Parketnummer: 08/710936-09
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[VERDACHTE],
geboren op [1987] in [geboorteplaats],
nu verblijvende in P.I. Noord- De Grittenborgh, te Hoogeveen.
Terechtstaande -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting- terzake dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 tot 26 november 2009 te Goor in de gemeente Hof van Twente ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bedoeld/bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer pinpassen/bankpassen en/althans betaalpassen valselijk op te maken en/of te vervalsen bij een geldautomaat en/of betaalautomaat bij de Rabobank aan de Kerkstraat een of meer onderdelen van die geldautomaat heeft/hebben verwijderd en/of trachten te verwijderen en/of (vervolgens) apparatuur, waarmee gegevens van pinpassen en/of betaalpassen konden worden gekopieerd (zogenaamde skimmingsapparatuur), in en/of op en/of bij die geldautomaat heeft/hebben aangebracht en/althans heeft/hebben trachten aan te brengen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 24 tot 26 november 2009 te Goor, gemeente
Hof van Twente, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een pinautomaat/betaalautomaat bij de Rabobank op of aan de Kerkstraat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft/hebben gemaakt, door toen daar opzettelijk en wederrechtelijk de/een opzetmond en/of een of meer andere delen van die pinautomaat te verwijderen, althans te forceren;
2.
Onderdeel A:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Oldenzaal en/of Zoutkamp
en/of Zwartemeer en/of Bredevoort en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of
Almere en/of Amersfoort en/of Hoevelaken en/of (elders) in Nederland en/of in
Duitsland en/of in Groot Brittannië en/of (elders) in Europa, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van (een) valse of vervalste betaalpas(sen), waardekaart(en) of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en), (telkens) bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, als ware deze pas(sen) of kaart(en) echt en onvervalst, (telkens) bestaande het gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen daar (telkens) met die (valse en/of vervalste) betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) bij/uit een of meer geldautomaten in Oldenzaal en/of Zoutkamp en/of Zwartemeer en/of Bredevoort en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of Almere en/of Amersfoort en/of Hoevelaken en/of (elders) in Nederland en/of in Duitsland en/of in Groot Brittannië en/of (elders) in Europa een of meer geldbedragen heeft/hebben opgenomen en bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat (telkens) een of meer (blanco) passen zijn voorzien van gegevens welke middels het kopiëren van gegevens van een of meer originele/echte pinpassen/betaalpassen (skimming) zijn verkregen, in elk geval
opzettelijk zodanige betaalpas(sen) of waardekaart(en) voorhanden heeft/hebben
gehad, heeft/hebben afgeleverd, ontvangen, vervoerd, verkocht, overgedragen of zich heeft/hebben verschaft, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijnmededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die betaalpas(sen) of waardekaart(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik;
Onderdeel B
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Oldenzaal en/of Zoutkamp
en/of Zwartemeer en/of Bredevoort en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of
Almere en/of Amersfoort en/of Hoevelaken en/of (elders) in Nederland en/of in
Duitsland en/of in Groot Brittannië en/of (elders) in Europa, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bedoeld/bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer
pinpassen/bankpassen en/althans betaalpassen valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meer (blanco) passen voorzien van gegevens, die door het skimmen/kopiëren van de gegevens van een of meer originele/echte pinpassen/betaalpassen waren verkregen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
3
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Oldenzaal en/of Zoutkamp
en/of Zwartemeer en/of Bredevoort en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of
Almere en/of Amersfoort en/of Hoevelaken en/of (elders) in Nederland en/of in
Duitsland en/of in Groot Brittannië en/of (elders) in Europa, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen, een of meer banken te weten de Rabobank en/of de ING-bank en/of de Postbank en/of de Volksbank en/of de Sparkasse en/of de Royal Bank of Scotland en/of de SSK-bank en/of de Barclays Bank en/of een of meer andere
banken in Nederland en/of Duitsland en/of Groot Brittannië en/of (elders) in
