RECHTBANK ALMELO
Parketnummers: 08/710017-09, 08/801181-08 en 08/710778-07 (tul).
STRAFVONNIS
Uitspraak: 17 november 2009.
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte]
geboren in 1989,
thans gedetineerd,
terechtstaande
terzake parketnummer 08/710017-09 dat:
zij op of omstreeks 10 januari 2009 in de gemeente Almelo ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig
overleg, voornoemde [slachtoffer] (terwijl voornoemde [slachtoffer] op
de grond lag), meermalen (met kracht) (met geschoeide voet) in/tegen het
gezicht/hoofd en/of tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 10 januari 2009 in de gemeente Almelo ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het
leven te beroven,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) met dat opzet voornoemde
[slachtoffer] (terwijl voornoemde [slachtoffer] op de grond lag)
meermalen (met kracht) (met geschoeide voet) in/tegen het gezicht/hoofd en/of
tegen het lichaam geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of
voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een mobiele
telefoon en/of (een) tas(sen) en/of een laptop en/of (een) bankpas(sen),
althans enig goed,
en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering
van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s)
straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te
verzekeren,
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 10 januari 2009 in de gemeente Almelo ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer],
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die
[slachtoffer] (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen,
althans eenmaal (met kracht) (met geschoeide voet) in/tegen het gezicht/hoofd
en/of tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 10 januari 2009 in de gemeente Almelo tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Samsung,
kleur roze) en/of (een) tas(sen) en/of een laptop en/of (een) bankpas(sen), in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- voornoemde [slachtoffer] achteruit en/of tegen een muur is geduwd en/of
- (terwijl voornoemde [slachtoffer] op de grond lag) die voornoemde
[slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met geschoeide
voet) in het gezicht en/of tegen het lichaam is geschopt en/of getrapt en/of
- die voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, in/tegen het
gezicht/hoofd en/of tegen het lichaam is geslagen en/of gestompt;
zij op of omstreeks 8 januari 2009 in de gemeente Almelo tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop en/of een oplader
van een laptop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte en/of haar mededader(s):
- die [slachtoffer] (met kracht) bij de keel heeft/hebben gepakt en/of
- (vervolgens) (met kracht) die [slachtoffer] haar woning in heeft/hebben geduwd
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "naar binnen
jij" en/of - zakelijk weergegeven - dat hij/zij geld moest(en) hebben;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 8 januari 2009 in de gemeente Almelo, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een laptop en/of een oplader van een laptop heeft verworven, voorhanden heeft
gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en/of haar mededader(s) ten tijde
van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren)
wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
terzake parketnummer 08/801181-08 dat:
zij op of omstreeks 6 augustus 2008, in de gemeente Almelo,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een
winkel een (groot) aantal levensmiddelen, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [gedupeerde], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij op of omstreeks 6 augustus 2008,
in de gemeente Almelo,
opzettelijk beledigend (een) politie-ambtena(a)r(en) bij/van de regiopolitie
Twente, te weten [verbalisant], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van zijn/haar/hun bediening, die [verbalisant] in diens/dier
tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankermongool" en/of
"Stumper", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten en redactionele misslagen verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in haar verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de eerste plaats (de voorbedachte rade) is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats, sub 2 en sub 3 en onder parketnummer 08/801181-08 sub 1 en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(terzake parketnummer 08/710017-09)
zij op 10 januari 2009 in de gemeente Almelo ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
ander, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, die ander met dat opzet, voornoemde [slachtoffer] (terwijl voornoemde [slachtoffer] op
de grond lag), meermalen met kracht met geschoeide voet tegen het
gezicht/hoofd en tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 10 januari 2009 in de gemeente Almelo tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Samsung, kleur roze) en tassen en een laptop en bankpassen, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat:
- voornoemde [slachtoffer] achteruit en tegen een muur is geduwd en
- terwijl voornoemde [slachtoffer] op de grond lag die voornoemde
[slachtoffer] meermalen met kracht met geschoeide voet in het gezicht en tegen het lichaam is geschopt.
zij op 8 januari 2009 in de gemeente Almelo tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop, toebehorende aan [slachtoffer].
(terzake parketnummer 08/801181-08):
zij op 6 augustus 2008, in de gemeente Almelo,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een
winkel, levensmiddelen, toebehorende aan [gedupeerde];
zij op 6 augustus 2008, in de gemeente Almelo,
opzettelijk beledigend een politie-ambtenaar van de regiopolitie
Twente, te weten [verbalisant], gedurende en ter zake van de rechtmatige
uitoefening van zijn bediening, die [verbalisant] in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankermongool" en "Stumper".
