ECLI:NL:RBALM:2010:BO0371

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/700009-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Berg
  • A. Alers
  • J. van der Lecq
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan overval op tankstation in Borne met geweld en bedreiging

Op 12 oktober 2010 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die medeplichtig was aan een gewapende overval op een tankstation in Borne op 2 januari 2010. De verdachte leende een auto en fungeerde als chauffeur tijdens de overval, waarbij een medewerker van het tankstation onder bedreiging van geweld werd gedwongen tot de afgifte van geld en een mobiele telefoon. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, hoewel niet de initiator van de overval, een belangrijke rol speelde door de mededaders naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en hen te ondersteunen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met toezicht van de reclassering. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde toezicht van de reclassering. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 1.450,-- aan de benadeelde partij, de medewerker van het tankstation, ter compensatie van de geleden schade. De rechtbank overwoog dat de overval een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer had veroorzaakt en dat dergelijke feiten gevoelens van onveiligheid in de maatschappij met zich meebrengen. De rechtbank hield rekening met de rol van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen, maar vond de opgelegde straf passend en geboden.

Uitspraak

Parketnummer: 08/700009-10
STRAFVONNIS
Uitspraak: 12 oktober 2010
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem,
terechtstaande terzake dat:
hij op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit de shop van het
Shell tankstation aan de Europastraat) heeft weggenomen euro 808,90, althans
enig geldbedrag en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1] en/of
[slachtoffer sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation
aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van euro 808,90 euro, althans enig geldbedrag
en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente
Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit de shop van het
Shell tankstation aan de Europastraat) heeft weggenomen euro 808,90, althans
enig geldbedrag en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1] en/of
[slachtoffer sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan die [medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 2 januari
2010 in de gemeente(n) Borne en/of Hengelo (O) en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) in een door
hem, verdachte, bestuurde auto naar en/of (met de buit) van de plaats van
het misdrijf te vervoeren, althans het vervoer van die [medeverdachte sub 1] en/of die
[medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) naar en/of van de plaats van het
misdrijf te organiseren/regelen, en/of
- in de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren/
achten/op de uitkijk te gaan staan teneinde in geval van ontdekking op
heterdaad die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s)
te kunnen waarschuwen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, NOG MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente
Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation
aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van euro 808,90 euro, althans enig geldbedrag
en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of aan Shell tankstation en/of
[benadeelde partij sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 2 januari
2010 in de gemeente(n) Borne en/of Hengelo (O) en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) in een door
hem, verdachte, bestuurde auto naar en/of (met de buit) van de plaats van
het misdrijf te vervoeren, althans het vervoer van die [medeverdachte sub 1] en/of die
[medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) naar en/of van de plaats van het
misdrijf te organiseren/regelen, en/of
- in de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren/
wachten/op de uitkijk te gaan staan teneinde in geval van ontdekking op
heterdaad die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s)
te kunnen waarschuwen.
Gezien de stukken.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting.
Gehoord de vordering van de officier van justitie.
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat, zakelijk weergegeven, er sprake was van een onrechtmatige aanhouding van verdachte nu er ten tijde van zijn aanhouding geen redelijk vermoeden van schuld was. Een hulpofficier van justitie die niet bevoegd is heeft, aldus de verdediging, vervolgens de inverzekeringstelling bevolen hetgeen hij op grond van het voorgaande niet had mogen doen. Dit moet naar de mening van de raadsman leiden tot bewijsuitsluiting, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank was de aanhouding van verdachte wel degelijk gebaseerd op een redelijk vermoeden van schuld. Uit het strafdossier blijkt dat een getuige ten tijde van de overval het kenteken van de auto van verdachte had genoteerd, andere getuigen herkenden het type en de kleur van de auto. Na onderzoek bleek dat deze auto het eigendom van verdachte was. Deze constatering levert naar het oordeel van de rechtbank reeds een redelijk vermoeden van schuld op: dat verdachte na deze constatering niet onmiddellijk is aangehouden maar aanvankelijk vrijwillig is gehoord, doet daaraan niets af. De inverzekeringstelling is weliswaar gegeven door een onbevoegde hulpofficier van justitie waardoor er gehandeld is in strijd met artikel 57 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering, doch gelet op het voorgaande zal de rechtbank daaraan geen verdere consequenties verbinden omdat verdachte door dit verzuim niet in enig rechtens te respecteren belang is geschaad. De rechtbank volstaat met de vaststelling dat de betrokken persoon onbevoegd was.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het nog meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
