ECLI:NL:RBALM:2010:BL8311
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Moes
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een vennootschap onder firma en benoeming van een vereffenaar
In deze zaak verzoekt W. de rechtbank om te verklaren voor recht dat de vennootschap onder firma (vp) v.o.f. per 23 maart 2009 is ontbonden, dat de gegevens in het handelsregister onrechtmatig zijn, en om een vereffenaar te benoemen. W. is per 23 maart 2009 uitgetreden als vennoot, wat volgens hem leidt tot de ontbinding van de vennootschap. D. heeft echter op 30 maart 2009 zijn zoon als vennoot ingeschreven, wat W. als onrechtmatig beschouwt. D. verzet zich tegen het verzoek van W. en stelt dat er geen juridische opzegging heeft plaatsgevonden en dat W. niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoeken.
De rechtbank overweegt dat een verklaring voor recht kan worden gegeven in een verzoekschriftprocedure, mits deze binnen de grenzen van de wetsbepaling blijft. De rechtbank stelt vast dat de vennootschap onder firma een maatschap is en dat de uitschrijving van W. uit het handelsregister niet automatisch leidt tot een ontbinding. De rechtbank concludeert dat de vennootschap als ontbonden moet worden beschouwd, omdat D. op de hoogte was van W.'s intentie om de vennootschap te verlaten.
De rechtbank wijst het verzoek van W. om benoeming van een vereffenaar af, omdat partijen niet in staat zijn gezamenlijk tot een vereffening te komen. De rechtbank compenseert de proceskosten, aangezien beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld. De beschikking verklaart voor recht dat de vennootschap onder firma (vp) v.o.f. met ingang van 30 maart 2009 is ontbonden en wijst het meer of anders verzochte af.