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
Met betrekking het onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats bewezenverklaarde feit overweegt de rechtbank dat, gelet op de afspraken en rolverdeling die kort voor de confrontatie met het slachtoffer tussen verdachte en haar mededader zijn gemaakt en met de name de omstandigheden waaronder die afspraken zijn gemaakt, alsmede het feit dat verdachte, ondanks hulpgeroep van het slachtoffer, niet heeft ingegrepen en zich ook anderszins op kenbare wijze niet heeft gedistantieerd van het door haar mededader toegepaste geweld, naar haar oordeel sprake is van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar mededader dat van een gezamenlijke uitvoering en aldus van medeplegen in de zin van artikel 47 van het wetboek van strafrecht kan worden gesproken.
Met betrekking tot het onder parketnummer 08/710017-09 sub 2 tenlastegelegde feit
overweegt de rechtbank dat niet aan de hand van wettige bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte, vóór de confrontatie tussen verdachtes mededader en het slachtoffer, op de hoogte was van het uiteindelijk door haar mededader op het slachtoffer toegepaste geweld en dat aldus de in dat feit opgenomen geweldscomponent niet aan verdachte valt toe te rekenen zodat op dat onderdeel vrijspraak dient te volgen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats, sub 2 en sub 3 en onder parketnummer 08/801181-08 sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats het misdrijf:
"Medeplegen van poging tot doodslag”
strafbaar gesteld bij artikel 287 jo de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft parketnummer 08/710017-09 sub 2 het misdrijf:
“Diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen”,
strafbaar gesteld bij artikel 312 jo. artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
wat betreft parketnummer 08/710017-09 sub 3 primair het misdrijf:
“Diefstal door twee of meer verenigde personen”,
strafbaar gesteld bij artikel 311 jo. artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
wat betreft parketnummer 08/801181-08 sub 1 het misdrijf:
"Diefstal",
strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft parketnummer 08/801181-08 sub 2 het misdrijf:
"Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening",
strafbaar gesteld bij artikel 267 jo. 266 van het Wetboek van Strafrecht;
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op het Pro Justitie rapport d.d. 27 april 2009, opgemaakt door de psychiater L.H.W.M. Kaiser. De conclusie van Kaiser luidt, zakelijk weergegeven, dat ten tijde van de tenlastegelegde feiten er bij betrokkene sprake was van een ziekelijk stoornis in de vorm van ADHD, cocaïnemisbruik en een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens in de vorm van trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis, zodat zij haar wil in licht verminderde tot verminderde mate kon bepalen en zij dan ook als licht verminderd tot verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden ingeschat. Tevens heeft de rechtbank gelet op het Pro Justitia rapport d.d. 7 mei 2009, opgemaakt door de gezondheidspsycholoog P.K. Kristenen, wiens conclusie in belangrijke mate overeenkomt met die van Kaiser voornoemd en die evenals Kaiser uiteindelijk concludeert tot een enigszins verminderde tot verminderde toerekeningsvatbaarheid van betrokkene.
De verdachte is deswege strafbaar, aangezien ook overigens niet is gebleken van een haar strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake parketnummer 08/710017-09 sub 1 subsidiair, sub 2 en sub 3 primair en parketnummer 08/801181-08 sub 1 en sub 2, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren waarvan 2 jaren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd door verdachte in voorarrest doorgebracht en met reclasseringstoezicht als bijzonder voorwaarde.
Terzake parketnummer 08/710778-07 (tul), concludeert de officier van justitie tot verlenging van de proeftijd.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte is, naast een aantal vermogendelicten en een belediging van een politieambtenaar, betrokken geweest bij een ernstig geweldsdelict begaan tegen [slachtoffer]. Verdachte heeft voor wat betreft het toegepaste geweld weliswaar geen initiërende rol gespeeld maar heeft wel kort vóór het delict en op weg daar naartoe met haar mededader de afspraak gemaakt dat [slachtoffer] door middel van een k.o. zou worden uitgeschakeld alvorens verdachte bij haar woning naar binnen zou gaan om daaruit goederen weg te nemen. Nadat verdachte en haar mededader zich ervan hadden vergewist dat [slachtoffer] alleen thuis was die bewuste avond, hebben verdachte en haar mededader zich tegen 22.00 uur naar haar woning begeven, alwaar de mededader, terwijl verdachte op een afstand stond te wachten tot het moment dat zij ongezien naar binnen kon, het slachtoffer tegen de grond heeft gewerkt en haar zowel in als voor haar woning herhaaldelijk - in de beleving van het slachtoffer zo’n 30 maal – met geschoeide voet tegen het hoofd heeft getrapt.
