RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 99306 ha za 09 - 67
datum vonnis: 21 april 2010 (az)
Vonnis van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Installatiebedrijf Velo - van der Bij B.V.,
gevestigd te Enschede,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
verder te noemen Velo,
advocaat: mr. A.C. Huisman,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Procede Vastgoed B.V.,
gevestigd te Enschede,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
verder te noemen Procede,
advocaat: mr. J. Schutrups.
Bij vonnis van 25 maart 2009 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast. Nadien heeft Velo een akte houdende wijziging van eis in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie genomen. Vervolgens vond de comparitie plaats. Partijen zijn ter comparitie niet tot overeenstemming gekomen, waarna zij in conventie en in reconventie hebben gerepliceerd en gedupliceerd. Vonnis is, na te zijn aangehouden, bepaald op heden.
De overwegingen, in conventie en reconventie
1.
De rechtbank neemt over hetgeen zij heeft overwogen en beslist in het vonnis van
25 maart 2009.
Velo vordert na de wijziging van eis betaling van € 410.028,84, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 369.124,79 vanaf 15 mei 2009 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Procede in de kosten van het geding. Procede heeft geen bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis. De rechtbank zal uitgaan van de gewijzigde eis.
3.1
Partijen kwamen op 20 december 2007 met elkaar overeen dat Velo in opdracht en voor rekening van Procede werkzaamheden zou uitvoeren aan het pand [adres en woonplaats]
De offerte van Velo d.d. 20 december 2007 is door Procede voor akkoord getekend. In dit stuk, hierna ook aan te duiden als de overeenkomst, is vermeld dat de werkzaamheden het navolgende omvatten:
• Airconditioning, Verwarming en Ventilatie (Lucht/klimaatbehandeling)
• Loodgieters werkzaamheden
• Elektra werkzaamheden.
In de overeenkomst is onder de hierboven vermelde kopjes een korte nadere aanduiding opgenomen van de te verrichten werkzaamheden.
Voorts is in de overeenkomst voor die werkzaamheden een richtprijs gegeven (€ 700.000,--) en zijn betalingstermijnen vermeld (25% bij de opdracht, drie tussenliggende termijnen op basis van voortgang en 15% bij oplevering).
Tenslotte is vermeld dat het vermelde exclusief BTW is en exclusief diverse met name genoemde werkzaamheden en voorzieningen.
Velo heeft samen met de overeenkomst e-mailberichten van Velo en Procede overgelegd
d.d. 19 en 20 december 2007, alsmede een lijstje en drie tekeningen van architectenbureau [naam]
Procede heeft overgelegd het Investeringsvoorstel van [naam bedrijf](hierna naam) d.d. 7 december 2007 met een bijbehorende ‘Werkomschrijving aanpassingen werktuigbouwkundig en elektrotechnisch’, versie 0 07 december 2007.
3.2
Partijen verschillen van mening over wat tussen hen is overeengekomen.
Velo stelt dat (alleen) de elektrawerkzaamheden dienden te worden uitgevoerd conform de omschrijving en tekeningen van [naam] en dat de overige werkzaamheden substantieel goedkoper moesten worden uitgevoerd dan de geoffreerde prijzen van [naam].
Procede stelt dat is overeengekomen dat de werktuigbouwkundige en elektrotechnische werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de functionaliteiten zoals aangeboden door [naam].
Uit hetgeen partijen hebben gesteld en uit de door hen overgelegde producties volgt dat er sprake is geweest van divers meer- en minderwerk, maar over de omvang daarvan bestaat onduidelijkheid.
3.3
Velo heeft aangevoerd dat op de overeenkomst van 20 december 2007 de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB ’92) van toepassing zijn. Procede heeft die toepasselijkheid betwist en subsidiair de vernietigbaarheid ervan ingeroepen.
3.4
Ook over het overeengekomen tijdstip van oplevering door Velo lopen de visies van partijen uiteen. Procede stelt dat 20 juni 2008 is overeengekomen als opleveringsdatum.
Velo betwist zulks en voert aan dat Procede het wenselijk achtte dat het werk op
20 juni 2008 zou worden opgeleverd, maar dat 20 juni 2008 niet als opleveringsdatum is overeengekomen.
