RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 114026 / KG ZA 10-215
datum vonnis: 14 september 2010 (ps)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
1. [Eiser sub 1],
2. [eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
verder te noemen [eisers],
advocaat: mr. S.G. Hoekstra te Zwolle,
1. [gedaagde sub 1],
2. [gedaagde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden,
verder te noemen [gedaagden],
gemachtigde: mr. W. Wallinga.
[Eisers] hebben gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 7 september 2010. Ter zitting zijn verschenen: eiser sub 1 vergezeld door mr. Hoekstra en gedaagden sub 1 en sub 2 vergezeld door
mr. Wallinga. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
1.1. In deze zaak staat het navolgende vast.
1.2. [Eisers] zijn eigenaar van de woning aan de adres en woonplaats. [Gedaagden] zijn eigenaar van de woning aan de [adres en woonplaats]. De woningen bevinden zich binnen een straal van 10 meter van elkaar.
1.3. Op 1 maart 2010 heeft Van Meijel Bedrijfshygiëne, Houtconservering en Plaagdierpreventie (verder: Van Meijel) een deskundigenonderzoek verricht. Uit het rapport volgt dat de woning van [eisers] is aangetast door de spinthoutkever en dat er ernstig rekening wordt gehouden met kruisbesmetting.
1.4. Bij begassing ter bestrijding van de spinthoutkever wordt Vikane gebruikt, een gas bestaande uit sulfurylfluoride. Sinds 2002 is het middel in Nederland toegelaten. Vanaf
1 januari 2009 is het middel door het College voor de toelating voor de gewasbeschermingsmiddelen en biociden toegelaten als begassingsmiddel voor o.m. spinthoutkevers in woonhuizen. Bij besluit van 4 juni 2010 is Vikane door voornoemd college opnieuw toegelaten tot herregistratie als bestrijdingsmiddel tot in ieder geval
31 december 2018.
1.5. Bij besluit van 4 juni 2010 heeft voornoemd college als volgt (onder 1.3) besloten: “Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven”. In deze bijlage staat onder meer dat een begassing niet mag worden uitgevoerd “als de afstand van de buitenzijde van de te begassen ruimte en/of risicoruimte tot de buitenzijde van woon-, verblijfs- of werkruimten kleiner is dan 10 meter (=verboden zone). Dit verbod geldt niet indien er in ruimten buiten de te begassen ruimten gedurende de totale duur van de begassing en ontgassing geen personen, dieren en planten aanwezig zijn. De gassingsleider moet door middel van getekende verklaringen van de bedrijfsleiding en/of de bewoners kunnen aantonen dat tijdens de begassing geen personen aanwezig zullen zijn binnen de verboden zone”.
1.6. [Gedaagden] hebben tot op heden geweigerd om een ‘verklaring van afwezigheid’ te ondertekenen, zoals [eisers] hebben gevraagd.
2. De vordering van [eisers] en de –zakelijk weergegeven- toelichting daarop:
2.1. [Eisers] hebben gevorderd [gedaagden] te veroordelen om mee te werken aan het ondertekenen van een verklaring van afwezigheid gedurende de gehele begassing, binnen
2 werkdagen na dagtekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van
€ 5.000,00 voor elke dag of dagdeel dat [gedaagden] nalaten om voornoemde verklaring van afwezigheid te ondertekenen. Daarnaast hebben [eisers] gevorderd [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ad € 904,00 en te veroordelen in de proceskosten, inclusief nakosten.
2.2. Daartoe hebben [eisers] gesteld dat zij in het voorjaar van 2009 hebben ontdekt dat enkele houtdelen van de woning waren aangetast door een houtaantastend insect, dat zij zelf deze aantasting hebben bestreden met een geschikt bestrijdingsmiddel en dat het er tot het voorjaar van 2010 op leek dat de bestrijding succesvol was.
2.3. [Eisers] stellen aan de hand van voornoemd rapport dat de injecteermethode, waarbij de besmette gedeelten worden geïnjecteerd, praktisch onmogelijk is en dat bij toepassing van die methode geen garanties kunnen worden geboden dat de besmetting volledig zal zijn opgelost. Ook een andere bestrijdingsmethode, bestaande in verhitting van de woning, levert geen gegarandeerd volledig resultaat.
2.4. Van Meijel heeft een offerte aan [eisers] uitgebracht en heeft hen geadviseerd om de woning te begassen met een giftig gas, sulfurylfluoride. Die methode achten [eisers] met name geschikt, omdat hiermee 100% van de spinthoutkevers in alle voorkomende stadia worden gedood en er geen sloopwerkzaamheden hoeven plaats te vinden. Bij begassing wordt een door de overheid goedgekeurd middel gebruikt dat geen schadelijke uitwerking heeft op de gezondheid van mens en milieu. Een ambtenaar van het Ministerie van VROM en Van Meijel heeft dit ook herhaaldelijk besproken met [gedaagden].
2.6. De begassingsmethode is de enige methode om de spinthoutkever 100% te doden. Uit de verklaringen van het Ministerie van VROM, aannemer Belderink en Van Meijel blijkt dat de verhittingsmethode niet afdoende is om de spinthoutkever te bestrijden. Bovendien leidt verhitting van de woning van [eisers] tot nevenschade aan de woning.