Europa heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, althans een geldsbedrag, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk een of meer door vervalsing en/of door diefstal, in elk geval door misdrijf verkregen betaalpas(sen) (een of meer pinpassen/bankpassen ten name van een of meer (tot nu toe onbekend gebleven) personen in elk geval ten name van een of meer andere personen dan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) in een betaalautomaat (geldautomaat) van die bank(en) ingebracht en de aan de
rechtmatige houder(s) van die betaalpas(sen) opgegeven (geheime) pincode(s)
ingetoetst, waardoor die bank(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Oldenzaal en/of Zoutkamp
en/of Zwartemeer en/of Bredevoort en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of
Almere en/of Amersfoort en/of Hoevelaken en/of (elders) in Nederland en/of in
Duitsland en/of in Groot Brittannië en/of (elders) in Europa, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een of meer betaalkaarten en/of waardekaarten en/of pinpassen en/of geldbedragen en/of andere goederen en/althans voorwerpen, heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten een of meer betaalkaarten en/of waardekaarten en/of pinpassen en/of geldbedragen en/of andere goederen en/althans voorwerpen, gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
5.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Dokkum en/of
Grijpskerk en/of Berghem en/of Klazienaveen en/of (elders) in Nederland ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van
identiteitsgegevens, bedoeld/bestemd voor het verrichten of verkrijgen van
betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of
meer pinpassen/bankpassen en/althans betaalpassen valselijk op te maken en/of
te vervalsen bij een of meer geldautomaten en/of betaalautomaten bij een of
meer banken in Dokkum en/of Grijpskerk en/of Berghem en/of Klazienaveen en/of
(elders) in Nederland een of meer onderdelen van die geldautoma(a)t(en) heeft/hebben verwijderd en/of trachten te verwijderen en/of (vervolgens)
apparatuur, waarmee gegevens van pinpassen en/of betaalpassen konden worden
gekopieerd (zogenaamde skimmingsapparatuur), in en/of op en/of bij die
geldautoma(a)t(en) heeft/hebben aangebracht en/althans heeft/hebben trachten
aan te brengen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet is
voltooid;
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Dokkum en/of Grijpskerk en/of Berghem en/of Klazienaveen en/of (elders) in Nederland en/of in Europa,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bedoeld/bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer
pinpassen/bankpassen en/althans betaalpassen valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid een of meer (blanco) passen voorzien van gegevens, die door het skimmen/kopiëren van de gegevens van een of meer originele/echte pinpassen/betaalpassen waren verkregen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in (de gemeente) Dokkum en/of
Grijpskerk en/of Berghem en/of Klazienaveen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer
betaalautomaten/pinautomaten bij een of meer banken, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan een of meer banken, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, te weten:
-in of omstreeks de periode van 19 tot 21 november 2009 te Grijpskerk op of
aan de Heerestraat, een geldautomaat van de Rabobank (ZD6) en/of
-op of omstreeks 8 november te Klazienaveen op of aan het Van Echtenskanaal,
een geldautomaat van de Rabobank (ZD 7) en/of
-in of omstreeks de periode van 23 tot 25 oktober 2009 te Berghem op of aan de
Klossterstraat, een geldautomaat van de Rabobank (ZD 8) en/of
-in of omstreeks de periode van 3 tot 5 oktober 2009 te Dokkum op of aan de
Dijk, een geldautomaat van de Rabobank (ZD 9).
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting.
Gehoord de vordering van de officier van justitie.
Gelet op de verdediging namens verdachte gevoerd.
Namens de verdachte is aangevoerd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in zijn vordering ten aanzien van de ten laste gelegde feiten voor zover deze zijn gepleegd in Duitsland of Groot-Brittannië, omdat het tweede lid van artikel 232 Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht niet worden genoemd in artikel 5a Wetboek van Strafrecht dat de Nederlandse rechtsmacht regelt voor een aantal specifieke feiten, buiten Nederland gepleegd door vreemdelingen met een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De rechtbank leest hierin dat de raadsman bedoelt te bepleiten dat de rechtbank onbevoegd is ten aanzien van deze feiten.
De raadsman wordt in zijn conclusie door de rechtbank niet gevolgd.
In de artikelen 2 tot en met 7 van het Wetboek van Strafrecht is geregeld in welke gevallen Nederland rechtsmacht heeft gevestigd.
Ingevolge artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht is de Nederlandse strafwet toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt.