4. Betrokken andere partijen.
Procede heeft in het kader van de bouwbegeleiding de heer D. van INEX Bouwbeheer (hierna: D.) ingeschakeld.
Procede heeft de heer Van der G. van EMRA Solutions BV (hierna: Van der G.) belast met het begeleiden van de installatiewerkzaamheden.
Ing. H.J. de R.van Beerze Installatie Advies heeft een opnamelijst gemaakt van de elektrotechnische en werktuigkundige installaties;
EnergieQ LVC B.V. heeft in opdracht van Otterman Techniek B.V. een inspectierapport opgemaakt.
Velo heeft aan Procede als volgt gefactureerd (alle bedragen inclusief BTW):
a. 31-12-2007 1e termijn (25% bij opdracht) € 208.250,--
b. 04-04-2008 2e termijn (30% bij start werk) € 249.900,--
c. 29-05-2008 3e termijn (30%) € 249.900,--
d. 04-04-2008 sloopwerkzaamheden t/m 7-5 € 77.075,15
e. 14-07-2008 diverse extra werkzaamheden € 16.801,61
f. 20-10-2008 divers meer- en minderwerk € 37.729,64
g. 09-03-2009 divers meer- en minderwerk € 16.443,54 +
€ 856.099,94
Procede heeft aan Velo betaald in mindering op
- factuur a. € 160.000,--
- factuur b. € 249.900,--
- factuur d. € 77.075,15 +
€ 486.975,15 -/-
onbetaald gebleven gefactureerde bedragen € 369.124,79.
De facturen a. t/m g. zijn in het geding gebracht. Procede heeft niet betwist deze facturen te hebben ontvangen.
Tussen partijen staat vast dat Procede € 486.975,15 heeft betaald. (Procede stelt € 409.222,81 te hebben betaald, doch noemt daarmee het bedrag exclusief BTW. Inclusief BTW betreft het € 486.975,15.)
6.1
In de brief van 28 mei 2008 aan Velo heeft D. zich namens Procede beroepen op een opschortingsrecht. Die brief begint aldus:
Van Procede Group BV te Enschede heeft u opdracht gekregen om installatiewerkzaamheden voor het pand aan de[adres en woonplaats] uit te voeren (…). Zowel jullie aanbieding als de opdracht is gebasserd op de installatie beschrijving van de firma [naam]
Vervolgens uit D. in deze brief zorgen over de werking van de luchtbehandelings-installatie.
D. vervolgt zijn brief aldus:
Wij willen u nadrukkelijk wijzen op uw verantwoordelijkheden in dezen. Uw onderneming is volledig aansprakelijk voor de werking en uitvoering van de gehele installatie.
Daarnaast willen wij u er op wijzen dat er onvoldoende gedaan wordt om de planning, die herhaaldelijk door jullie is goedgekeurd, te halen. Daarbij noem ik specifiek de levertijd van de WTW-unit en het nader uitwerken van het systeem. Ook op overige vragen die betrekking hebben op de planning blijven antwoorden uwerzijds structureel uit.
Ten overvloede wijs ik u er nogmaals op dat 20 juni 2008 de contractuele deadline is en dat dan de gehele installatie werkend dient te worden opgeleverd.
In verband met bovenstaande zijn wij genoodzaakt u mede te delen dat het resterende bedrag van de eerste factuur te waarde van € 48.250,00 vooralsnog niet voor betaling wordt vrijgegeven. Pas nadat bovenstaande naar volle tevredenheid is uitgevoerd zal dit bedrag overgemaakt worden.
Uit de stellingen van partijen volgt dat D. ten onrechte schrijft dat Velo opdracht
heeft gekregen van Procede Group BV en dat daarvoor gelezen moet worden Procede Vastgoed BV.
6.2
Velo reageerde bij e-mailbericht van 30 mei 2008 op bovenvermelde brief van D.
