ECLI:NL:RBALM:2010:BN2451

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
17 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
337419 EJ VERZ 573/10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.R.K. Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en ontslag op staande voet in relatie tot dringende reden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Almelo op 17 mei 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Unique Nederland Beheer B.V. en een werkneemster. De kernvraag was of het onvoorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de werkneemster ontvankelijk was, gezien het ontslag op staande voet door de werkgever. De werkneemster was ontslagen op basis van een dringende reden, namelijk het niet bezoeken van klanten, terwijl zij dit wel had geregistreerd. De kantonrechter oordeelde dat in situaties waarin een ontslag op staande voet is gegeven, de werkgever niet snel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan overgaan op basis van dezelfde dringende reden. Dit zou immers de werkneemster in een onredelijke positie plaatsen, aangezien zij geen hoger beroep kan aantekenen tegen een dergelijke uitspraak. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever, Unique, zich te principieel had opgesteld en dat er geen gewijzigde omstandigheden waren die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigden. De werkneemster had verzocht om een onvoorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wat door de kantonrechter werd toegewezen. De ontbinding gaat in op 1 juni 2010, en de kantonrechter kende een vergoeding van € 12.000,-- toe aan de werkneemster, omdat Unique haar een vervelende periode had bezorgd zonder dat dit nodig was. De kosten van de procedure werden aan Unique opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Almelo
Zaaknummer : 337.419 EJ VERZ 10-573 (lth)
Beschikking van de kantonrechter d.d. 17 mei 2010 in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Unique Nederland Beheer B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Almere
verzoekster
tevens verweerster in reconventie
gemachtigde: mr M. Bokje, werkzaam bij USG People The Netherlands B.V. te Almere;
- tegen -
wonende te …
verweerster
tevens verzoekster in reconventie
gemachtigde: mr E.P. Cornel
advocaat en procureur te Enschede
Gezien het op 17 maart 2010 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift van Unique, strekkende tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
Gezien tevens het op 23 april 2010 gedateerde verweerschrift van verweerster. In dat verweerschrift verzoekt verweerster zelf om een onvoorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Ter terechtzitting is dot verzoek gewijzigd in primair een onvoorwaardelijke en subsidiair in een voorwaardelijke ontbinding van die overeenkomst. Partijen en/of hun gemachtigden hebben de gelegenheid gehad ter terechtzitting van 27 april 2010 hun standpunten nog nader toe te lichten, waarna de uitspraak is bepaald op heden.
Overweegt:
1. Gebleken is dat het verzoek geen verband houdt met de in de wet bedoelde opzegverboden.
2. Unique verzoekt de voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met verweerster op grond van een gewichtige reden, bestaande primair uit een dringende en subsidiair uit een wijziging van omstandigheden, welke met zich meebrengt dat er op korte termijn een einde aan die arbeidsrelatie tussen partijen dient te komen.
3. De dringende reden zou gelegen zijn in het feit dat verweerster in strijd met de waarheid heeft laten registreren bij Unique dat zij relaties wel heeft bezocht, terwijl zij dit in werkelijkheid niet heeft gedaan. Wel heeft zij bij die relaties telefonische enquêtes afgenomen, dan wel op een andere wijze de benodigde inlichtingen verkregen.
Unique heeft verweerster daarop op staande voet ontslagen.
4. In situaties als deze, waarbij sprake is van een gegeven ontslag op staande voet en de werkgever in een procedure strekkende tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst die ontbinding verzoekt op grond van diezelfde gestelde en betwiste dringende reden, zal niet snel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden besloten worden. De belangen voor de werkneemster zijn daarvoor te groot. Consequentie zou immers zijn dat de kantonrechter een dringende reden zou aannemen, terwijl tegen die uitspraak geen hoger beroep open staat. Daarmee zou een bodemprocedure volstrekt illusoir worden.
Derhalve zal alleen al om een formele reden het verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden worden afgewezen.
Wat dan overblijft is de subsidiaire grond, de wijziging van omstandigheden.
5. Verweerster is per 1 juni 2005 in dienst getreden bij Unique in de functie van account intercedent. Het dienstverband is per 1 november van dat jaar omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. In november 2006 is zij benoemd tot sales intercedent. In januari 2007 is zij vestigingstaken gaan uitvoeren. Daarvoor kreeg zij een persoonlijke toelage van € 350,-- bruto per maand. Na het afleggen van een assessment is zij met ingang van 1 maart 2008 officieel benoemd tot vestigingsmanager van de vestiging Hengelo(O). Haar salaris werd
€ 3.013,-- bruto per maand.
