ECLI:NL:RBALM:2009:BK7709

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
23 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/575
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Veurink
  • A. Bordenga
  • J. Bloebaum
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over beklag inzake inbeslagneming van een voertuig met vals kenteken

Op 23 december 2009 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift over de inbeslagneming van een Volkswagen Passat, welke voorzien was van een vals KLOON-kenteken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voertuig als gestolen was gesignaleerd en dat het om een zogenaamd DUPLO/Kloon-voertuig ging. De klager, die de auto te goeder trouw had aangeschaft, stelde dat hij recht had op teruggave van het voertuig. Hij had de auto via internet gekocht en was van mening dat hij als rechthebbende diende te worden aangemerkt. De officier van justitie daarentegen stelde dat de auto aan de bestolene moest worden teruggegeven, aangezien er sprake was van onvrijwillig bezitsverlies.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het vereiste voor revindicatie uit artikel 3:86 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking genomen. Dit artikel vereist dat de verkoper van het goed zijn bedrijf maakt van het verhandelen aan het publiek van soortgelijke zaken en dat dit bedrijf wordt uitgeoefend in een daartoe bestemde bedrijfsruimte. De rechtbank concludeerde dat hier geen sprake van was, aangezien de klager de auto van een particulier had gekocht en niet bij een reguliere autohandel. Hierdoor genoot de klager niet de bescherming van het genoemde artikel.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beslag niet aan de klager toebehoorde en dat hij niet als eigenaar kon worden aangemerkt. Het beklag van de klager werd ongegrond verklaard, en de rechtbank besloot dat de auto aan de bestolene moest worden teruggegeven. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de rechters in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
SAS–nummer: 09/575
BESCHIKKING ex 552a SV
De rechtbank te Almelo, meervoudige raadkamer:
Gezien het op 3 november 2009 ter griffie van deze rechtbank ingekomen klaagschrift, ingediend door mr. G.J. Ligtenberg, namens:
[Klager K.],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende [woonplaats],
verder te noemen klager,
houdende beklag over inbeslagneming (en het verzoek tot teruggave aan [klager] voornoemd) van een personenauto, merk Volkswagen Passat, welke is voorzien van het valse KLOON-kenteken [kenteken].
Gezien het door de officier van justitie in dit arrondissement overgelegde dossier, betrekking hebbend op het feit naar aanleiding waarvan voormelde inbeslagneming is geschied.
Gelet op het openbare onderzoek in raadkamer, d.d. 12 november 2008, alwaar zijn gehoord: de officier van justitie en klager, bijgestaan door zijn raadsman
mr. G.J. Ligtenberg.
Tevens is verschenen [verzoeker M.] namens klaagster [klaagster A.], wiens klaagschrift – eveneens strekkende tot teruggave van voormelde auto – tegelijk met het klaagschrift van klager is behandeld.
O V E R W E G E N D E:
Uit het proces-verbaal voertuigcriminaliteit van de politie Twente blijkt dat het voertuig als gestolen gesignaleerd staat. Uit onderzoek is gebleken het voertuig is omgekat. Er is sprake van een zogenaamd DUPLO/KLOON-voertuig. Het VIN is door de vervalsing niet vernield. Herinslag behoeft niet plaats te vinden.
De raadsman stelt namens klager, zakelijk weergegeven, dat klager zich door de inbeslagneming en de voortduring hiervan bezwaard voelt. De officier van justitie heeft op 21 oktober 2009 kenbaar gemaakt dat hij voornemens is de auto niet aan klager terug te geven, maar aan de bestolene. Klager is echter van mening dat hij als rechthebbende van de auto dient te worden aangemerkt en de auto aan hem geretourneerd dient te worden. Klager verwijst hiervoor naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad.
Klager heeft de auto te goeder trouw aangeschaft. De auto werd via internet voor een marktconforme prijs aangeboden. Tijdens de aankoop heeft klager gecontroleerd of de autopapieren met het carrosserienummer overeenstemden, hetgeen het geval was. Voorts verliep de overschrijving op het postkantoor probleemloos. Klager had geen enkele reden om aan te nemen dat het om een gestolen auto ging.
Redenen waarom klager verzoekt het beslag op te heffen en de teruggave van de voertuig te gelasten.
De officier van justitie heeft ter zitting verklaard dat de onderhavige auto van diefstal afkomstig is. Voorts heeft klager, aldus de officier van justitie, de auto niet bij een reguliere autohandel gekocht en hij geniet derhalve niet de bescherming van artikel 3:86 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Hij is van mening dat de auto aan [klaagster A.] dient te worden afgegeven aangezien er sprake was van een onvrijwillig bezitsverlies en deze klager als gesubrogeerde betere rechten heeft op de auto dan klager.
De rechtbank is van oordeel, gelet op de inhoud van het dossier, op de overgelegde stukken en op hetgeen in raadkamer is medegedeeld dat het onderhavige beslag niet aan klager toebehoort en hij niet als eigenaar dient te worden aangemerkt.
Uit artikel 3:86 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat voor revindicatie het vereiste geldt dat de verkoper van het goed zijn bedrijf maakt van het verhandelen aan het publiek van soortgelijke zaken en dat het bedrijf wordt uitgeoefend in een daartoe bestemde bedrijfsruimte.
Daarvan is hier geen sprake geweest: klager heeft, zo heeft hij verklaard, de personenauto via de internetsite marktplaats gekocht van een particulier.
Klager geniet derhalve - hoezeer hij zich ook heeft ingespannen om zich te overtuigen dat de personenauto niet van diefstal afkomstig was – niet de bescherming van voornoemd artikel.
De rechtbank acht de teruggave van de personenauto aan [klaagster A.] dan ook redelijk, aangezien zij een beter recht heeft op de personenauto dan klager voornoemd.
Het beklag dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
Gelet op artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering.
B E S C H I K K E N D E :
Verklaart voormeld beklag ongegrond.
Aldus beslist en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2009 door
mr. Veurink, voorzitter, mrs. Bordenga en Bloebaum, rechters, in tegenwoordigheid van Teerlink, griffier.
Deze beschikking is door de voorzitter ondertekend, zijnde de griffier buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.