Velo schreef:
(…); ons werk en status van de bij opdracht verkregen werkzaamheden lopen op schema en zullen op 20 juni gereed zijn. Echter, de werkzaamheden voor het laboratorium zullen waarschijnlijk niet gehaald worden. Aangezien daarvoor nog geen duidelijke prijsvorming ten grondslag ligt. Dit was nl. niet door ons meegenomen in de eerste prijsvorming en zou in eerste instantie worden uitgevoerd door een ander bedrijf. (…)
Velo vervolgt met de mededeling bij Van der G.(EMRA) een prijsaanvraag te hebben gedaan voor de engineering van een luchtbehandelingssysteem en dat deze offerte aan D. zal worden toegestuurd en bij opdracht zal worden uitgevoerd.
Vervolgens zal, zo vervolgt het bericht, Velo een offerte afgeven om deze werkzaamheden uit te voeren volgens het bij opdracht nog te maken engineeringsplan van EMRA.
Het e-mailbericht vermeldt tevens dat Velo een offerte heeft afgegeven voor de stikstof- en persluchtinstallatie, dat daarvoor nog geen opdracht is ontvangen en dat hiervoor geldt dat de opleveringsdatum waarschijnlijk niet zal worden gehaald door onder andere het bestellen van materialen.
Verder wil ik je er op attenderen dat het niet vrijgeven van termijnen dus niet reëel is aangezien de werkzaamheden die door ons bij opdracht zijn besproken gewoon op schema lopen. Verwacht wordt dat dit wordt voldaan, sterker nog dit is een betaling die al in januari had moeten plaatsvinden. (…)
Ook voor een eventueel WTW-installatie in de keuken zal een meerprijs worden berekend, dus ook dit kan pas bij opdracht en duidelijke keuzes van jou over o.a. de plaats van de unit worden uitgevoerd. (…)
6.3
Op 2 juli 2008 vindt een e-mailwisseling plaats tussen D. en Velo.
D. schrijft Velo dat de betalingen zullen worden verricht “wanneer het verhaal ventilatie e.e.a. akkoord is. Het kost Procede veel geld dat de planning uit loopt.”
Velo schrijft terug dat dit betekent dat Procede bijna € 250.000,-- vasthoudt en dat dat niet de bedoeling kan zijn, omdat deze betaling los staat van het laboratorium. Velo dringt aan op betaling van minimaal € 200.000,-- binnen een week.
D. bericht daarop: “Hoe eerder je verhaal gereed hebt (zoals geëist) hoe eerder er tot betaling over gegaan wordt. (…) Dus het ligt bij jou.”
6.4
In artikel 6:262 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is een opschortingsrecht geregeld ter zake van tegenover elkaar staande verbintenissen uit een wederkerige overeenkomst.
Indien een partij haar verbintenis niet nakomt, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.
6.5
Aan de orde is thans of Procede bevoegd was de (algehele) betaling van facturen van Velo op te schorten op de grond dat Velo haar verbintenis niet nakwam.
De rechtbank is van oordeel dat Procede niet bevoegd was de op haar rustende betalingsverplichting op te schorten. Uit de onder 6.1, 6.2 en 6.3 weergegeven correspondentie volgt, dat Velo in de periode mei - juli 2008 bezig was haar verbintenis na te komen.
Uit voornoemde correspondentie volgt tevens dat partijen verschillend dachten over de omvang van de door Velo te verrichten werkzaamheden. Velo legde immers aan Procede voor dat een aantal nader omschreven werkzaamheden niet waren opgedragen.
Procede schortte op 28 mei 2008 de betaling op van een gedeelte van factuur van Velo d.d. 31 december 2007, doch voldeed evenmin de factuur van Velo d.d. 29 mei 2008 ad
€ 249.000,--.
Er was sprake van een overeenkomst van aanneming van werk. Bij e-mailbericht van
30 mei 2008 (waaruit is geciteerd in rechtsoverweging 6.2) berichtte Velo dat de werkzaamheden -uitgezonderd een aantal nader omschreven werkzaamheden- op schema liepen en op 20 juni 2008 gereed zouden zijn. Velo had het werk nog niet opgeleverd en zette de werkzaamheden voort. Omdat er geen sprake van was dat Velo niet nakwam, had Procede geen opschortingsrecht.