6. In februari 2009 raakt verweerster zwanger. Zij heeft aangegeven dat haar zwangerschapsverlof zou ingaan op 15 oktober 2009.
Bij schrijven van 28 mei 2009 laat Unique verweerster het navolgende weten:
In verband met de sluiting van de vestiging Hengelo hebben wij gekeken of er binnen Unique andere passende mogelijkheden voor jou zijn. Op dit moment zijn er helaas geen mogelijkheden om jou op een andere (vergelijkbare) vestiging te plaatsen in de functie van vestigingsmanager. Dit betekent dat jij met ingang van 15 juni 2009, tijdelijk tot aan je verlof, werkzaam zult zijn op de vestiging Almelo. Over de functienaam en –inhoud zullen Irene en jij nog afspraken maken. Tijdens deze periode behoud jij alle arbeidsvoorwaarden zoals jij deze nu in je huidige functie ontvangt.”
7. Op 3 juli 2009 schrijft mevrouw Irene …, districtsmanager Oost van Unique Nederland onder meer het navolgende aan verweerster:
“- je standplaats is Almelo.
- Ondersteuning van Dennis bij de fieldtraining van de medewerkers op de vestiging Almelo in overleg met Dennis.
- Op het gebied van commercie ben jij verantwoordelijk voor het maken van een aangepast salesplan voor het gehele marktbewerkingsgebied van Almelo (inclusief Hengelo), waarbij jij gebruik zult maken van de inzet van Josien op het gebied van VAM accounts. Dit plan dient opgeleverd te worden voor ingang van je zwangerschapsverlof.
- Daarnaast zul jij het relatiebeheer van Hengelo op je nemen en zodanig overdragen aan collega’s in Almelo, zodat betreffende relaties geen last ondervinden van de veranderde situatie. Indien wenselijk zul je ook een rol spelen in het relatiebeheer van de vestiging Almelo.
Naar aanleiding van de strategiesessies en de noodzaak om in de tweede helft van 2009 voldoende rendabel te zijn met ons district, zijn er aangepaste budgetten per vestiging vastgesteld. Dit heeft gevolgen voor de activiteiten per medewerker. Een ieder krijgt persoonlijke wekelijkse doelstellingen. Mochten deze doelstellingen 3 weken achtereen niet worden nagekomen, zal er een waarschuwing volgen. Activiteiten die niet gehaald kunnen worden in verband met vakanties, zullen gecompenseerd moeten worden. Hoe? Dit zul je van te voren in overleg met je leidinggevende moeten bepalen. In jouw geval uiteraard met mij.
Voor jou gelden de volgende wekelijkse persoonlijke doelstellingen:
- 2 acquisitiebezoeken
- 2 relatiebezoeken
- 2 intakes
- 2 voorlopige plaatsingen
- 4 aanbiedjes
Daarnaast zul je minimaal 1 openstaande vacature onder jouw beheer hebben.
Qua tijdsplanning zul je ruim 3 werkdagen per week over hebben om invulling te geven aan de overige kwalitatieve activiteiten, die hiervoor zijn genoemd.”
8. Verweerster is van 23 juni 2009 tot en met 10 juli 2009 met vakantie geweest. Zij heeft op 13 juli haar werk weer hervat. Zij is toen bekend geworden met een mail van mevrouw … met als inhoud dat Unique een samenwerking was aangegaan met TNO en dat alle vestigingsmanagers en sales intercedenten in dat kader bezoeken moesten inplannen om een enquête af te nemen. Voor verweerster gold dat zij er voor 14 september 2009 50 bezoeken moest afleggen. Deze werkzaamheden kwamen boven op de reeds aangescherpte doelstellingen.
Verweerster is van 27 juli 2009 tot en met 4 augustus 2009 wederom wegens vakantie afwezig geweest.
Verweerster heeft op 19 augustus 2009 in een gesprek met mevrouw … aangegeven dat zij het zwaar vond om zoveel bezoeken te moeten doen in combinatie met alle andere werkzaamheden. Mevrouw … deelde mede dat de aantallen niet konden en zouden worden bijgesteld.
9. Op 10 september 2009, 2½ week voor haar zwangerschapsverlof, hebben mevrouw … en de heer …., vestigingsmanager Almelo, een gesprek met verweerster. Daar wordt geconstateerd dat zij met de persoonlijke doelstellingen 12 bezoeken achterloopt en dat ook de TNO bezoeken bij lange na nog niet zijn gehaald. Verweerster geeft aan dat zij de aantallen niet kan halen.