2.7. [Eisers] zijn bereid om de kosten van [gedaagden] voor hun noodzakelijke verblijf elders voor hun rekening te nemen. Door onder de huidige omstandigheden na te laten een schriftelijke verklaring van afwezigheid te ondertekenen, handelen [gedaagden] in strijd met een op hun rustende wettelijke plicht althans in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
3. Het –zakelijk en voorzover van belang weergegeven- verweer van [gedaagden]:
3.1. [Gedaagden] hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
3.2. Allereerst hebben [gedaagden] het spoedeisend belang van [eisers] bij hun vordering betwist. Daartoe hebben zij onder meer aangevoerd dat [eisers] al verscheidene maanden van de besmetting op de hoogte zijn, terwijl zij nu verlangen dat [gedaagden] hun woning op zeer korte termijn (tijdelijk) verlaten.
3.3. [Gedaagden] hebben verder gesteld dat zij ernstig bezorgd zijn om de mogelijke gezondheidsrisico’s van begassing van het huis van [eisers], dat op minder dan een meter van hun huis afstaat. Die risico’s wegen voor hen des te zwaarder, omdat [gedaagde sub 2] thans in verwachting is.
3.4. De gehele gang van zaken levert ook grote psychologische druk op voor [gedaagden].
Dat zij hun woning gedurende de periode van begassing en ontgassing dienen te verlaten, levert een inbreuk op hun privacy op, die onevenredig veel zwaarder is dan het belang van [eisers].
3.5. Er zijn andere en minder schadelijke methoden om spinthoutkever te bestrijden, bij toepassing waarvan [gedaagden] hun woning niet hoeven te verlaten. Uit een offerte van Van Lierop blijkt dat de woning van [eisers] ook goed kan worden behandeld door middel van een heteluchtmethode. Deze methode is minder belastend voor alle buren en ook minder belastend voor het milieu, terwijl het door [eisers] beoogde doel daarmee evengoed kan worden bereikt als met begassing. Uit een verklaring van de heer Vonk van het KAD volgt dat deze methode, mits goed uitgevoerd, ook 100% resultaat kan geven.
3.6. Ten slotte hebben [gedaagden] gesteld niet in te zien hoe toewijzing van de vordering in het kader van een bodemprocedure ongedaan gemaakt zou kunnen worden.
4.1 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben [eisers] voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij de onderhavige vordering. De woning van [eisers] is aangetast door spinthoutkevers en [eisers] hebben belang bij een spoedige behandeling van de woning om verdere aantasting te voorkomen. De door hen voorgestelde begassing kan kennelijk alleen bij niet te lage buitentemperaturen worden toegepast en daarom slechts tot en met de maand september.
4.2. Naar geldend recht rust op [gedaagden] een burenrechtelijke verplichting om het hun buren [eisers] mogelijk te maken om aan hun woning noodzakelijke en dringende reparaties te (laten) verrichten. Onder zulke reparaties kan ook vallen de bestrijding van schadelijk ongedierte, zoals in dit geval. De van [gedaagden] te vergen medewerking kan onder bijzondere omstandigheden ook meebrengen dat zij hun huis gedurende korte tijd moeten verlaten, uiteraard tegen vergoeding van de daarmee gepaard gaande kosten.
4.3. De van [gedaagden] te verlangen mate van medewerking wordt begrensd door de eisen van de redelijkheid en billijkheid. De vordering van [eisers] is met die eisen om twee redenen onverenigbaar. Ten eerste verlangen zij van [gedaagden], dat zij reeds op een zeer korte termijn van enkele dagen hun huis verlaten. Dit vormt voor hen een onredelijke belasting.
4.4. En ten tweede zijn de door [gedaagden] waargenomen gezondheidsrisico’s van begassing van de zeer nabij gelegen buurwoning niet op voorhand onbegrijpelijk of onredelijk. Dat het toe te passen gas een door de overheid goedgekeurd middel is, is op zichzelf nog geen overtuigende garantie dat [gedaagden] van de door [eisers] voorgenomen begassing niets te vrezen hebben.
4.5. Overigens acht de voorzieningenrechter niet alle door [gedaagden] naar voren gebrachte bezwaren tegen begassing van doorslaggevend belang: ook als begassing schadelijker is voor het milieu dan (bijvoorbeeld) verhitting, kan het toch gerechtvaardigd zijn om te begassen, namelijk als dat het enige effectieve middel blijkt te zijn.
4.6. Een kortgedingprocedure is niet geschikt voor een deskundige analyse van de effectiviteit en de risico’s van begassing in vergelijking met de andere mogelijke methoden ter bestrijding van spinthoutkever. Met name is in een kort geding geen plaats voor benoeming door de rechtbank van een onpartijdige deskundige. In dit kort geding kan daarom geen verantwoord onderbouwde beoordeling worden gegeven van de door [gedaagden] gestelde risico’s. Voor eventuele inschakeling van een onpartijdige deskundige kunnen partijen in overweging nemen om een voorlopig deskundigenonderzoek te vragen (artt. 202 tot en met 207 Rv.).
4.7. Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eisers] moet worden afgewezen, waarbij zij als de in het ongelijk gestelde partij dienen te worden belast met de proceskosten.
4.8. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter nog, dat niet alleen [eisers] maar ook [gedaagden] groot belang kunnen hebben bij het effectief doden van de spinthoutkevers in de woning van [eisers] Immers, ook voor hun eigen huis bestaat het risico van (kruis)besmetting. Partijen doen er daarom goed aan om constructief met elkaar te overleggen over de in dit geval meest geschikte bestrijdingsmethode.
De beslissing
I. Wijst de vordering af.
II. Veroordeelt [eisers] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagden] begroot op € 263,00 aan verschotten en € 200,00 aan salaris gemachtigde.
III. Verklaart onderdeel II. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 september 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.