6.6
Dit wordt niet anders doordat Procede in een later stadium het standpunt heeft ingenomen dat de ‘stand van het werk’ een waarde vertegenwoordigt van € 459.205,83. Door Procede is een stuk overgelegd (productie 13 bij de conclusie van antwoord in conventie) met het opschrift Procede meer-/minderwerk. In dat stuk -waarop is vermeld ‘Status 1 maart 2009’- komt het bedrag ad € 459.205,83 wel voor, maar het is niet onderbouwd. Ook na de betwisting van dit bedrag door Velo heeft Procede deze waardering van de stand van het werk niet onderbouwd.
6.7
Omtrent de opleveringsdatum van 20 juni 2008 overweegt de rechtbank als volgt.
In de overeenkomst is -evenmin als in het Investeringsvoorstel van [naam]- een opleveringsdatum opgenomen.
Procede stelt dat tussen partijen is afgesproken dat het werk op 20 juni 2008 door Velo zou worden opgeleverd.
Ter onderbouwing van die stelling heeft Procede verwezen naar de e-mailwisseling tussen D.en Van der G. d.d.
• 25 april 2008.
Daarin stuurde D. de planning aan Van der G., waarop deze vroeg of hij het goed zag dat de installaties eind week 21 gereed moesten zijn. (Week 21 van 2008 liep van maandag 19 tot en met vrijdag 23 mei.) Van der G. signaleerde een groot probleem inzake de levertijden van de LBK (naar de rechtbank begrijpt: een afkorting voor luchtbehandelingskast). D. liet daarop (onder meer) weten dat Velo de planning had goedgekeurd;
• 13 mei 2008.
Die dag e-mailde D. aan Van der G. (…) We moeten ten zeerste trachten dat de werkzaamheden niet teveel uit de pas gaan lopen en met deze partij(en) heb ik er weinig vertrouwen in. Wil vrijdag van hun een duidelijke planning ontvangen;
• 21 mei 2008.
Het betreft een tweetal e-mailberichten van D. aan Van der G. D. drukte Van der G. op het hart “dat einde week 25 de basis geheel gereed moet zijn”. en vroeg om een bevestiging van alle partijen “zodat achteraf geen discussie ontstaat”. In de tweede e-mail van die dag vermeldde D. “(…) Er moet meer druk gezet worden op Velo/Technowacht/Jakon. Dit om te voorkomen dat zij ‘ lak’ hebben aan de planning en aansturing.
Deze e-mailwisseling speelde zich af tussen door Procede ingeschakelde derde partijen. Gesteld noch gebleken is dat Velo kennis heeft genomen van deze e-mailberichten. Bovendien volgt uit deze e-mails niet dat tussen Velo en Procede 20 juni 2008 als opleveringsdatum zou zijn afgesproken.
Procede heeft voorts verwezen naar een verslag d.d. 16 mei 2008. Het betreft, blijkens het opschrift, de 3e Voortgangsbespreking Installatie W&E. Van verschillende betrokken partijen, onder wie Velo en Procede, is vermeld dat zij aanwezig waren.
Boven het verslag is vermeld: “Het accent van de 3e voortgangsbespreking is om gezamenlijk vast te stellen de status van de inmiddels gerealiseerde werkzaamheden. Hier vanuit kunnen de uit(v)oerende partijen een nullijn op de planning vaststellen.”
In dit verslag is vermeld: “Planning Installaties: eindigd week 25.” (Week 25 van 2008 eindigde op 20 juni 2008.)
Tenslotte is ten deze van belang de reeds onder 6.1. en 6.2 vermelde berichten d.d.
28 en 30 mei 2008.
D. noemde daarin 20 juni 2008 als de contractuele deadline voor de gehele installatie. Velo antwoordde dat de bij opdracht verkregen werkzaamheden op 20 juni gereed zouden zijn, maar vermeldde tevens dat er ook werkzaamheden waren, waar nog geen opdracht voor was gegeven.