10. Aan het einde van dat gesprek deelt mevrouw … mee dat Unique nog steeds geen functie als vestigingsmanager of sales intercedent heeft, maar dat Start People twee vacatures in de regio heeft openstaan. Verweerster geeft toestemming haar daar te introduceren.
Diezelfde middag wordt verweerster gebeld door de heer … met de mededeling dat zij de volgende dag om 12.00 uur een kennismakingsgesprek zal hebben met … van Start People. Van dat gesprek is een verslag gemaakt, waarin verweerster zich niet kan vinden.
In de periode van 1 t/m 14 oktober 2009 heeft verweerster vakantiedagen opgenomen en aansluitend met zwangerschapsverlof gegaan. Op 24 oktober 2009 is zij bevallen van zoon Floris.
11. Op 5 februari 2010 wordt verweerster gebeld door mevrouw … met de vraag of zij op maandagochtend om 11.00 uur op het hoofdkantoor in Almere wil komen. In dat gesprek wordt melding gemaakt van het feit dat Unique bedrijven heeft gebeld die verweerster voor haar zwangerschapsverlof zou hebben bezocht en daaruit zou naar voren zijn gekomen dat verweerster meerdere bedrijven niet heeft bezocht. Verweerster bevestigt dat zij bezoeken heeft geregistreerd terwijl zij deze bezoeken niet persoonlijk heeft bezocht.
In dat gesprek wordt voorts medegedeeld dat in overleg met de directie is besloten dat verweerster op staande voet wordt ontslagen. Bij aangetekende brief van 8 februari 2010 wordt dit ontslag op staande voet bevestigd. Als reden wordt aangevoerd dat bij het nabellen van geënquêteerden in het kader van het TNO onderzoek gebleken was dat verweerster meerdere bedrijven nimmer een bezoek heeft gebracht.
12. Unique meent dat deze feiten een wijziging van omstandigheden binnen haar onderneming oplevert, zodat daardoor een einde aan het dienstverband dient te komen.
13. Namens verweerster is betoogd dat deze gestelde wijziging van omstandigheden op dezelfde feiten is gebaseerd als het primaire verzoek, de dringende reden. Het zou Unique geweest zijn die, aldus verweerster, geheel ten onrechte over is gegaan tot een ontslag op staande voet en daarbij elk belang van verweerster uit het oog is verloren. Die feiten leveren geen verandering van omstandigheden op, zodat het verzoek van Unique moet worden afgewezen.
14. De kantonrechter constateert dat Unique ter terechtzitting zich niet of zeer minimaal inschikkelijk heeft opgesteld en zich te principieel heeft opgesteld. Principieel zijn mag uiteraard, maar de ervaring leert dat principes vaak geld kosten.
Unique klampt zich immers vast aan de dringende reden en het gegeven ontslag op staande voet. Dat mag uiteraard, maar dan dient zij ook consequent te zijn: als zij werkelijk meent dat er geen enkele twijfel is over de dringende reden, dan moet daaraan vast worden gehouden. Echter tegelijkertijd wenst zij haar betalingsrisico te beperken door een voorwaardelijk verzoek in te dienen, dat in feite op dezelfde feiten is gebaseerd en dat lijkt tweeslachtig.
Van gewijzigde omstandigheden, sedert het gegeven ontslag op staande voet, blijkt echter niets. Geconcludeerd moet dan ook worden dat ook de subsidiaire grond voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van Unique zich niet voor doet, zodat het gehele verzoek van haar zal worden afgewezen.
15. Namens verweerster is verzocht om een onvoorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Door Unique is betoogd dat dit verzoek moet worden afgewezen, omdat de werkneemster geen definitief einde aan het dienstverband kan maken als er sprake is van een ontslag op staande voet.
16. Deze procesrechtelijke hindernis is al enige malen aan de orde geweest en heeft in den lande nogal veel stof doen opwaaien. De gedachte dat dit wel mogelijk is, is gebaseerd op een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. In de literatuur is uitgebreid aandacht besteed aan dit fenomeen. In de kern van de zaak komt het er op neer dat in situaties als deze een werkneemster een onvoorwaardelijk verzoek tot ontbinding kan indienen en dat het verzoek kan worden toegewezen, indien bijna met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid door de kantonrechter wordt vastgesteld dat het gegeven ontslag op staande voet in een nog te voeren bodemprocedure geen stand houdt.
