ECLI:NL:RBALM:2010:BL9515

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
30 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108649 / KG ZA 10-18
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking bij verkoop gezamenlijke woning in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, die samen met gedaagde eigenaar is van een gezamenlijke woning, gevorderd dat gedaagde medewerking verleent aan de verkoop van deze woning. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo heeft op 30 maart 2010 uitspraak gedaan in kort geding. Eiseres heeft gesteld dat de affectieve relatie met gedaagde in maart 2009 is beëindigd en dat er geen samenlevingsovereenkomst of andere regeling is getroffen. Eiseres woont momenteel in een huurwoning en kan de hypothecaire lasten van de gezamenlijke woning niet meer voldoen, terwijl gedaagde niet bijdraagt aan deze lasten. Eiseres heeft Makelaarskantoor Mols benaderd om de woning te verkopen, maar gedaagde weigert de verkoopopdracht te verstrekken.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen en dat de door eiseres gestelde feiten als vaststaand moeten worden aangenomen. Eiseres heeft voldoende spoedeisend belang aangetoond bij haar vorderingen, aangezien zij de hypothecaire lasten niet langer kan voldoen en er een achterstand is ontstaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen, met uitzondering van de gevorderde dwangsommen, omdat eiseres geen belang meer heeft bij nakoming door gedaagde zelf.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat aan eiseres het uitsluitend gebruik van de gezamenlijke woning wordt toegekend totdat deze is verkocht en geleverd aan een derde. Gedaagde is veroordeeld om binnen een week de verkoopopdracht aan Makelaarskantoor Mols te verstrekken en eiseres is gemachtigd om dit namens gedaagde te doen indien gedaagde weigert. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot het verlenen van medewerking aan de verkoop en levering van de woning, en tot het betalen van een bedrag van € 373,96 per maand aan eiseres voor de vaste lasten. Gedaagde is ook veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 108649 / KG ZA 10-18
datum vonnis: 30 maart 2010 (ps)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat: mr. E. Nijhoff,
tegen
[gedaagde],
waarvan thans geen woon- of verblijfplaats bekend is,
gedaagde,
niet verschenen.
Het procesverloop
Gedaagde is te dienende dage niet in rechte verschenen, waarna tegen hem verstek is verleend.
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 23 maart 2010. Ter zitting zijn verschenen: eiseres vergezeld van mr. Nijhoff.
De vordering is toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
2.1 Eiseres heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. te bepalen dat aan eiseres het uitsluitend gebruik van de gezamenlijke woning staande en gelegen aan de [adres] (verder: de gezamenlijke woning) wordt toegekend totdat de gezamenlijke woning is verkocht en geleverd aan een derde;
b. gedaagde te veroordelen om binnen één week na betekening van het vonnis aan Makelaarskantoor Mols, gevestigd te Almelo aan de Prinsenstraat 102 de verkoopopdracht te verstrekken terzake de verkoop van de gezamenlijke woning, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad € 500,-- per dag –gedeelte van een dag te zien als een dag- indien gedaagde weigerachtig is te voldoen aan het vonnis, met machtiging aan eiseres om namens gedaagde de opdracht te verstrekken aan Makelaarskantoor Mols na ommekomst van één week na betekening van het vonnis, indien gedaagde weigerachtig is aan dit onderdeel van het vonnis te voldoen;
c. gedaagde te veroordelen mede te werken aan verkoop en levering aan de meest biedende op de gezamenlijke woning, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad € 500,-- per dag –een gedeelte van een dag te zien als een dag- indien gedaagde weigerachtig is te voldoen aan het vonnis, alsmede te bepalen dat het vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot ondertekening door gedaagde van de koopovereenkomst, alsmede tot het notarieel transport van de gezamenlijke woning als bedoeld in artikel 3:300 e.v. BW indien gedaagde weigerachtig is aan dit onderdeel van het vonnis te voldoen;
d. gedaagde te veroordelen om maandelijks bij vooruitbetaling een bedrag ad € 373,96 te voldoen en te blijven voldoen aan eiseres door bijschrijving op haar bankrekening teneinde de vaste lasten te kunnen blijven voldoen totdat de gezamenlijke woning is verkocht en geleverd aan een derde;
e. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.2 Eiseres heeft daartoe -kort weergegeven en voor zover relevant- gesteld dat partijen een affectieve relatie hebben gehad, dat deze omstreeks maart 2009 definitief is beëindigd en dat partijen geen samenlevingsovereenkomst of andere regeling in vermogensrechtelijke zin hebben getroffen. Partijen hebben gedurende hun relatie in de gezamenlijke woning gewoond, welke woning gezamenlijk eigendom is van partijen.
2.3 De tussen partijen ontstane beperkte gemeenschap is nog niet verdeeld, ondanks meerdere verzoeken van eiseres daaromtrent. Eiseres is voornemens op korte termijn een boedelscheidingsprocedure aanhangig te maken. Onderdeel van deze gemeenschap betreft de gezamenlijke woning alsmede de hypothecaire geldlening ad € 97.000,--, welke overeenkomst van geldlening is afgesloten bij Obvion en welke hypotheek rust op de gezamenlijke woning.
2.4 Gedaagde draagt niet bij in de hypothecaire lasten van de woning. Eiseres woont, in verband met ernstige bedreigingen door gedaagde, in een huurwoning en is niet in staat de hypothecaire lasten volledig te voldoen. Thans is een achterstand van twee maanden ontstaan. De hypotheekverstrekker zal de uitkomst van de onderhavige kort gedingprocedure nog afwachten alvorens maatregelen te nemen.