Indien, naast plaatsen in Nederland, ook buiten Nederland gelegen plaatsen kunnen gelden als plaats waar een strafbaar feit is gepleegd, is op grond van voornoemde wetsbepaling vervolging van dat strafbare feit in Nederland mogelijk, ook ten aanzien van de van dat strafbare feit deel uitmakende gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden (zie: HR 13 april 1999, NJ 1999, 538; HR 30 september 1997, NJ 1998, 117).
De onder 2, 3 en 4 verweten gedragingen, voor zover ten laste gelegd in Duitsland en Groot-Brittannië, hebben niet in hun geheel in Duitsland en Groot-Brittannië plaatsgevonden. Skimmen valt uiteen in drie fases: het aanbrengen van de skimapparatuur, het kopiëren van de gegevens en tenslotte het met behulp van de vervalste passen opnemen van geld.
De eerste fase en de tweede fase vonden plaats in Nederland. Voor het uitvoeren van derde fase zijn verdachte en zijn mededader een aantal keren uitgeweken naar Duitsland en Groot-Brittannië. Dat laatste onderdeel van het ‘skimmen’ is weliswaar onder 2, Onderdeel A, 3 en 4 (gebruik maken van vervalste betaalpassen, oplichting en witwassen) apart op de dagvaarding opgenomen, maar het maakt deel uit van het feitencomplex dat in Nederland is begonnen.
De rechtbank overweegt voorts dat het doel van artikel 232 Sr mede is gelegen in het bestrijden van fraude met en vervalsing van pinpassen die te gebruiken zijn op meerdere plaatsen in de wereld. Dit ter bescherming van het internationale betalingsverkeer. Het internationale betalingsverkeer zorgt ervoor dat in Duitsland en Groot-Brittannië gepind geld, wordt afgeschreven van het saldo van de Nederlandse rekeninghouder, waarna de verschillende internationale banken, waaronder de in Nederland gevestigde banken van de rekeninghouders, deze betalingen onderling verrekenen. De in Duitsland en Groot-Brittannië verrichte pinopnames hebben daarmee ook financiële gevolgen in Nederland, zodat het strafbare feit mede in Nederland is gepleegd als bedoeld in artikel 2 Sr.
De rechtbank is derhalve bevoegd om kennis te nemen van alle ten lastegelegde feiten, ook voor zover deze in Duitsland en Groot-Brittannië zijn gepleegd.
Verweer ex artikel 359a Wetboek van Strafvordering
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting bepleit - zakelijk weergegeven - primair dat de verdachte van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, nu zijn aanhouding in Goor onrechtmatig is geweest en derhalve ex artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, de hieruit voortgekomen bewijsmiddelen ook in de andere tegen verdachte aangebrachte zaken van het bewijs dienen te worden uitgesloten.
De rechtbank stelt de volgende feiten vast aan de hand van het proces-verbaal verhoor getuige met het nummer 2009056362-2 en het proces-verbaal van aanhouding met nummer 2009056362-3 en het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2009056362-28.
Op 24 juni 2009 rond 23.50 uur fietst getuige [getuige 1] op het Kerkplein in Goor. Hij ziet daar twee jongens voor de pinautomaat van de Rabobank aan de Kerkstraat 2 strak naast elkaar staan. [Getuige 1] ziet dat beide jongens met hun handen handelingen verrichten, maar hij kan niet zien wat. Tevens hoort [getuige 1] geluiden vanuit hun richting komen die hij niet kan omschrijven. Wanneer de jongens weggaan, fietst ook Bomans verder. Hij ziet op het Kerkplein één van de jongens lopen die hem “Guten Abend” wenst. [Getuige 1] is ervan overtuigd dat de jongens met de pinautomaat aan het knoeien zijn geweest. Hij is na zijn constateringen snel naar huis gefietst en heeft daar direct de politie gebeld. [Getuige 1] omschrijft de beide jongens als een lange en een kleine, met respectievelijk een muts en een capuchon op en beiden met een Oost-Europees uiterlijk.
De verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] zijn om 00.03 ter plaatse. Op ongeveer 200 meter afstand van de geldautomaat zien [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een manspersoon lopen die voldoet aan het aan het Regionaal Meldcentrum gegeven signalement. Door [verbalisant 3] is de geldautomaat op het Kerkplein nader bekeken. [Verbalisant 3] heeft waargenomen dat bepaalde delen van de geldautomaat los zijn en dat er enkele schroefjes vóór de automaat liggen. Hierop is verdachte aangehouden. Ook de medeverdachte, wiens signalement eveneens overeenkwam met het aan het Regionaal Meldcentrum gegeven signalement, is aangehouden. Onder medeverdachte is een tork schroevendraaier, die paste op de tork schroefjes van de verlichtingskap van de geldautomaat, en een “mondje”van een betaalautomaat in beslag genomen. Door verbalisant [verbalisant 3] is vervolgens een Volkswagen Golf aangetroffen op de Wheeme te Goor waar de contactsleutel nog in het contactslot zat en alwaar in een jas, die op de achterbank lag, het paspoort van medeverdachte werd aangetroffen.
De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden, sprake was van een heterdaadsituatie nu verdachte en zijn mededader zijn aangehouden terstond nadat zij zich hadden schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Er was derhalve een deugdelijke grond voor de aanhouding. Voorts betekent de heterdaadsituatie, nu het gaat om een strafbaar feit als omschreven in artikel 67 lid 1 sub a van het Wetboek van Strafrecht, dat verbalisanten bevoegd waren om zonder toestemming tot doorzoeking van de auto over te gaan. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de raadsman.
Verweer ex artikel 359 lid 2 Wetboek van Strafvordering
De raadsman heeft in een nadrukkelijk onderbouwd standpunt de betrouwbaarheid van getuige [getuige 2] in twijfel getrokken, nu zij geen opleiding of cursus heeft gevolgd voor het herkennen van gezichten. De conclusies van deze getuige dient de rechtbank volgens de raadsman dan ook niet te volgen.
De rechtbank deelt dit standpunt van de raadsman niet. Uit de verklaring die getuige [getuige 2] op 10 mei jl. bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, wordt duidelijk dat het haar beroep is om naar gezichten te kijken. Voor het herkennen van gezichten heeft zij geen specifieke opleiding gevolgd omdat hiervoor volgens haar geen opleiding bestaat. Zij doet haar werk op basis van jarenlange ervaring. De rechtbank is gelet op deze door de getuige afgelegde verklaring van oordeel dat zij over voldoende deskundigheid beschikt om uitspraken te doen over de herkenning van de gezichten op de beelden.
Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte
sub 5 in de tweede plaats is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 primair, sub 2, Onderdeel A, sub 2 Onderdeel B, sub 3, sub 4 en sub 5 in de eerste plaats en sub 5 in de derde plaats tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
wat betreft sub 1 primair:
hij in de periode van 24 tot 26 november 2009 te Goor in de gemeente Hof van Twente ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk betaalpassen en waardekaarten, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten bankpassen en betaalpassen valselijk op te maken bij de Rabobank aan de Kerkstraat een of meer onderdelen van die geldautomaat heeft verwijderd en getracht te verwijderen en apparatuur, waarmee gegevens van pinpassen en betaalpassen konden worden gekopieerd (zogenaamde skimmingsapparatuur), bij die geldautomaat heeft aangebracht althans heeft getracht aan te brengen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
wat betreft sub 2, Onderdeel A:
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Amsterdam en Amstelveen en Almere en Amersfoort en Hoevelaken en elders in Nederland en in
Duitsland en in Groot Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse betaalpassen, waardekaarten, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, als waren deze passen of kaarten echt, bestaande het
gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en zijn mededader met die valse betaalpassen of waardekaarten bij geldautomaten in Amsterdam en Amstelveen en Almere en Amersfoort en Hoevelaken en elders in Nederland en in Duitsland en in Groot Brittannië geldbedragen heeft opgenomen en bestaande die valsheid hierin dat een of meer passen zijn voorzien van gegevens welke middels het kopiëren van gegevens van een of meer originele/echte pinpassen/betaalpassen (skimming) zijn verkregen.
