ECLI:NL:RBALM:2010:BM8532
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- M. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Woonplaatsbegrip en beslagvrije voet in kort geding
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap Marmel Holding B.V., statutair gevestigd te Hengelo. Eiser vorderde de opheffing van het in opdracht van Marmel gelegde derdenbeslag onder de Sociale Verzekeringsbank, met als argument dat hij sinds 30 september 2008 weer woonachtig is in Nederland en recht heeft op een beslagvrije voet conform artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Eiser stelde dat hij naast zijn AOW-uitkering en een Belgisch rustpensioen van € 193,70 geen andere inkomsten of vermogen heeft.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 11 juni 2010, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.P.J.W.M. Govers, en de heer [X] namens Marmel, bijgestaan door mr. J. Vestering. Eiser heeft zijn woonplaats in Nederland niet voldoende aannemelijk gemaakt, ondanks dat hij stukken heeft overgelegd die zijn inschrijving in de GBA ondersteunen. De rechtbank overweegt dat inschrijvingen in de GBA geen dwingend bewijs opleveren voor de werkelijke woonplaats. Eiser heeft niet aangetoond dat hij per 30 september 2008 of 23 december 2009 daadwerkelijk in Nederland woonde.
De voorzieningenrechter concludeert dat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de eerdere uitspraak van het gerechtshof Arnhem van 20 oktober 2009 zouden kunnen weerleggen. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 juni 2010 door mr. M. Vermeulen, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.