2.5 Partijen zijn beide niet in staat om de woning en de hypotheek volledig op eigen naam te krijgen, zodat de gezamenlijke woning zo snel mogelijk dient te worden verkocht. Eiseres heeft daartoe Makelaarskantoor Mols benaderd en verzocht de verkoopopdracht te accepteren. Makelaarskantoor Mols heeft zich op het standpunt gesteld dat zij een opdracht nodig heeft van zowel eiseres als gedaagde. Gedaagde weigert echter een opdracht te verstrekken aan Makelaarskantoor Mols.
2.6 Eiseres heeft gesteld dat de maandelijkse hypotheekrente € 470,92 bedraagt, dat gedaagde thans een belastingteruggave van € 125,-- per maand ontvangt en dat aan de hypothecaire geldlening een levensverzekering is gekoppeld waarvoor partijen maandelijks
€ 76,-- dienen te voldoen. Zij heeft aansluitend gevorderd dat gedaagde de helft van de maandelijkse hypotheekrente ad € 172,96, de maandelijkse belastingteruggave ad € 125,--, alsmede de kosten van de levensverzekering ad € 76,--, welke op zijn naam staat, aan eiseres dient te voldoen, zodat gedaagde in totaal € 373,96 per maand dient te voldoen totdat de gezamenlijke woning is verkocht.
3.1. Nu gedaagde niet ter zitting is verschenen moeten de door eiseres gestelde feiten en omstandigheden, zoals hiervoor weergegeven, als vaststaand worden aangenomen.
4.1. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiseres thans voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij de onderhavige vorderingen. Eiseres heeft aangetoond dat zij de hypothecaire lasten van de gezamenlijke woning niet langer kan voldoen. Tot twee maanden geleden voldeed de moeder van eiseres de hypothecaire lasten, doch deze is hier niet langer toe bereid. De hypotheekverstrekker heeft eiseres aangezegd de uitkomst van de onderhavige procedure af te wachten alvorens maatregelen te nemen. Nu gedaagde ook verder het spoedeisend belang van eiseres niet heeft betwist, zal de voorzieningenrechter over gaan tot de materiële beoordeling.
4.2 De vorderingen komen onrechtmatig noch ongegrond voor en kunnen daarom worden toegewezen, behoudens het navolgende.
4.3 Doel van een dwangsom is om de schuldenaar een prikkel te geven om over te gaan tot (tijdige) nakoming van de veroordeling.
Eiseres heeft gevorderd gedaagde te veroordelen binnen een week na betekening van het vonnis de verkoopopdracht te verstrekken, op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad € 500,-- per dag indien gedaagde weigerachtig is te voldoen aan het vonnis, alsmede een machtiging aan eiseres te verstrekken om namens gedaagde de opdracht te verstrekken na ommekomst van één week na betekening van het vonnis, indien gedaagde weigerachtig is aan dit onderdeel van het vonnis te voldoen. Op het moment dat gedaagde dwangsommen verbeurd zou raken, zou eiseres reeds gemachtigd zijn om zelf de opdracht te verstrekken. Bij nakoming door gedaagde zelf heeft eiseres op dat moment zodoende geen belang meer. De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsommen derhalve afwijzen.
Ter zake de medewerking aan de verkoop en levering van de gezamenlijke woning heeft eiseres eveneens gevorderd dat gedaagde dwangsommen zal verbeuren, indien hij weigerachtig is medewerking te verlenen, alsmede te bepalen dat het vonnis conform artikel 3:300 e.v. BW in de plaats treedt van genoemde aktes. Op het moment dat gedaagde dwangsommen zou gaan verbeuren, treedt het onderhavige vonnis conform artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats van de in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot ondertekening door gedaagde van de koopovereenkomst, alsmede tot het notarieel transport van de gezamenlijke woning. Van belang bij nakoming van de veroordeling door gedaagde zelf is op dat moment geen sprake meer. De voorzieningenrechter zal derhalve ook deze gevorderde dwangsommen afwijzen.
4.4 Gedaagde zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. bepaalt dat aan eiseres het uitsluitend gebruik van de woning staande en gelegen aan de [adres] wordt toegekend totdat deze woning is verkocht en geleverd aan een derde.
II. veroordeelt gedaagde om binnen één week na betekening van het vonnis aan Makelaarskantoor Mols, gevestigd te Almelo aan de Prinsenstraat 102 de verkoopopdracht te verstrekken ter zake de verkoop van voornoemde woning.
III. machtigt eiseres om, indien gedaagde weigerachtig is aan hetgeen onder II. bepaald te voldoen, namens gedaagde ter zake voornoemde woning de verkoopopdracht te verstrekken aan Makelaarskantoor Mols.
IV. veroordeelt gedaagde tot het verlenen van medewerking aan de verkoop en levering aan de meest biedende op voornoemde woning.
V. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van een in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot ondertekening door gedaagde van de koopovereenkomst, alsmede tot het notarieel transport van voornoemde woning, indien gedaagde weigerachtig is aan hetgeen onder IV. is bepaald te voldoen.
VI. veroordeelt gedaagde om maandelijks bij vooruitbetaling een bedrag ad € 373,96 te voldoen en te blijven voldoen aan eiseres door bijschrijving op haar teneinde de vaste lasten te kunnen blijven voldoen totdat de gezamenlijke woning is verkocht en geleverd aan een derde.
VII. veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 350,93 aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat, waarvan op de voet van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te betalen aan de griffier van dit gerecht:
€ 87,93 aan explootkosten
€ 197,25 aan in debet gesteld griffierecht
€ 527,-- aan het salaris van de advocaat
aan de advocaat van eiseres
€ 65,75 aan niet in debet gesteld griffierecht
VIII. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IX. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 maart 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.