ECLI:NL:RBALM:2010:BN8485

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
113790 / KG ZA 10-203
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot nakoming van een overeenkomst tussen Centralsign B.V. en Jouw Franchise B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 20 september 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Centralsign B.V. en meerdere gedaagden, waaronder Jouw Franchise B.V. Centralsign, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.W.J.D. Ray-Engels, vorderde onder andere dat de gedaagden hoofdelijk zouden worden veroordeeld om medewerking te verlenen aan de levering van aandelen in Jouw Franchise en tot nakoming van een betalingsregeling. De gedaagden, waaronder Jouw Franchise en [gedaagde sub 4], werden vertegenwoordigd door mr. B.J. van Beek. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen tussen Centralsign en de gedaagden, en dat de gedaagden in gebreke waren gebleven bij de uitvoering van de gemaakte afspraken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de spoedeisendheid van de zaak voldoende was aangetoond en dat de gedaagden hoofdelijk moesten worden veroordeeld tot medewerking aan de levering van de aandelen, met een dwangsom van € 2.500,-- per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 50.000,--. Daarnaast werd Jouw Franchise veroordeeld tot nakoming van de overeengekomen betalingsregeling. De vorderingen van Centralsign werden deels toegewezen, terwijl andere vorderingen werden afgewezen. De kosten van het geding werden voor rekening van de gedaagden gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 113790 / KG ZA 10-203
datum vonnis: 20 september 2010 (amw)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Centralsign B.V.,
gevestigd te Hengelo (O),
eiseres,
verder te noemen Centralsign,
advocaat: mr. A.W.J.D. Ray- Engels te Roermond,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
verder te noemen [gedaagde sub 1],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Jouw Franchise B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
verder te noemen Jouw Franchise,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats],
4. [gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat: mr. B.J. van Beek te Enschede.
Het procesverloop
Centralsign heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Bij brief van 9 september 2010 heeft Centralsign haar eis vermeerderd en twee producties in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 13 september 2010. Ter zitting zijn verschenen: [betrokkene sub 1], namens Centralsign, bijgestaan door mr. Ray-Engels en de [gedaagde sub 4], namens zichzelf en gedaagden sub 1 tot en met 3, bijgestaan door mr. Van Beek.
De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
Vaststaande feiten
[Gedaagde sub 1] en Centralsign zijn de aandeelhouders van Jouw Franchise. [Gedaagde sub 1] heeft een belang van 60% en fungeert tevens als bestuurder van Jouw Franchise. Centralsign heeft een belang van 40%. [Gedaagde sub 1] wordt bestuurd door [gedaagde sub 4]. Centralsign wordt bestuurd door [betrokkene sub 1]. Jouw Franchise is in mei 2009 feitelijk door [gedaagde sub 4] en [betrokkene sub 1]opgericht. De samenwerking kwam tot stand, omdat de heer [betrokkene sub 2] - zoon van [betrokkene sub 1] - de deskundigheid in huis heeft om software te ontwikkelen, maar geen dan wel onvoldoende ervaring heeft om een onderneming zelfstandig te leiden. [Gedaagde sub 4] werd de commerciële kracht van Jouw Franchise en gaf volledig leiding aan de onderneming.
Het geschil
1. Centralsign vordert - kort weergegeven -:
a) gedaagden hoofdelijk te veroordelen om medewerking te verlenen aan de levering van de aandelen in het vermogen van Jouw Franchise op straffe van verbeurte van een dwangsom;
b) Jouw Franchise te veroordelen tot ondertekening en nakoming van de overeengekomen betalingsregeling op straffe van verbeurte van een dwangsom;
c) Jouw Franchise en de [gedaagde sub 4] te veroordelen om aan haar te voldoen een bedrag van € 1.191,60, te vermeerderen met de contractuele rente van datum opeisbaarheid tot datum van algehele voldoening;
d) gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
2. Centralsign stelt daartoe het volgende. Het dagelijks bestuur en de leiding van Jouw Franchise werden volledig gevoerd door de [gedaagde sub 4]. [Betrokkenen sub 1 en 2] hadden en hebben hier geen enkel zicht op. Alle facturen van Centralsign aan Jouw Franchise met betrekking tot de inbreng van arbeid en kennis door de zoon en de levering van zaken bleven onbetaald. Het openstaande factuurbedrag is op 1 december 2009 omgezet in een overeenkomst van geldlening. De hoogte van deze achtergestelde lening bedraagt