Uit de omstandigheden dat
• in de overeenkomst géén opleveringstermijn wordt genoemd;
• D. de planning (eerst) op 25 april 2008 aan Van der G. mailde (waarin
-kennelijk- stond vermeld dat de installaties op 23 mei 2008 gereed moesten zijn);
• D. aan Velo (eerst) bij brief van 28 mei 2008 de datum 20 juni 2008 als contractuele opleveringsdatum heeft kenbaar gemaakt, waarop
• Velo reageerde met de mededeling dat een deel van het werk op 20 juni 2008 gereed zou zijn, maar dat geen opdracht was gegeven voor een luchtbehandelingssysteem en de stikstof- en persluchtinstallatie en dat de opleveringsdatum waarschijnlijk niet zou worden gehaald;
• D. in zijn e-mailberichten aan Velo van 2 juli 2008 en 8 juli 2008 niets vermeldt over het niet hebben plaatsgevonden van een oplevering per 20 juni 2008 en
• de raadsman van Procede bij brief van 21 oktober 2008 Velo sommeert de werkzaamheden met betrekking tot de hoofdopdracht voort te zetten en vóór
1 november 2008 tot een afronding te komen inclusief opleverpunten,
leidt de rechtbank af dat Procede ten onrechte 20 juni 2008 aanmerkt als de opleveringsdatum voor ‘het werk’. Die datum valt ook niet aan te merken als ‘de voor voldoening bepaalde termijn’, zoals bedoeld in artikel 6:83 sub a. BW, die meebrengt dat het verzuim zonder ingebrekestelling intreedt als die termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen.
7.
Procede heeft van de (opeisbare) gefactureerde bedragen een bedrag ad € 369.124,79 onbetaald gelaten. Nu Velo dit bedrag in de onderhavige procedure vordert en Procede zich niet met vrucht kan beroepen op een opschortingsrecht, zal dit bedrag worden toegewezen.
De opleveringstermijn ad 15% is nog niet gefactureerd en thans niet opeisbaar, maar wordt thans ook niet gevorderd.
8.
Velo heeft € 35.744,05 aan rente, berekend tot 15 mei 2009, gevorderd en € 5.160,-- aan incassokosten. Procede heeft de rente-aanspraak niet anders betwist dan met de stelling dat zij gerechtigd was de betaling op te schorten. Tegen de incassokosten, waarvan het gevorderde bedrag in overeenstemming is met Voor-Werk II, heeft Procede geen zelfstandig verweer gevoerd. Rente en incassokosten zullen worden toegewezen.
Aldus zal worden toegewezen € 369.124,79 (hoofdsom) + € 35.744,05 (wettelijke rente tot 15 mei 2009) + € 5.160,-- (incassokosten) = € 410.028,84, vermeerderd met de wettelijke rente over € 369.124,79 vanaf 15 mei 2009 tot de dag der voldoening.
Procede zal als de in conventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Die kosten bedragen wegens verschotten € 4.855,80 (€ 4.784,-- griffierecht + € 71,80 exploit van dagvaarding) en wegens salaris advocaat € 7.740,-- (drie punten tarief VII.).
9. Vordering in reconventie.
Procede legt aan haar vordering in reconventie het navolgende ten grondslag:
Nu Velo-Van der Bij haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet nakomt,
maakt Procede aanspraak op vergoeding van de door haar geleden schade.”
(conclusie van eis in reconventie sub 32.).
10.
Artikel 6:74, eerste lid, BW bepaalt dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden. De aanspraak van Procede is gegrond op deze wetsbepaling. Genoemd artikel noemt als uitzondering op die regel de omstandigheid dat de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend (overmacht). Die omstandigheid doet zich in deze zaak niet voor.
Artikel 6:74, tweede lid, BW bepaalt dat voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, lid 1 slechts toepassing vindt met inachtneming van hetgeen is bepaald in de tweede paragraaf betreffende het verzuim van de schuldenaar.
In genoemde ‘tweede paragraaf’ (de artikelen 6:81 e.v. BW) is –voor zover thans van belang- bepaald dat -in de regel- voor het intreden van verzuim een ingebrekestelling vereist is.
Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning, waarbij de crediteur de debiteur een redelijke termijn voor de nakoming stelt. Artikel 6:83 bepaalt in welke gevallen het verzuim intreedt zonder ingebrekestelling.
11.
