ECLI:NL:RBALM:2010:BN5993
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Verdeling van het extra orkestenbudget als gevolg van de motie Dittrich voor de subsidieperiode 2009-2012
In deze zaak gaat het om de verdeling van een extra orkestenbudget van € 709.000,-- dat is vrijgemaakt als gevolg van de motie Dittrich voor de subsidieperiode 2009-2012. De Stichting Orkest van het Oosten, eiseres in deze procedure, heeft bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder, dit budget heeft verdeeld. Eiseres stelt dat de verdeling niet op goede gronden berust en dat de Minister had moeten vasthouden aan het oude verdeelmechanisme, dat gebaseerd was op het aantal begeleidingsactiviteiten van de orkesten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 18 maart 2010, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. F.J. van der Vaart, en verweerder werd vertegenwoordigd door A.W.F. den Haring, bijgestaan door mr. J. Dijkgraaf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister in eerdere besluiten subsidie heeft verleend aan eiseres en dat er een wijziging is opgetreden in de wijze van verdeling van het extra budget. Eiseres heeft aangevoerd dat deze wijziging onterecht is en dat zij benadeeld wordt door de nieuwe verdelingsmaatstaf. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet is benadeeld door de nieuwe verdeling, omdat de nieuwe maatstaf resulteert in een hoger subsidiebedrag voor eiseres dan de oude maatstaf zou hebben opgeleverd.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit van de Minister vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Dit betekent dat de Minister de proceskosten van eiseres moet vergoeden en het griffierecht moet terugbetalen. De uitspraak is gedaan door mr. R.J. Jue, rechter, en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2010.