€ 21.448,69, waarover 4% rente per jaar verschuldigd is. De samenwerking verliep niet naar wens, hetgeen in juli 2010 leidde tot een koopovereenkomst tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] als kopers enerzijds en Centralsign als verkoper anderzijds, op grond waarvan alle aandelen in Jouw Franchise door Centralsign worden verkocht tegen een symbolische koopsom van € 1,--. Daarnaast werd een regeling overeengekomen tussen Jouw Franchise en Centralsign betreffende het (achtergestelde) krediet, inhoudende dat Jouw Franchise het krediet met ingang van 1 augustus 2010 maandelijks zou aflossen in 36 gelijke termijnen van € 595,80. Ter uitvoering van de gemaakte afspraken werd door de [gedaagde sub 4] aan de notaris opdracht gegeven de conceptakte op te maken. Aangezien beide partijen instemden met de inhoud van de leveringsakte en de betalingsregeling, werd een afspraak op 16 juli 2010 gemaakt voor ondertekening daarvan. Jouw Franchise, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] werden bij die gelegenheid allen vertegenwoordigd door de [gedaagde sub 4], waarbij de [gedaagde sub 4] plotseling ten kantore van de notaris besloot zijn medewerking aan de ondertekening van de akten te onthouden. Gedaagden weigeren tot op heden - ondanks sommaties - uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken. Centralsign vordert nakoming van de overeenkomsten en heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen. Op grond van de overeengekomen betalingsregeling dient Jouw Franchise vanaf 1 augustus 2010 maandelijks af te lossen. Nu betaling is uitgebleven vordert Centralsign een bedrag van € 1.191,60, betreffende twee verstreken termijnen inclusief de contractuele rente daarover.
3. Gedaagden voeren verweer. Op de stellingen van gedaagden wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
4. De spoedeisendheid van de zaak vloeit uit het gestelde voort en is in voldoende mate gebleken.
5. Voor toewijzing van de in deze procedure gevorderde nakoming is slechts plaats, indien met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet worden aangenomen dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, zodat ook in een bodemprocedure toewijzing van de vordering tot nakoming te verwachten is.
6. Gedaagden zijn van mening dat het nog niet tot een afgeronde koopovereenkomst is gekomen en dat er nog verder onderhandeld moet worden. Centralsign stelt zich op het standpunt dat een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen op initiatief van gedaagden.
7. Uit de stukken leidt de voorzieningenrechter af dat de notaris aan partijen een conceptakte van levering van de aandelen d.d. 6 juli 2010 heeft toegezonden, met als bijlage de betalingsregeling die hij van de [gedaagde sub 4] heeft ontvangen. Voorts verzoekt de notaris partijen, als zij met het concept kunnen instemmen, contact op te nemen voor het maken van een afspraak voor ondertekening van de akten. Partijen zijn het blijkbaar eens geworden over de inhoud van de akte, aangezien de akte en de betalingsregeling op 16 juli 2010 zouden worden getekend. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is tussen Centralsign als verkoper en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] als kopers een koopovereenkomst met betrekking tot de aandelen tot stand gekomen, alsmede een akkoord tussen Jouw Franchise en Centralsign met betrekking tot de betalingsregeling. Uit de conceptovereenkomst van 6 juli 2010 leidt de voorzieningenrechter af dat overeenstemming is bereikt op essentiële onderdelen (object, prijs en leveringsdatum).
8. Voorshands geoordeeld is niet aannemelijk dat er voor één van beide partijen één of meer essentiële onderdelen van de koop niet in de koopovereenkomst was of waren opgenomen of dat er ten aanzien van één of meer onderdelen in de koopovereenkomst nog een voorbehoud werd gemaakt. Het discussiepunt waar gedaagden op doelen en waarover geen overeenstemming zou zijn bereikt, is het al dan niet opnemen van een concurrentiebeding in de akte van levering. De voorzieningenrechter overweegt dat als gedaagden dit een essentieel onderdeel van de koopovereenkomst beschouwen, het voor de hand had gelegen daarover in eerder stadium al expliciet afspraken te maken met Centralsign en deze afspraken, al dan niet in de koopovereenkomst, vast te leggen.
9. Voorts doen gedaagden een beroep op dwaling, aangezien zij zich niet zouden hebben gerealiseerd wat de consequenties van deze afspraken waren. Dit ziet met name op de onredelijke verdeling van de lasten binnen Jouw Franchise. Deze stelling wordt door Centralsign gemotiveerd betwist.
