ECLI:NL:RBALM:2010:BL9883
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over schorsing van een verstekvonnis in kort geding
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 3 februari 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiser], en een gedaagde, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een executiegeschil waarbij [eiser] verzocht om schorsing van de executie van een verstekvonnis dat op 6 oktober 2009 was uitgesproken. Dit verstekvonnis verplichtte [eiser] tot betaling van een schadevergoeding aan [gedaagde] ter hoogte van € 34.060,32 bruto, wegens niet betaalde pensioenpremies, vermeerderd met wettelijke rente.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 26 januari 2010, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. [Eiser] voerde aan dat de executie van het verstekvonnis zou leiden tot een noodtoestand, aangezien zij in een slechte financiële situatie verkeert en niet in staat is een bankgarantie te verstrekken. [Gedaagde] voerde daarentegen aan dat het verzet van [eiser] tegen het verstekvonnis niet tijdig was en dat er geen grond was voor schorsing van de executie.
De voorzieningenrechter overwoog dat schorsing van de executie alleen mogelijk is als er sprake is van een juridische of feitelijke misslag in het vonnis of als er nieuwe feiten zijn die een noodtoestand voor [eiser] zouden creëren. De rechter concludeerde dat er geen voldoende onderbouwing was voor de stelling van [eiser] dat de executie haar bedrijfsvoering zou bedreigen. De vordering van [eiser] werd dan ook afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 680,- werden begroot.