Deze eis gaat veel verder dan de toets die in een kort geding vaak wordt gehanteerd. Daar is het een afweging van en inschatting van kansen van partijen. Bij de onderhavige situatie moet de kantonrechter er bijna voor 100% van overtuigd zijn dat iedere weldenkende rechter tot de conclusie komt dat zich in deze situatie geen dringende reden heeft voorgedaan.
17. Naar de overtuiging van de kantonrechter doet zich hier een dergelijke situatie voor. De hiervoor uitgebreid opgesomde feitelijke situatie waaronder zich het een en ander heeft voltrokken kan niet anders betekenen dan dat het gegeven ontslag op staande voet geen stand zal houden. Het arbeidsrecht in Nederland zou zich op een zeer hellend vlak begeven als enig rechter in Nederland uit die feiten een dringende reden, zowel naar objectieve- als ook naar subjectieve maatstaven, kan construeren. Immers het zodanig verzwaren van de taak van een hoogzwangere werkneemster, het min of meer wegwuiven van klachten over die taakver-zwaringen en de omstandigheden waaronder zich een en ander heeft voorgedaan, maakt dat er sprake is van slecht werkgeverschap. In die situatie is nauwelijks voorstelbaar dat zich een dringende reden kan voordoen.
De kantonrechter zal op verzoek van verweerster het onvoorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst derhalve behandelen.
18. Zij stelt daartoe dat de verhouding tussen partijen zodanig is verslechterd dat het voor haar niet meer mogelijk is om (samen) te kunnen werken met en bij Unique.
Tegen deze gewijzigde omstandigheid is geen verweer gevoerd, zodat de kantonrechter daarvan uit zal gaan. Dit betekent dat het verzoek van verweerster zal worden toegewezen. De kantonrechter zal die ontbinding van de arbeidsovereenkomst doen ingaan op 1 juni 2010, zoals verzocht. De kantonrechter zal daaraan niet toevoegen dat van verweerster redelijkerwijze niet gevergd kan worden dat zij de dienstbetrekking voortzet. Het moge dan zo zijn dat rechters werkzaam in een andere sector zich niet altijd laten leiden door een uitspraak van de kantonrechter, die omstandigheid brengt nog niet met zich mee dat om die reden de kantonrechter naar hartenlust overwegingen voor of gericht tot zijn collega’s in beschikkingen gaat opnemen.
19. Verweerster heeft voorts verzocht om aan die ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding van € 25.000,-- bruto te koppelen.
Namens Unique is betoogd dat aan die ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen vergoeding moet worden gekoppeld en zeker niet een vergoeding als verzocht. Er is sprake van een dienstverband van vijf jaar, verweerster is 31 jaar en haar salaris bedraagt € 3.013,-- bruto per maand.
20. De kantonrechter zal die vergoeding bepalen op een bedrag van € 12.000,-- bruto, neerkomende op een correctiefactor van ongeveer 1,5. Die correctiefactor komt de kantonrechter met het oog op het gebeuren juist en zeker billijk voor. Unique heeft verweerster een uiterst vervelende periode in haar leven bezorgd, terwijl dit niet nodig was.
21. Verweerster zal in de gelegenheid worden gesteld het verzoekschrift in te trekken.
22. Unique zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden verwezen. Verweerster heeft in dat kader nog verzocht om naast het toe te kennen salaris voor haar gemachtigde Unique ook te veroordelen tot het betalen van de meerdere kosten van rechtsbijstand, uitgaande boven de proceskostenveroordeling.
De kantonrechter zal aan dat laatste niet voldoen. Er is geen reden aanwezig om Unique in het onderhavige geval de gehele nota van de gemachtigde van verweerster te laten betalen. Het niet geheel voldoen van die rekening moet gezien worden als een rem op procederen en als een risico dat voor iedereen geldt.
BESLISSENDE:
Stelt partijen in kennis van het voornemen van de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden per 1 juni 2010, onder toekenning aan verweerster ten laste van Unique van een bruto bedrag van € 12.000,--.
Geeft verweerster de gelegenheid om het verzoek in te trekken vóór 28 mei 2010.
Voor het geval dat verweerster het verzoekschrift niet intrekt:
Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2010.
Kent aan verweerster ten laste van Unique een bruto vergoeding toe van € 12.000,-- en veroordeelt Unique mitsdien tot betaling van dat bruto bedrag aan verweerster.
Voor het geval dat verweerster het verzoekschrift al dan niet intrekt:
Verwijst Unique in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van verweerster begroot op € 800,-- wegens salaris van de gemachtigde van verweerster.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven te Almelo door mr H.R.K. Valk, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.