wat betreft sub 2, Onderdeel B:
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Oldenzaal en Zoutkamp en Zwartemeer en Bredevoort en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk betaalpassen en/of waardekaarten, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten pinpassen/bankpassen althans betaalpassen valselijk heeft opgemaakt, immers hebben verdachte en zijn mededader toen daar opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid passen voorzien van gegevens, die door het skimmen/kopiëren van de gegevens van originele/echte pinpassen/betaalpassen waren verkregen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Amsterdam en Amstelveen en Almere en Amersfoort en Hoevelaken en elders in Nederland en in
Duitsland en in Groot Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid banken te weten de Rabobank,
de ING-bank, de Postbank, de Volksbank, de Sparkasse, de Royal Bank of Scotland, de SSK-bank en de Barclays Bank heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, althans een geldsbedrag, immers hebben verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk door vervalsing verkregen betaalpassen ten name van andere personen dan verdachte en/of zijn mededader in een betaalautomaat van die banken ingebracht en de aan de rechtmatige houders van die betaalpassen opgegeven geheime pincodes
ingetoetst, waardoor die banken werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Oldenzaal en Zoutkamp en Zwartemeer en Bredevoort en Amsterdam en Amstelveen en
Almere en Amersfoort en Hoevelaken en elders in Nederland en in
Duitsland en in Groot Brittannië, tezamen en in vereniging met een ander voorwerpen, te weten betaalkaarten en/of waardekaarten en/of pinpassen en/of geldbedragen en andere goederen hebben verworven, voorhanden hebben gehad, althans van voorwerpen, te weten een of meer betaalkaarten en/of waardekaarten en/of pinpassen en andere goederen, gebruik hebben gemaakt, terwijl hij en zijn mededader wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Dokkum en Grijpskerk en Berghem en Klazienaveen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk betaalpassen en waardekaarten, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten bankpassen en betaalpassen valselijk op te maken bij een of meer geldautomaten of betaalautomaten bij een of meer banken in Dokkum en Grijpskerk en Berghem en Klazienaveen een of meer onderdelen van die geldautomaten heeft verwijderd en/of getracht te verwijderen en apparatuur, waarmee gegevens van pinpassen en/of betaalpassen konden worden gekopieerd (zogenaamde skimmingsapparatuur), bij die
geldautomaten heeft aangebracht althans heeft getracht aan te brengen, zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in de periode van 01 oktober 2009 tot 24 november 2009 in Dokkum en
Grijpskerk en Berghem en Klazienaveen tezamen en in vereniging met een
ander opzettelijk en wederrechtelijk een of meer betaalautomaten bij een of meer banken, toebehorende aan een of meer banken, heeft beschadigd, te weten:
-in de periode van 19 tot 21 november 2009 te Grijpskerk op of
aan de Heerestraat, een geldautomaat van de Rabobank en
-op 8 november te Klazienaveen op of aan het Van Echtenskanaal,
een geldautomaat van de Rabobank of
-in de periode van 23 tot 25 oktober 2009 te Berghem op of aan de
Kloosterstraat, een geldautomaat van de Rabobank en
-in de periode van 3 tot 5 oktober 2009 te Dokkum op of aan de
Dijk, een geldautomaat van de Rabobank.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair, sub 2, onderdeel A, sub 2, Onderdeel B, sub 3, sub 4 en sub 5 in de eerste plaats en sub 5 in de derde plaats meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1 primair en sub 5 in de eerste plaats, telkens het misdrijf:
"medeplegen van poging tot het tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een betaalpas/waardekaart, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen/prestaties langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen",
strafbaar gesteld bij artikel 232 lid 1 junctis de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 2, Onderdeel A, het misdrijf:
"medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een valse pas kaart als bedoeld in artikel 232, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht als ware deze echt en onvervalst",
strafbaar gesteld bij artikel 232 lid 2 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 2, Onderdeel B, het misdrijf:
"tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een betaalpas/waardekaart, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen/prestaties langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen"
strafbaar gesteld bij artikel 232 lid 1 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 3, het misdrijf:
"medeplegen van oplichting",
strafbaar gesteld bij artikel 326 juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 4, het misdrijf:
"medeplegen van witwassen",
strafbaar gesteld bij artikel 420bis juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 5 in de eerste plaats, het misdrijf:
"medeplegen van poging tot het tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een betaalpas/waardekaart, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen/prestaties langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen",
