ECLI:NL:RBALM:2010:BM9997

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
22 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
328869 CV EXPL 10-448
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van techniek- en materiaalkosten bij tandheelkundige behandeling onder verzekering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 22 juni 2010, stond de vraag centraal of de gedaagde partij, hierna aangeduid als [gedaagde], recht had op vergoeding van techniek- en materiaalkosten in het kader van een tandheelkundige behandeling onder het TandVerzorgd 2 verzekeringspakket van de eisende partij, Onderlinge Waarborgmaatschappij Menzis Zorgverzekeraar U.A. (hierna Menzis). Menzis had in conventie gevorderd dat [gedaagde] een bedrag van € 41,80, vermeerderd met rente en incassokosten, zou betalen. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij erop mocht vertrouwen dat de techniek- en materiaalkosten vergoed zouden worden, gezien de vermelding van een 100% vergoeding voor de verrichting P57 in de polisvoorwaarden.

De kantonrechter overwoog dat uit de stellingen van partijen en de ingebrachte stukken bleek dat de 100% vergoeding voor de verrichting P57 niet alleen betrekking had op de behandeling zelf, maar ook impliceerde dat er geen extra kosten voor techniek en materiaal in rekening zouden worden gebracht. Menzis had niet voldoende duidelijk gemaakt dat deze kosten niet onder de 100% vergoeding vielen, en de kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] in zijn verweer terecht had gesteld dat hij niet op de hoogte was van eventuele uitsluitingen in de polisvoorwaarden.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van Menzis in conventie af en veroordeelde Menzis in de proceskosten van [gedaagde], die in persoon procedeerde. De vordering in reconventie van [gedaagde] werd afgewezen, omdat deze reeds in conventie was behandeld. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie in verzekeringsvoorwaarden en de rechten van verzekerden.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie AlmeloAlmelo
Zaaknummer : 328869 CV EXPL 10-448
Uitspraak : 22 juni 2010 (m)
Vonnis in de zaak van:
de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij Menzis Zorgverzekeraar U.A.
gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Wageningen
eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie, hierna ook wel Menzis te noemen
gemachtigde: Tijhuis & Partners, Gerechtsdeurwaarders en Incasso te Almelo
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats], aan het adres [adres]
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, hierna ook wel [gedaagde] te noemen
procederende in persoon
1. procedure
Deze blijkt uit de navolgende stukken:
- de dagvaarding van 6 januari 2010
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
Het vonnis is bepaald op heden.
2. geschil in conventie en reconventie
Menzis vordert in conventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting aan Menzis te betalen een bedrag van € 41,80 in hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, tot 27 november 2009 berekend op € 1,18, en de buitengerechtelijke incassokosten ad € 44,03, incl. BTW, kosten rechtens.
Menzis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met betaling van de eigen bijdrage ad € 41,80 zoals vermeld op de nota van 26 april 2009 betreffende de verrichting P57 reparatie gedeeltelijke prothese.
[Gedaagde] heeft zich tegen deze vordering verweerd op gronden welke voor zover rechtens relevant hierna zullen worden besproken. In reconventie vordert [gedaagde] vergoeding van de door hem gemaakte kosten ad € 816,38.
3. beoordeling in conventie en reconventie
3.1 De kantonrechter overweegt dat uit de stellingen van partijen alsmede uit de door partijen ingebrachte stukken in rechte vast is komen te staan dat de verrichting P57 volgens de verzekeringsvoorwaarden behorend bij het TandVerzorgd 2 verzekeringspakket 100% vergoed wordt.
3.2 Menzis stelt dat de techniek- en materiaalkosten ad € 41,80 niet onder de vergoeding vallen. Menzis wijst daarbij op het bepaalde in artikel T9 van de polisvoorwaarden. Menzis stelt dat dit artikel van toepassing is op alle tandheelkundige verrichtingen.
3.3 [Gedaagde] stelt dat hij gelet op de 100% vergoeding zoals vermeld bij verrichting P57 ervan uit mocht gaan dat de techniek- en materiaalkosten vergoed zouden worden. [Gedaagde] stelt dat Menzis verzuimd heeft te vermelden dat met 100% vergoeding van P57 de techniek- en materiaalkosten niet worden vergoed. [Gedaagde] wijst erop dat in de polisvoorwaarden 2010 een en ander middels een voetnoot is rechtgezet.
3.4 De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] gelet op de vermelding bij P57 dat de verrichting 100% vergoed wordt erop mocht vertrouwen dat geen techniek- en materiaalkosten in rekening zouden worden gebracht.
3.5 De kantonrechter kan Menzis niet volgen in haar stelling dat het [gedaagde] op grond van artikel T9 duidelijk had kunnen zijn dat ondanks de 100% vergoeding voor verrichting P57 de techniek- en materiaalkosten in rekening zouden worden gebracht. Niet duidelijk is dat dit artikel van toepassing is op alle tandheelkundige verrichtingen, ook wanneer deze 100% worden vergoed. Menzis heeft bij dagvaarding gesteld dat techniek- en materiaalkosten vermeld kunnen worden onder de code van de betreffende behandeling, in casu de code P57. De kantonrechter is van oordeel dat het dan aangewezen is om dit bij de betreffende code te vermelden zoals Menzis in haar algemene voorwaarden 2010 ook heeft gedaan. Dat artikel T9 geldt voor alle verrichtingen blijkt ook niet uit de polisvoorwaarden 2010, productie 14 bij de conclusie van dupliek in conventie/conclusie van repliek in reconventie. Immers is slechts bij een deel van de vermelde verrichtingen middels een voetnoot ² aangegeven dat techniekkosten en materiaalkosten niet worden vergoed.
3.6 Gelet op het bovenstaande dient de vordering van Menzis in conventie te worden
afgewezen.
3.7 Menzis dient als de in conventie in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in
de proceskosten van [gedaagde]. In de onderhavige zaak procedeert [gedaagde] in persoon. Er is geen sprake van het verlenen van rechtsbijstand door een derde. Immers blijkt uit de stukken dat gedaagde en “de formulierenman” een en dezelfde persoon zijn. In een dergelijk geval kan slechts een vergoeding worden toegewezen voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten dan wel verletkosten. De kantonrechter kent op de voet van artikel 238 Wetboek van Rechtsvordering juncto artikel 11, eerste lid, sub c, van het Besluit Strafzaken 2003 aan [gedaagde] terzake reis- en verblijfkosten een bedrag toe van € 6,72, 24 km x € 0,28. Terzake verletkosten wijst de kantonrechter een bedrag toe van € 120,00, zodat in totaal een bedrag van € 126,72 kan worden toegewezen.
3.8 De door [gedaagde] in reconventie gevorderde proceskosten worden afgewezen nu hierover reeds in conventie is beslist.
3.9 [Gedaagde] heeft daarnaast gevorderd dat Menzis wordt veroordeeld tot vergoeding van een bedrag van € 41,80, zijnde de door Menzis in hoofdsom gevorderde eigen bijdrage. De kantonrechter overweegt dat nu de vordering van Menzis in conventie wordt afgewezen [gedaagde] geen belang meer heeft bij een veroordeling van Menzis tot vergoeding van de eigen bijdrage van € 41,80.
3.10 Wijst de vordering in reconventie af.
3.11 Compenseert de proceskosten tussen partijen met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4. beslissing
in conventie
Wijst de vordering van Menzis af.
Veroordeelt Menzis in de proceskosten tot en met dit vonnis aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 126,72.
in reconventie
Wijst de vordering van [gedaagde] af.
Compenseert de proceskosten tussen partijen met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en op 22 juni 2010 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.