ECLI:NL:RBALM:2010:BL0607

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
26 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108156 / KG ZA 09-401
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Van Houten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over het parkeren van scootmobiels in gemeenschappelijke ruimtes van een appartementencomplex

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Woningstichting de Woonplaats en twee huurders van een appartementswoning. De gedaagden, beiden op leeftijd en afhankelijk van scootmobiels, parkeerden deze in strijd met het huishoudelijk reglement in de gemeenschappelijke ruimtes van het appartementencomplex. De eiseres vorderde dat de gedaagden geen eigen zaken, waaronder hun scootmobiels, meer in deze ruimtes mochten plaatsen, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden in strijd met het huishoudelijk reglement handelden en dat hun fysieke beperkingen hen niet ontsloegen van de verantwoordelijkheid om de reglementen na te leven. De rechter wees de vordering van de eiseres toe en legde een dwangsom op van € 150,00 per overtreding per scootmobiel, met een maximum van € 3.000,00. Tevens werd eiseres gemachtigd om de scootmobiels te verwijderen indien gedaagden in strijd met het gebod handelden. De kosten van het geding werden aan gedaagden opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 108156 / KG ZA 09-401
datum vonnis: 26 januari 2010 (w)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
De Stichting Woningstichting de Woonplaats,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede,
tegen
1. X, en
2. Y,
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden.
Het procesverloop
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 19 januari 2010.
Ter zitting zijn verschenen: mw. L. , werkzaam bij eiseres, vergezeld door mr. Leijssen en de heer Z, zoon van gedaagden en door hen gemachtigd. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast.
- Bij huurovereenkomst van 15 mei 2007 hebben gedaagden van eiseres gehuurd de appartementswoning aan de [woonadres] te [woonplaats];
- Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van eiseres van toepassing en blijkens deze voorwaarden is het huishoudelijk reglement van toepassing verklaard;
- Beide gedaagden hebben de beschikking over een scootmobiel.
2. Eiseres stelt dat gedaagden, in strijd met het huishoudelijk reglement, hun scootmobiels in de gemeenschappelijke ruimtes parkeren. In dat reglement is onder andere bepaald dat fietsen en andere tweewielige voertuigen uitsluitend mogen worden geplaatst in de daarvoor bestemde fietsenberging of stallingen. De bewoners mogen als zij slecht ter been zijn bij hoge uitzondering gebruik maken van de lift voor het “verticaal transport” van de fiets. Voor zover noodzakelijk mag ook met scootmobiels van de lift gebruik gemaakt worden. Verder is bepaald dat zich in de gemeenschappelijke ruimtes geen privégoederen van de bewoners mogen bevinden. Het in de gemeenschappelijke ruimtes parkeren van de scootmobiels is ook gevaarlijk met het oog op brandgevaar en de toegankelijkheid van de ruimtes. In de parkeerruimte van het complex bevindt zich bovendien een geschikte ruimte om de scootmobiels te parkeren en er bestaat ook nog de mogelijkheid tot parkeren in de eigen berging of desnoods in de woning. Gedaagden zijn door eiseres herhaaldelijk gewezen op hun verplichtingen, maar zij volgen de gegeven aanwijzingen om hun scootmobiels niet te stallen in de hal of galerij niet op. Opgelegde boetes hebben gedaagden evenmin bewogen om hun scootmobiels niet in de gemeenschappelijke ruimtes te plaatsen. Gelet daarop vordert eiseres – kort gezegd – om gedaagden te gebieden geen eigen zaken, met name hun scootmobiels, meer in de gemeenschappelijke ruimten te parkeren zulks op straffe van een dwangsom, met veroordeling van gedaagden in de kosten. Daarnaast vordert eiseres haar te machtigen de scootmobiels te verwijderen voor zover gedaagden handelen in strijd met voornoemd gebod.
