ECLI:NL:RBALM:2010:BM8648
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- J. van Houten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van kinderalimentatie in kort geding
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met als doel betaling van een achterstallige kinderalimentatie van € 1.584,60 en een maandelijkse bijdrage van € 637,74 per kind. De vrouw stelt dat er in augustus 2008 een voorlopige afspraak is gemaakt over de kinderalimentatie, waarbij de man zou bijdragen met € 500 per kind per maand. Later is dit bedrag verhoogd naar € 1.200 per maand, maar de vrouw stelt dat de man zijn verplichtingen niet nakomt en inmiddels een betalingsachterstand heeft opgebouwd.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 4 juni 2010, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun advocaten. De vrouw heeft haar vordering toegelicht en gesteld dat zij door de weigering van de man in financiële problemen verkeert. De man heeft echter betwist dat er een bindende overeenkomst bestaat over de hoogte van de kinderalimentatie en heeft zijn onzekere financiële situatie uiteengezet.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de vrouw moet worden afgewezen. Er is onvoldoende bewijs geleverd voor de stelling dat er een bindende overeenkomst bestaat over de kinderalimentatie. De rechter heeft vastgesteld dat er wel gesprekken zijn geweest over de bijdrage, maar dat dit niet leidt tot een verplichting voor de man om de gevorderde bedragen te betalen. De rechter heeft ook opgemerkt dat de aard van het kort geding niet toelaat om de financiële draagkracht van de man in detail te beoordelen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.