ECLI:NL:RBALM:2010:BM0964

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
6 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
109997 / KG ZA 10-7
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van een auto met betrekking tot een ingeroepen retentierecht

In deze zaak heeft Hertz Automobielen Nederland B.V. een kort geding aangespannen tegen een burgerlijke maatschap, hierna aangeduid als [gedaagde], met als doel de afgifte van een Fiat Bravo met kenteken 83-HXR-9 te vorderen. De auto was verhuurd aan een autobedrijf, dat de auto in bruikleen had gegeven aan een derde, die de auto op het terrein van [gedaagde] had geparkeerd. Toen de derde de auto wilde ophalen, bleek deze verdwenen. Hertz heeft [gedaagde] verzocht de auto terug te geven, maar [gedaagde] heeft een retentierecht ingeroepen en geweigerd de auto af te geven.

De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 29 maart 2010, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Hertz heeft gesteld dat zij de eigenaar van de auto is, terwijl [gedaagde] betwist dat Hertz rechthebbende is en stelt dat de auto eigendom is van mevrouw [B]. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de informatie van partijen summier is, maar op basis van de beschikbare gegevens heeft hij geoordeeld dat Hertz voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij rechthebbende is op de auto.

De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vraag behandeld of [gedaagde] het retentierecht kan inroepen. Hij heeft geconcludeerd dat er onvoldoende samenhang is tussen de vordering van [gedaagde] en de verbintenis tot afgifte van de auto. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet bevoegd is om het retentierecht in te roepen, omdat niet is aangetoond dat [B] rechthebbende is op de auto. Daarom heeft de voorzieningenrechter de vordering van Hertz toegewezen en [gedaagde] veroordeeld om de auto binnen één dag na betekening van het vonnis af te geven, op straffe van een dwangsom. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Hertz.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 109997 / KG ZA 10-70
datum vonnis: 6 april 2010 (gg)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hertz Automobielen Nederland B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres,
verder te noemen Hertz,
advocaat: mr. L.J. Speijdel,
tegen
de burgerlijke maatschap
gevestigd te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. K.J. Coenen.
Het procesverloop
Hertz heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 29 maart 2010. Ter zitting zijn verschenen:
mr. Speijdel namens Hertz en mr. Coenen namens [gedaagde].
Voor deze zitting hebben partijen een aantal producties in het geding gebracht.
De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
Het geschil
1. Hertz vordert - kort weergegeven - [gedaagde] te bevelen om na te noemen Fiat binnen één dag na betekening van dit vonnis aan haar af te geven op straffe van verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2. Hertz stelt daartoe het volgende. Zij is door koop eigenaar van de auto, merk Fiat, type Bravo met kenteken 83-HXR-9, hierna te noemen de Fiat. Het kenteken staat op naam van haar enig aandeelhouder “Stuurgroep Holland B.V.”. De Fiat wordt in de verhuur ingezet. Via het agentschap van Hertz in Enschede is de Fiat verhuurd aan het autobedrijf “Autoservice Stepelo B.V.” te Haaksbergen. Stepelo heeft de Fiat aan de heer [A], voor de duur dat zijn auto werd gerepareerd, in bruikleen gegeven. [A] heeft de Fiat op het perceel van [gedaagde] geparkeerd. Toen hij de volgende dag de Fiat wilde ophalen, was de Fiat verdwenen. Hertz heeft [gedaagde] om teruggave van de Fiat verzocht, maar [gedaagde] weigert dit en stelt een retentierecht te hebben. Hertz bestrijdt dat uitdrukkelijk.
3. [gedaagde] voert verweer. Zij is van mening dat Hertz niet - althans in onvoldoende mate - heeft aangetoond dat zij eigenaar c.q. rechthebbende van de Fiat is. Volgens [gedaagde] is de auto eigendom van mevrouw [B], die tot voor kort een Hertzvestiging in Enschede exploiteerde. [B] heeft de auto steeds in haar bezit gehad en voor zichzelf gebruikt. Volgens [gedaagde] wonen [B] en [A] samen en heeft [A] tevens een affectieve relatie met de heer [C] [gedaagde] heeft een vordering op [B] terzake een huurschuld voor het stallen van de paarden van [B] Terwijl [gedaagde] op de paarden van [B] een retentierecht uitoefende, heeft [B] met de heren [A] en [C], zonder haar toestemming, de paarden uit haar stallen gehaald en hebben zij de auto achtergelaten bij [gedaagde]. Tenslotte heeft Hertz geen spoedeisend belang bij haar vordering.
De beoordeling en de motivering van de beslissing
4. De voorzieningenrechter acht voor Hertz in de gestelde inbreuk op haar eigendomsrecht, voldoende spoedeisend belang gelegen bij de gevorderde voorzieningen.
5. De informatie die de voorzieningenrechter in de onderhavige procedure van partijen heeft verkregen is uiterst summier. Op basis van die informatie is hij voorshands van oordeel dat Hertz voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de rechthebbende is op de auto. Hertz heeft de koopprijs met betrekking tot de auto voldaan en het kenteken staat op naam van haar enig aandeelhouder Stuurgroep Holland B.V. Als rechthebbende op de auto kan Hertz deze in beginsel opvorderen.
6. Thans is het de vraag of [gedaagde] de auto onder zich kan houden door ten opzichte van Hertz een beroep te doen op het retentierecht in verband met de nog onbetaalde huurpenningen door [B]
7. Retentierecht is de bevoegdheid die aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan. De schuldeiser kan het retentierecht ook inroepen tegen derden met een ouder recht, indien zijn vordering voortspruit uit een overeenkomst die de schuldenaar bevoegd was met betrekking tot de zaak aan te gaan, of indien hij geen reden had om aan de bevoegdheid van de schuldenaar te twijfelen. De vordering van de schuldeiser waarvoor wordt opgeschort moet in beginsel opeisbaar zijn.
8. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan op grond van de aanwezige geringe gegevens niet geconcludeerd worden dat [gedaagde] bevoegd is een retentierecht met betrekking tot de auto in te roepen. Van voldoende samenhang tussen de vordering van [gedaagde] en de verbintenis tot afgifte van de auto is niet gebleken. Bovendien is ook niet gebleken dat [B] rechthebbende is op of gebruiker is van de Fiat. [gedaagde] stelt weliswaar dat [B] eigenaar of gebruiker is van de Fiat, hetgeen door Hertz uitdrukkelijk wordt betwist, maar laat volstrekt na deze stelling te onderbouwen.
9. Gelet op het vorenstaande wordt de door Hertz gevorderde voorziening toegewezen, met inachtneming van het navolgende. De gevorderde dwangsom zal de voorzieningenrechter matigen tot € 250,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagde] nalaat aan dit vonnis te voldoen met een maximum van € 20.000,--.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt [gedaagde] om de Fiat met kenteken 83-HXR-9 binnen één dag na rechtsgeldige betekening van dit vonnis aan Hertz of aan een door Hertz aan te wijzen persoon af te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagde] nalaat om aan dit vonnis te voldoen, tot een maximum van € 20.000,--.
II. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Hertz begroot op € 336,89 aan verschotten en € 816,-- aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2010, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Witkop, griffier.