Kort nadat het slachtoffer deed alsof ze bewusteloos was, stopte de mededader met trappen, waarna verdachte, na een teken van haar mededader, de woning is binnen gegaan en, zonder zich om het gewonde [slachtoffer] te bekommeren, uit die woning enkele goederen heeft weggenomen. Vervolgens zijn zij en haar mededader, het slachtoffer in hulpeloze toestand op de oprit van de woning achter latend, vertrokken richting de heler aan wie een deel van de buit verkocht werd.
Het is, gelet op de manier waarop en de frequentie waarmee het slachtoffer is getrapt, niet de verdienste van verdachte en haar mededader, dat het slachtoffer ten gevolge van het toegepaste geweld niet het leven heeft gelaten.
Er is sprake geweest van een duidelijk vooropgezet plan en een tevoren gemaakte rolverdeling. Er moest, koste wat het kost, geld komen om in de cocaïnebehoefte te kunnen voorzien.
Dat verdachte en haar mededader het aanwenden van geweld niet schuwen en geen enkel respect hebben voor de eigendommen van anderen, blijkt voorts wel uit de wijze waarop en de omstandigheden waaronder zij twee dagen voor bovengenoemd delict een laptop hebben weggenomen bij een kennis van verdachte.
Door feiten als deze is de rechtsorde ernstig geschokt en wordt grote beroering en verontwaardiging in de maatschappij en met name in de directe omgeving van de slachtoffers teweeg gebracht. Bovenal is groot leed toegebracht aan zowel [slachtoffer 1] als het slachtoffer [slachtoffer 2], hetgeen nog eens bevestiging vindt in de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen van deze personen.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de enigszins verminderde tot verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, zoals blijkt uit voornoemde rapportages. Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclasseringswerker mevr. J. Klaassen opgemaakte voorlichtingsrapportage, waarin ondermeer wordt gemeld dat een langdurige behandeling van verdachte door de FPA noodzakelijk wordt geacht. De rechtbank onderschrijft de in voormelde rapportages geadviseerde behandelnoodzaak, temeer nu verdachte ook zelf heeft aangegeven de noodzaak van een behandeling in te zien.
Ten voordele van verdachte strekt haar nog jeugdige leeftijd, haar gemotiveerdheid aan haar te problematiek te willen werken en haar voornemen haar leven een andere wending te geven.
Alles afwegende brengt dit de rechtbank ertoe aan verdachte een straf op te leggen die gelijk is aan door de officier van justitie gevorderde straf.
De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat de behandeling van verdachte zal plaatsvinden tijdens haar detentie in het kader van detentiefasering.
Civiele vordering
De rechtbank overweegt verder, dat [slachtoffer], wonende te Almelo, zich ter zake van parketnummer 08/710017-09 sub 2, via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 1400,-- te vermeerderen met de wettelijke rente, zulks terzake immateriële schade.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht.
De immateriële schade bedraagt, gelet op het feit dat het in het onderhavige feit tenlastegelegde geweld, niet bewezen is verklaard, minder dan het gevorderde bedrag, namelijk € 500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering.
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit onder parketnummer 08/710017-09 sub 2 is toegebracht.
De na te melden straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering tenuitvoerlegging wegens recidive, betreffende parketnummer 08/710778-07.
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie te Almelo van 7 augustus 2008, tot het geven van een last tot tenuitvoerlegging van het bij vonnis van deze rechtbank van 15 april 2008 opgelegd voorwaardelijk deel van de jeugddetentie, van oordeel dat, overeenkomstig het daartoe door de officier van justitie ter terechtzitting gedane voorstel, de proeftijd met een jaar behoort te worden verlengd.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de eerste plaats is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats, sub 2 en sub 3 en onder parketnummer 08/801181-08 sub 1 en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier jaren.
Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot twee jaren niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
de veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen haar te geven door of namens de Reclassering Nederland, Arrondissement Almelo, met opdracht aan die instelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit onder parketnummer 08/710017-09 sub 2 tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Almelo, van een bedrag groot € 500,-- voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het voormelde bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 250,-- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 5 dagen zal worden toegepast, een en ander voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij voor een deel van € 900,-- niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij die vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/710017-09 sub 1 primair in de tweede plaats, sub 2 en sub 3 en onder parketnummer 08/801181-08 sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij;
Betreffende parketnummer: 08/710778-07.
Verlengt de voormelde proeftijd éénmaal met de hoogste duur van één jaar.
Aldus gewezen door mr. Teekman, voorzitter, mrs. Melaard en Bloebaum, rechters, in tegenwoordigheid van Klaassen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 november 2009.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.