10. Het door gedaagden gedane beroep op dwaling als vernietigingsgrond voor de overeenkomst wordt vooralsnog als weinig kansrijk beoordeeld. Uit productie 8 leidt de voorzieningenrechter af dat de overeenkomst op basis van een voorstel van [gedaagde sub 1] tot stand is gekomen. Ook het betalingsvoorstel komt van de hand van de [gedaagde sub 4]. Het initiatief voor de voorstellen lag dan ook bij gedaagden. Bovendien heeft Centralsign onbetwist gesteld dat zij - ondanks diverse verzoeken daartoe - niet op de hoogte was van de financiële situatie van Jouw Franchise, omdat de [gedaagde sub 4] geen inzage in de boekhouding heeft gegeven. Voorts hebben gedaagden ook niet betwist dat het dagelijkse bestuur en de leiding van Jouw Franchise volledig werden gevoerd door de [gedaagde sub 4]. Gelet op het vorenstaande acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat de [gedaagde sub 4] ten aanzien van de financiële positie van Jouw Franchise volledig op de hoogte was.
11. Daarnaast hebben gedaagden een beroep gedaan op misbruik van omstandigheden. Volgens gedaagden stond de [gedaagde sub 4] met zijn rug tegen de muur, omdat crediteuren van Jouw Franchise met een faillissementsaanvraag dreigden. Toen de [gedaagde sub 4] Centralsign verzocht om bij te storten om Jouw Franchise in leven te houden, weigerde Centralsign dit. Teneinde het bedrijf te redden en verlost te zijn van de tegenwerkende aandeelhouder en de druk van de schuldeisers, heeft de [gedaagde sub 4] voorgesteld om de aandelen aan hem te verkopen voor € 1,-- en de achtergestelde lening in 36 maandelijkse termijnen af te lossen. Daarbij moet volgens de [gedaagde sub 4] worden meegewogen dat hij zich al geruime tijd in een burn out situatie bevond, hetgeen ook bekend zou zijn geweest bij Centralsign.
Centralsign heeft ook deze stellingen gemotiveerd betwist.
12. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagden niet aannemelijk hebben gemaakt dat sprake is geweest van misbruik van omstandigheden. Zij hebben deze stellingen - die door Centralsign zijn betwist - op geen enkele wijze onderbouwd.
13. Gelet op het vorenstaande worden de door Centralsign in het petitum onder 1. en 2. gevorderde voorzieningen deels toegewezen, met inachtneming van het navolgende. Ter zake de eerste vordering worden alleen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeeld om hun medewerking te verlenen aan de levering van de aandelen, nu zij in de conceptakte zijn genoemd als kopers. De vordering ten aanzien van de [gedaagde sub 4] en Jouw Franchise wordt daarom afgewezen. Ten aanzien van de onder 2 gevorderde voorziening overweegt de voorzieningenrechter dat Jouw Franchise niet zal worden veroordeeld tot ondertekening van de betalingsregeling, omdat hij van oordeel is dat Jouw Franchise ook zonder ondertekening reeds gehouden is om de overeenkomst na te komen. De gevorderde dwangsommen zal de voorzieningenrechter matigen tot € 2.500,-- per dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] nalaten aan dit vonnis te voldoen met een maximum van € 50.000,-- . De gevorderde dwangsommen tot nakoming van de overeengekomen betalingsregeling worden niet toegewezen, nu dat in strijd zou zijn met het bepaalde in artikel 611a Rv.
14. Tenslotte vordert Centralsign Jouw Franchise en de [gedaagde sub 4] te veroordelen om aan haar te voldoen een bedrag van € 1.191,60, te vermeerderen met de contractuele rente van datum opeisbaarheid tot datum van algehele voldoening.
15. Voor toewijzing van een vordering in kort geding strekkende tot betaling van een geldbedrag dan wel van een voorschot daarop is vereist dat buiten redelijke twijfel staat dat de bodemrechter, over dit geschil oordelende, tot de beslissing zal komen dat gedaagde het thans gevorderde bedrag verschuldigd is. Voorts moet een spoedeisend belang aanwezig zijn, dat meebrengt dat van de eisende partij - mede gelet op de thans reeds bestaande duidelijkheid over de te verwachten beslissing in de bodemzaak - niet kan worden gevergd dat hij zo lang op de betaling zou moeten wachten. Tenslotte mag er geen restitutierisico voor de gedaagde bestaan dat, gelet op het belang van de eisende partij, onacceptabel is.
16. De voorzieningenrechter zal deze vordering afwijzen, aangezien Centralsign geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd, die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed geboden is.
17. Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij zullen gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk om binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan de levering van de aandelen in het vermogen van Jouw Franchise, dit conform de door Notariskantoor Veldhof opgestelde conceptakte met aanhangsel (productie 2 en 4 van de dagvaarding), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag of gedeelte van de dag dat gedaagden nalaten om aan dit vonnis te voldoen, tot een maximum van € 50.000,--.
II. veroordeelt Jouw Franchise tot nakoming van de overeengekomen betalingsregeling.
III. veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Centralsign begroot op
€ 336,89 aan verschotten en € 816,-- aan salaris van de advocaat.
IV. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
V. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 september 2010, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Witkop, griffier.