3. Namens gedaagden is verweer gevoerd. Dat de algemene voorwaarden en het huishoudelijk reglement op de huurovereenkomst van toepassing zijn wordt niet betwist. Gedaagden zijn op leeftijd en vanwege hun fysieke gesteldheid afhankelijk van de scootmobiels. Eiseres heeft in de parkeergarage van het complex wel een plek gecreëerd waar de scootmobiels geparkeerd kunnen worden, maar deze plek is voor het aantal in het complex aanwezige scootmobiels te klein. Deze biedt namelijk ruimte voor maar twee scootmobiels en naast gedaagden maken nog twee andere bewoners gebruik van een scootmobiel. Gedaagden zijn, gelet op hun leeftijd, ook niet vaardig genoeg in de besturing van hun scootmobiels om deze op de parkeerplaats en naast de twee andere scootmobiels te parkeren. Het uitzetten van de scootmobiel om deze vervolgens te parkeren is, gelet het gewicht van een scootmobiel en de fysieke beperkingen van gedaagden, evenmin een optie. Zij zouden daarbij hulp moeten hebben. Inmiddels wordt één van de scootmobiels wel in de eigen berging geparkeerd, maar het daarin plaatsen van de tweede scootmobiel stuit op dezelfde problemen, als het gebruik van de parkeerplaats. De vaardigheid in het besturen van de scootmobiels speelt gedaagden ook parten indien de tweede scootmobiel dan maar in de woning gestald zouden moeten worden. Bovendien kan een scootmobiel maar net door het kozijn van de buitendeur.
4. De spoedeisendheid is niet betwist. De voorzieningenrechter komt dan ook toe aan een materiële beoordeling van het onderhavige geschil.
5. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Gedaagden hebben erkend dat op de onderhavige huurovereenkomst de algemene voorwaarden van eiseres en het huishoudelijk reglement van toepassing zijn. Daarmee zijn zij gehouden de reglementen na te leven. In de reglementen is onder andere bepaald dat zich in de gemeenschappelijke ruimtes geen privégoederen van bewoners mogen bevinden. Gedaagden parkeren hun scootmobiels echter in de gemeenschappelijke ruimtes en volgen aanwijzingen om aldaar niet te parkeren niet op. Daarmee handelen zij in strijd met het huishoudelijk reglement en aldus schieten zij toerekenbaar tekort in de nakoming van de huurovereenkomst. Dat gedaagden worden gehinderd door fysieke beperkingen doet daar niet aan af: zoals alle huurders in het gebouw zijn zij eerst en vooral zelf verantwoordelijk voor het stallen van hun vervoersmiddelen Daar komt bij dat er geen noodzaak bestaat om de scootmobiels in de gemeenschappelijke ruimtes te parkeren. Eiseres heeft immers in de parkeergarage een parkeerplaats gecreëerd voor scootmobiels. De voorzieningenrechter acht voorshands aannemelijk dat op deze parkeerplaats voldoende ruimte is om minstens één van de scootmobiels van gedaagden te parkeren. Voorts kan er daarnaast nog geparkeerd worden in de eigen berging of zonodig in het woonhuis. Gelet op het voorgaande is de vordering van eiseres voor toewijzing vatbaar. Hetgeen overigens naar voren is gebracht behoeft geen verdere bespreking.
6. Eiseres heeft aan de gevorderde dwangsom geen maximum gekoppeld. De voorzieningenrechter acht een dwangsom van € 150,00 per overtreding per scootmobiel met een maximum van in totaal € 3.000,00 redelijk.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Gebiedt gedaagden geen eigen zaken meer in de gemeenschappelijke ruimtes, zoals hal en andere verkeersruimtes, van het appartementsgebouw aan de [woonadres] te [woonplaats] te zetten, met name om daar hun scootmobiels niet te plaatsen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 150,00 voor elke gehele of gedeeltelijke overtreding daarvan per scootmobiel voor elke dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van in totaal € 3.000,00.
II. Machtigt eiseres om de scootmobiels van gedaagden te verwijderen, voor zover gedaagden handelen in strijd met voornoemd gebod.
III. Veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 349,92 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat.
IV. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
V. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Van Houten, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.