[medeverdachte sub 1] en [medeverdachte sub 2] op 2 januari 2010 in de gemeente Borne, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van 808,90 euro en een mobiele telefoon, toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of [benadeelde partij sub 1], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte sub 1] en die [medeverdachte sub 2] en hun mededaders:
- van korte afstand een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer sub 1] hebben gericht gehouden, en
- over de balie zijn gesprongen, en
- hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en zijn telefoon moest geven, en
- geld uit de kassa hebben gepakt, en
- die [slachtoffer sub 1] hebben gezegd op de grond te gaan liggen
tot bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 2 januari 2010 in de gemeenten Borne en Hengelo (O) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 1] en die [medeverdachte sub 2] en hun mededaders in een door
hem, verdachte, bestuurde auto naar de plaats van het misdrijf te vervoeren, en
- in de nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren en te wachten.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte nog meer subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft nog meer subsidiair het misdrijf:
"Medeplichtigheid aan: diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken",
strafbaar gesteld bij artikel 48, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake het primair telastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met als bijzondere voorwaarde toezicht van de reclassering.
Zij vordert voorts toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer sub 1] tot een bedrag van € 1.592,72, oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijk verklaring van het overige deel en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Op 2 januari 2010 heeft een groep, waarvan verdachte deel uitmaakte, een brute overval gepleegd op een tankstation in Borne. Verdachte heeft daarbij zijn auto beschikbaar gesteld en is als chauffeur opgetreden. Voorts heeft hij gedeeld in de buit. Dit feit houdt een ingrijpende aantasting in van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en hij ondervindt daarvan nog dagelijks de negatieve gevolgen in de vorm van gevoelens van angst en onzekerheid. Feiten als het onderhavige veroorzaken bovendien onrust en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij, te meer nu onderhavige overvallen deel uitmaken van een golf van overvallen in de regio Twente.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging en bij het bepalen van de hoogte hiervan allereerst rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde feit, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met het feit dat hij niet de initiator is geweest en dat hij het tankstation niet binnen is geweest om onder bedreiging van het slachtoffer geld af te persen, maar dat hem slechts een relatief ondergeschikte rol was toebedeeld. De rechtbank houdt daarnaast ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij, zo blijkt uit het uittreksel uit zijn justitiële documentatie, in 2009 nog is veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen personen. Blijkbaar heeft de in die veroordeling besloten liggende waarschuwing verdachte er niet van weerhouden om opnieuw in de fout te gaan.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met – gelet op de over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapportage – als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht, passend en geboden is.
Civiele vordering
De rechtbank overweegt verder, dat [slachtoffer sub 1], ter zake van het onderhavige feit, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 3.232,65, bestaande uit de volgende posten:
- mobiele telefoon € 342,72
- netto inkomstenderving januari tot en met maart 2010 € 415,93
- voorschot op verlies arbeidsvermogen vanaf 1 april 2010
(onder voorbehoud van rechten voor het overige) € 1.224,--
- een immateriële schadevergoeding
(onder voorbehoud van rechten voor het overige) € 1.250,--
Naar het oordeel van de rechtbank is deze gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit sub 1 meer subsidiair rechtstreeks schade is toegebracht.
De rechtbank begroot de schade vanwege de mobiele telefoon in redelijkheid op
€ 200,--. De door de benadeelde partij opgeven schadepost betreft de aanschafwaarde van een vervangende telefoon, hetgeen niet gelijk is te stellen aan de waarde van de verloren gegane telefoon.
Het gevorderde bedrag wegens smartengeld komt de rechtbank redelijk voor, zodat dit zal worden toegewezen. Het restant van de vordering acht de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat dit zich leent voor een behandeling in de strafzaak, zodat dit gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het onder het meer subsidiair bewezen verklaarde is toegebracht.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27 en 36f van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het nog meer subsidiair tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van 24 maanden.
Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 6 maaanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, regio Almelo.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen nog meer subsidiaire tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer sub 1] van een bedrag groot: € 1.450,-- (zegge: éénduizendvierhonderdvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 januari 2010, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde nog meer subsidiair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.450,-- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer sub 1], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 24 dagen zal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [slachtoffer sub 1], voor een deel van € 1.782,65 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door mr. Berg, voorzitter, mr. Alers en mr. Van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van Endlich, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 oktober 2010.