Procede heeft zich op het standpunt gesteld dat een ingebrekestelling niet nodig was, omdat tussen partijen is overeengekomen dat het werk op 20 juni 2008 door Velo zou worden opgeleverd. Die stellingname kan, gelet op hetgeen hierboven in rechtsoverweging 6.7 is vermeld, geen stand houden.
12.
Procede heeft aangevoerd dat haar raadsman bij brief van 21 oktober 2008 Velo heeft gesommeerd de werkzaamheden voort te zetten en vóór 1 november 2008 tot een afronding inclusief de opleverpunten te komen. De raadsman van Procede heeft Velo bij faxberichten van 11 november 2008 en 20 november 2008 nogmaals gesommeerd om tot correcte oplevering van het werk over te gaan. Aldus is Velo, zo stelt Procede, in verzuim geraakt ingevolge het in artikel 6:82, lid 1, BW bepaalde.
13.
Velo heeft betwist dat Procede haar een redelijke termijn heeft gesteld om na te komen. De rechtbank stelt vast dat de raadsman van Procede in zijn brief van 21 oktober 2008 naar voren brengt dat er een nulmeting wordt uitgevoerd. “Er zijn”, zo wordt gesteld, “op dit moment al vijf a-viertjes met gebreken, waar ook behoorlijke gebreken aan de orde zijn. (…) Separaat zult u nog melding krijgen van al deze gebreken.”
14.
Een ingebrekestelling dient niet alleen een redelijke termijn te stellen voor nakoming, doch het dient tevens duidelijk te zijn welke prestatie wordt verlangd. Verwijzing naar een later toe te sturen melding van alle gebreken, valt niet als zodanig aan te merken.
15.
Procede stelt nogmaals te hebben gesommeerd op 11 november 2008 en 20 november 2008. Die faxberichten zijn niet in het geding gebracht, maar uit de datering volgt dat Procede kennelijk wederom een andere termijn dan (laatstelijk) 1 november 20008 heeft gesteld.
16.
De rechtbank slaat tevens acht op de brief van de raadsman van Velo d.d. 23 oktober 2008, waarin Procede wordt gesommeerd uiterlijk op 28 oktober 2008 € 352.681,25 te voldoen aan Velo, bij gebreke waarvan Velo zich het recht voorbehoudt al haar werkzaamheden op te schorten totdat deze betaling is verricht.
17.
Ten slotte overweegt de rechtbank dat D. in zijn brief aan Velo van 27 november 2009 stelt: “Om bedrijfsschade zoveel als mogelijk te voorkomen zijn een groot aantal van deze zaken reeds door Procede in eigen beheer opgelost.”
18.
Velo is jegens Procede niet in verzuim geraakt en behoeft daarom de door Procede gevorderde schadebedragen niet te vergoeden. De vordering in reconventie zal worden afgewezen. Procede zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie. Die kosten bedragen wegens salaris advocaat € 7.740,-- (drie punten tarief VII.) gedeeld door twee, is € 3.870,--.
De beslissing in conventie:
I. Veroordeelt Procede om tegen deugdelijk bewijs van kwijting aan Velo te voldoen
€ 410.028,84, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 369.124,79 vanaf
15 mei 2009 tot de dag der voldoening.
II. Veroordeelt Procede in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Velo worden
begroot op € 4.855,80 wegens verschotten en € 7.740,-- wegens salaris advocaat, met
veroordeling van Procede in de wettelijke rente over de kosten veroordeling, indien en
voor zover betaling van de proceskostenveroordeling niet binnen twee weken na
betekening van dit vonnis wordt nagekomen.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
De beslissing in reconventie:
IV. Wijst af de vorderingen van Procede.
V. Veroordeelt Procede in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Velo worden
begroot op € 3.870,-- wegens salaris advocaat, met veroordeling van Procede in de
wettelijke rente over de kosten veroordeling, indien en voor zover betaling van de
proceskostenveroordeling niet binnen twee dagen na betekening van dit vonnis wordt
nagekomen.
VI. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
In conventie en in reconventie:
VII. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Zweers, Lorist en Vermeulen en is op
21 april 2010 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.