strafbaar gesteld bij artikel 232 lid 1 junctis de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1 primair, sub 2, Onderdeel A, sub 2 Onderdeel B, sub 3, sub 4 en sub 5 in de eerste plaats en sub 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie concludeert dat de in beslag genomen voorwerpen op de -aan dit vonnis te hechten- lijst van in beslag genomen voorwerpen, vermeld onder 1, 2 en 8 dienen te worden verbeurd verklaard. De voorwerpen genoemd op de bijgevoegde lijst onder 7 en 9 dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met zijn medeverdachte betaalpassen valselijk opgemaakt door zogenaamde “skimapparatuur” te plaatsen bij verschillende pinautomaten en tevens verschillende pogingen hiertoe gedaan. De verdachte heeft daarnaast door middel van vervalste betaalpassen samen met zijn medeverdachte herhaaldelijk geld opgenomen bij verscheidene banken in Nederland en in het buitenland. Hij heeft met zijn medeverdachte door het aannemen van een valse hoedanigheid banken bewogen tot afgifte van geld en zich dientengevolge tevens schuldig gemaakt aan witwassen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige en overlastgevende feiten. Niet alleen veroorzaken dergelijke vermogensmisdrijven schade voor financiële instellingen, ook het vertrouwen van de gebruikers van het bancaire systeem wordt door dit type misdrijven ondermijnd. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij kennelijk enkel uit winstbejag naar Nederland is gekomen om genoemde misdrijven te plegen.
Voor de feiten als hier bewezen zijn verklaard zijn geen oriëntatiepunten straftoemeting vastgesteld. De rechtbank houdt bij het bepalen van de op te leggen straf rekening met de ernst van de bewezen verklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. In uitspraken die zijn gedaan in vergelijkbare zaken zijn -deels- onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat slechts het opleggen van een forse gevangenisstraf recht doet aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten. Naar het oordeel van de rechtbank doet de door de officier van justitie geformuleerde eis onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank komt tot dit oordeel omdat het gaat om een zeer omvangrijke zaak met hoge schadeposten aan de zijde van de gedupeerden. Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het nadeel van de verdachte dat hij op 22 juni 2009 door de rechtbank Rotterdam is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Hierin wordt aanleiding gezien om verdachte een hogere gevangenisstraf op te leggen dan zijn mededader. Rekening houdend met alle voormelde omstandigheden acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren passend en geboden.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen op de -aan dit vonnis te hechten- lijst van in beslag genomen voorwerpen, vermeld onder 1 en 8 verbeurd dienen te worden verklaard. Voorts dienen de voorwerpen genoemd op de bijgevoegde lijst onder 7 en 9 te worden teruggegeven aan verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen invoermond (onder 2), vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, nu de hiervoor bewezenverklaarde feiten mede zijn begaan met dit goed en dit goed van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering tenuitvoerlegging wegens recidive, betreffende parketnummer 10-641067/09.
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie te Almelo van 24 februari 2010, tot het geven van een last tot tenuitvoerlegging van het bij vonnis van de meervoudige kamer in de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 22 juni 2009 opgelegde voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf, van oordeel dat die vordering behoort te worden toegewezen, nu is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd meermalen aan soortgelijke strafbaar feiten heeft schuldig gemaakt.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 5 in de tweede plaats is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, het sub 1 primair, sub 2, Onderdeel A, sub 2 Onderdeel B, sub 3, sub 4 en sub 5 in de eerste plaats en sub 5 in de derde plaats tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vijf jaren.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen op de -aan dit vonnis te hechten- lijst van in beslag genomen voorwerpen, vermeld onder 1 en 8.
Verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp op de -aan dit vonnis te hechten- lijst van in beslag genomen voorwerpen, vermeld onder 2.
Gelast de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen genoemd op de bijgevoegde lijst onder 7 en 9 aan verdachte.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte het sub 1 primair, sub 2, Onderdeel A, sub 2 Onderdeel B, sub 3, sub 4 en sub 5 in de eerste plaats en sub 5 in de derde plaats meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Betreffende parketnummer: 10-641067/09.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 22 juni 2009, te weten van vier maanden gevangenisstraf.
Aldus gewezen door mr. Veurink, voorzitter, mr. Visser en mr. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Falkmann, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 juni 2010.
Mr. Visser is wegens uitstedigheid niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.