ECLI:NL:RBALM:2010:BN6316
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van Rhijn
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een concurrentiebeding in de uitvaartbranche met betrekking tot vestigingsverboden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Almelo op 8 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Vredehof Uitvaartverzorging B.V. Het geschil betreft de uitleg van een concurrentiebeding dat aan [verzoeker] was opgelegd na beëindiging van zijn dienstverband. Het concurrentiebeding verbiedt [verzoeker] om zich binnen een tijdvak van twee jaren na beëindiging van de dienstbetrekking zelfstandig te vestigen als uitvaarleider of begrafenisondernemer binnen de gemeente Neede. Na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst op 31 december 2009 heeft [verzoeker] echter een eigen uitvaartonderneming opgericht in Geesteren, dat in de nabijheid van Neede ligt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het concurrentiebeding niet expliciet verbiedt dat [verzoeker] vanuit Geesteren werkzaamheden verricht voor klanten in Neede. De rechter heeft het Haviltex-criterium, dat vaak wordt toegepast bij de uitleg van contractuele bedingen, niet nodig geacht, omdat de redactie van het concurrentiebeding duidelijk is. De rechter oordeelt dat [verzoeker] zijn onderneming buiten de voormalige gemeente Neede mag vestigen en dat het hem niet verboden is om werkzaamheden in Neede te verrichten.
De kantonrechter heeft voorts overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat [verzoeker] onrechtmatig handelt of toerekenbaar tekortschiet jegens Vredehof. De rechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. De beslissing houdt in dat [verzoeker] op basis van het concurrentiebeding werkzaamheden als uitvaartleider of begrafenisondernemer in Neede mag verrichten vanuit zijn vestiging in Geesteren.