BW zouden hebben opgeleverd, indien de arbeidsovereenkomst deswege onverwijld opgezegd zou zijn. Verweerder heeft door met zijn iphone een opname te maken van hetgeen tijdens de bijeenkomst van 8 juni 2009 is besproken het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst geschonden. In ieder geval heeft hij door vervolgens de opname te branden op 10 CD-roms en deze te (willen) verspreiden onder collega’s willens en wetens het risico genomen dat hetgeen tijdens de bijeenkomst is voorgevallen aan de buitenwereld bekend werd. Dat risico heeft zich verwezenlijkt. Als gevolg van de publicaties en de uitlatingen van mr. … lijdt Homburg Participaties schade. Overigens heeft Homburg Participaties de stellige indruk dat verweerder weet wie de CD-rom heeft verspreid. Hij laat na volledige opening van zaken te geven.
3.2 Indien de arbeidsovereenkomst niet wegens een dringende reden wordt ontbonden dient dat te gescheiden op basis van veranderingen in de omstandigheden als bedoeld in artikel 7: 685 lid 2 BW. De gewraakte handelwijze van verweerder heeft ertoe geleid dat Homburg Participaties geen vertrouwen meer in hem heeft en dat een vruchtbare samenwerking in de toekomst is uitgesloten.
4.1 Verweerder is van mening dat het ontbindingsverzoek moet worden afgewezen en indien het toch tot een ontbinding komt deze dient plaats te vinden met ingang van
1 december 2009 en hem daarbij ten laste van Homburg Participaties een vergoeding moet worden toegekend van € 7.000,00 bruto. Het volgende is naar voren gebracht:
4.2 Verweerder heeft het geheimhoudingsbeding niet geschonden. Hij weet niet wie een CD-rom naar de pers heeft doorgepeeld naar mr. …of naar de pers. Het ter beschikking stellen van de CD-roms aan collega’s die de bijeenkomst van 8 juni 2009 hadden meegemaakt geschiedde in het kader van een geheugensteun die van pas zou kunnen komen.
4.3 Verweerder realiseert zich dat een vruchtbare samenwerking tussen partijen wordt bemoeilijkt, maar dat is in overwegende mate te wijten aan de wijze waarop Homburg Participaties op de iphone kwestie heeft gereageerd. Homburg Participaties acteert als een kind dat zijn zin niet krijgt. De in subsidiair verband gevraagde vergoeding is billijk. Rekening moet worden gehouden met de fictieve opzegtermijn.
5. De beoordeling van het verzoekschrift:
5.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist op het ontbindingsverzoek verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod. Dat is niet het geval.
5.2 In het kader van deze procedure is onvoldoende komen vast te staan dat verweerder de geheimhoudingsbeding direct of indirect heeft geschonden. Het opnemen van het verloop van de bijeenkomst van 8 juni 2009 met de iphone betekent niet dat daarmee geheimhoudingsverplichtingen niet door hem zijn nagekomen. Hetzelfde geldt voor het verwijt dat hij aan collega’s de opname heeft verstrekt. Deze collega’s hadden immers de bijeenkomst bijgewoond. Weliswaar staat vast dat er gelekt is, maar wie dat heeft gedaan is ongewis gebleven. Op grond van het voorgaande zijn geen termen aanwezig de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden te ontbinden.
5.3 Voldoende aannemelijk is gemaakt dat partijen in de toekomst niet meer met elkaar verder kunnen. Homburg Participaties stelt immers dat een vruchtbare samenwerking is uitgesloten terwijl verweerder aanvoert dat een dergelijke samenwerking door de gang van zaken na 8 juni 2009 wordt bemoeilijkt. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat zich veranderingen in de omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve met ingang van 1 november 2009 dient te worden ontbonden. Er is geen aanleiding rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
5.4 In deze ontbindingsprocedure is niet uit de verf gekomen dat verweerder zich onrechtmatig jegens Homburg Participaties heeft gedragen. Niet uit het oog mag worden verloren dat de emoties tijdens de bijeenkomst van 8 juni 2009 hoog opliepen en dat verweerder daar voor het eerst is geconfronteerd met de aanzegging dat zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het opnemen van hetgeen is voorgevallen en de opname (willen) delen met lotgenoten die de bijeenkomst ook hebben bijgewoond betekent niet zonder meer dat hij zich niet als een goed werknemer heeft gedragen. Gelet op de duur van zijn dienstverband, zijn leeftijd en zijn inkomen ligt het daarom in de rede hem een vergoeding toe te kennen van
€ 5.700,00 bruto.
5.5 Aan Homburg Participaties zal tot 27 oktober 2009 gelegenheid worden gegeven haar verzoekschrift in te trekken. Indien zij daartoe overgaat zal zij als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Indien het niet tot een intrekking komt worden de proceskosten gecompenseerd.
Stelt Homburg Participaties in de gelegenheid haar verzoek in te trekken door dit vóór 17 oktober 2009 schriftelijk aan de griffier van de rechtbank Almelo, sector kanton, locatie Enschede te berichten.
Veroordeelt in het geval het verzoekschrift wordt ingetrokken Homburg Participaties in de kosten van de procedure aan de zijde van verweerder gevallen en tot op heden begroot op € 400,00 voor salaris gemachtigde.
Indien het niet tot een intrekking komt:
a. Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van
1 november 2009;
b. Kent aan verweerder ten laste van Homburg Participaties een vergoeding toe van € 5.750,00 bruto;
c. Compenseert de proceskosten aldus dat ieder partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Enschede door mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2009 in aanwezigheid van de griffier.