RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 113879 / KG ZA 10-209
datum vonnis: 7 september 2010 (ps)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats]
eiseres,
advocaat: mr. M.C. Lugard-van Beijma te Utrecht,
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde,
niet verschenen.
Gedaagde is te dienende dage niet in rechte verschenen, waarna tegen hem verstek is verleend. Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 31 augustus 2010. Ter zitting zijn verschenen: eiseres vergezeld door mr. Lugard-van Beijma. De vordering is toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen.
2.1 Eiseres heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- eiseres te machtigen om zelf datgene te bewerkstelligen waartoe nakoming door gedaagde zou hebben geleid en in dit kader te bepalen dat de uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is, als ook te bepalen dat de uitspraak in de plaats van de akte of een deel hiervan zal treden;
- te bepalen dat gedaagde aan eiseres een dwangsom zal verbeuren van € 500,00 voor iedere keer dat gedaagde de woning op verzoek van de makelaar niet openstelt respectievelijk niet in behoorlijke staat openstelt voor bezichtiging door mogelijke koper samen met de makelaar;
- kosten rechtens.
2.2. Daartoe heeft eiseres kort weergegeven gesteld dat partijen een affectieve relatie hebben gehad uit welke hoofde zij een samenlevingscontract hebben gesloten. Partijen hebben samen een woning gekocht, gelegen te [plaats] en [adres]. Na beëindiging van de relatie is gedaagde in de gezamenlijke woning blijven wonen. Tussen partijen is overeengekomen dat gedaagde ofwel de woning op zo kort mogelijke termijn zou overnemen, waarbij ook de hypothecaire lening op zijn naam zou worden gesteld (met uitsluiting van eiseres), ofwel dat gedaagde zou meewerken aan een zo spoedig mogelijke verkoop van de woning.
2.3 Overeenkomstig de gemaakte afspraken betaalt eiseres maandelijks € 500,00 in verband met de hypothecaire lasten. Er blijkt echter een forse achterstand in de betaling van de hypothecaire lasten te zijn ontstaan (€ 4.936,32 per 5 juli 2010). De hypotheekhouder heeft de executoriale verkoop reeds aangezegd, maar heeft nog enig respijt gegeven na contact met de advocaat van eiseres.
2.4 Ondanks de door hem gedane mededelingen heeft gedaagde ook na 5 juli 2010 de achterstand niet voldaan en is deze achterstand enkel opgelopen. De bank heeft daarop de bankrekeningen van eiseres geblokkeerd.
2.5 Tot op heden heeft gedaagde iedere medewerking geweigerd en werkt hij kennelijk niet mee aan verkoop van de woning. Gedaagde blijkt niet in staat om de lopende rente te voldoen, noch om de woning van eiseres over te nemen en de hypothecaire lening op zijn naam te stellen.
2.6 Eiseres is afhankelijk van gedaagde voor het toelaten van bezichtiging van de woning door de makelaar en eventuele potentiële kopers. Tot op heden heeft gedaagde iedere medewerking geweigerd en kennelijk onware uitspraken gedaan over door hem ondernomen acties. Derhalve vordert eiseres een dwangsom op te leggen voor iedere keer dat gedaagde de woning niet openstelt respectievelijk niet in behoorlijke staat openstelt voor bezichtiging door mogelijke koper samen met de makelaar.
2.7 Eiseres heeft spoedeisend belang bij de onderhavige vorderingen omdat zij niet meer over haar banktegoeden kan beschikken en zij maandelijks meebetaalt aan een woning waar zij niet in woont.
3. Nu gedaagde niet ter zitting is verschenen moeten de door eiseres gestelde feiten en omstandigheden, zoals hiervoor weergegeven, als vaststaand worden aangenomen.
4.1 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiseres thans voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij de onderhavige vorderingen. Nu gedaagde ook verder het spoedeisend belang van eiseres niet heeft betwist, zal de voorzieningenrechter over gaan tot de materiële beoordeling van het geschil.
4.2 De voorzieningenrechter begrijpt de vordering van eiseres aldus dat:
- gedaagde wordt veroordeeld tot het verlenen van de nodige medewerking aan het toelaten van bezichtiging van de woning door eventuele potentiële kopers en de makelaar, op verbeurte van een dwangsom;
- gedaagde wordt veroordeeld tot het verlenen van de nodige medewerking aan het opstellen en ondertekenen van de verkoopovereenkomst;
- gedaagde wordt veroordeeld tot het verlenen van de nodige medewerking aan het opstellen en passeren van de transportakte;
- wordt bepaald dat de uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is, als ook dat wordt bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de akte of een deel daarvan, wanneer gedaagde niet vrijwillig aan deze verplichtingen voldoet.
4.3 De vordering komt onrechtmatig noch ongegrond voor en kan daarom worden toegewezen, behoudens het navolgende.
De te verbeuren dwangsommen dienen te worden gemaximeerd, zoals in de beslissing is weergegeven.
5. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
I. Veroordeelt gedaagde tot het verlenen van de nodige medewerking aan het toegang verschaffen aan de makelaar en eventuele potentiële kopers in de woning, gelegen te [plaats]en [adres], op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat gedaagde de woning op verzoek van de makelaar niet openstelt respectievelijk niet in behoorlijke staat openstelt voor bezichtiging door potentiële kopers samen met de makelaar, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 10.000,00.
II. Veroordeelt gedaagde tot het verlenen van de nodige medewerking aan het opstellen en ondertekenen van de verkoopovereenkomst met betrekking tot voornoemde woning.
III. Veroordeelt gedaagde tot het verlenen van de nodige medewerking aan het opstellen en passeren van de transportakte met betrekking tot voornoemde woning.
IV. Bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van een in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot ondertekening door gedaagde van de koopovereenkomst, alsmede tot het notarieel transport van voornoemde woning, indien gedaagde weigerachtig is aan hetgeen onder II. en/of III. is bepaald te voldoen.
V. Veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 350,93 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat, waarvan op de voet van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te betalen aan de griffier van dit gerecht:
€ 87,93 aan explootkosten
€ 197,25 aan in debet gesteld griffierecht
€ 527,00 aan het salaris van de advocaat
aan de advocaat van eiseres
€ 65,75 aan niet in debet gesteld griffierecht
VI. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
VII. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.