ECLI:NL:RBALM:2009:BL5425

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104668/FT RK 09.686
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.R. van der Winkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van WSNP-verzoek door ontbrekende beredeneerde verklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 20 oktober 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [x] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Het verzoekschrift werd ingediend op 7 augustus 2009, maar de rechtbank constateerde dat er een essentiële verklaring ontbrak, zoals vereist door artikel 285 van de Faillissementswet. De rechtbank gaf [x] een termijn tot 11 september 2009 om deze verklaring te overleggen. Echter, de verklaring werd pas op 25 september 2009 ingediend, wat betekende dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke eisen.

Tijdens de zitting op 6 oktober 2009 was [x] aanwezig, vergezeld van zijn vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaring niet alleen te laat was ingediend, maar ook dat deze niet voldeed aan de vereisten. Er ontbrak een met redenen omklede verklaring over de mogelijkheden voor een buitengerechtelijke schuldregeling en de aflossingsmogelijkheden van de schuldenaar. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat [x] in het verleden niet in staat was om aan betalingsafspraken te voldoen, wat zijn verzoek verder ondermijnde.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat, zelfs als de verklaring tijdig was ingediend, [x] nog steeds niet-ontvankelijk zou zijn verklaard vanwege het ontbreken van de noodzakelijke beredeneerde verklaring. De rechtbank heeft daarom het verzoek van [x] afgewezen en hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om WSNP.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 104668/ FT RK 09.686
datum vonnis: 20 oktober 2009 (sr)
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:
[x],
wonende te [woonplaats]
verzoeker,
verder te noemen [x].
Het procesverloop
Bij brief d.d. 7 augustus 2009 heeft [x] een verzoekschrift ingediend de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken.
Bij brief d.d. 11 augustus 2009 heeft de rechtbank [x] gewezen op het feit dat bij zijn verzoekschrift een verklaring als bedoeld in artikel 285 van de Faillissementswet ontbreekt. De rechtbank heeft [x] een termijn tot 11 september 2009 gegund om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Op 25 september 2009 is ter griffie de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet ingekomen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 6 oktober 2009. Ter zitting is [x] verschenen, vergezeld van zijn [vriendin]. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling
De overwegingen van de rechtbank
Bij het verzoekschrift van [x] ontbreekt een verklaring als bedoeld in artikel 285 van de Faillissementswet. De rechtbank heeft [x] een termijn tot 11 september 2009 gegund om deze verklaring alsnog te overleggen. De verklaring is echter eerst op 25 september 2009 ter griffie ingekomen. Nu voornoemde verklaring niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, voldoet het verzoekschrift niet aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. [x] zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat bij voornoemde verklaring een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de schuldenaar beschikt, ontbreekt.
Uit telefonische navraag bij de Stadsbank is gebleken dat [x] zich in 2007 bij de Stadsbank heeft gemeld voor een aanvraag schuldhulpverlening en het openen van een budgetbeheerrekening. [x] heeft de in dit verband gemaakte betalingsafspraken niet kunnen nakomen omdat sprake was van wisselende inkomsten. [x] heeft in 2008 en 2009 een aantal maanden helemaal geen inkomsten gehad en heeft toen enkel de zorgtoeslag ontvangen. Ondanks diverse verzoeken van de Stadsbank heeft [x] nagelaten te zorgen voor een inkomen en/of uitkering op minimaal bijstandsniveau. Eerst in augustus 2009 is een inkomen van € 1.312,82 binnengekomen. De Stadsbank heeft derhalve geen minnelijke regeling aan de schuldeisers kunnen aanbieden. Nu er geen sprake is van een weigering of een verzuim van de Stadsbank zou [x] derhalve, indien de artikel 285-verklaring wel binnen de gestelde termijn zou zijn overgelegd, wegens het ontbreken van de beredeneerde verklaring niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
De beslissing:
de rechtbank:
verklaart [x] niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Gewezen door mr. A.R. van der Winkel, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 20 oktober 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.