ECLI:NL:RBALM:2010:BO0377

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/700060-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Bloebaum
  • mr. Berg
  • mr. Alers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen of medeplichtigheid aan overval op Chinees Indisch Eethuis Nihao te Hengelo, maar veroordeling voor opzetheling

In deze zaak, uitgesproken op 12 oktober 2010 door de Rechtbank Almelo, werd de verdachte beschuldigd van heling en betrokkenheid bij een gewapende overval op het Chinees Indisch Eethuis Nihao in Hengelo op 12 december 2009. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte een rol had gespeeld in de voorbereiding of uitvoering van de overval. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan opzetheling, omdat hij een deel van de buit had ontvangen, wetende dat dit geld afkomstig was van een misdrijf. De rechtbank legde een gevangenisstraf van twee weken op, waarbij de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht in mindering werd gebracht.

De rechtbank overwoog dat de overval een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers had veroorzaakt, wat leidde tot gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte had niet de initiator van de overval geweest, maar had wel een deel van de buit aangenomen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten.

De civiele vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte € 30,-- moest betalen aan de benadeelde partij, terwijl de resterende vordering niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 44 dagen gevangenisstraf wegens recidive. De uitspraak benadrukte de maatschappelijke impact van dergelijke misdrijven en de noodzaak van een passende straf.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummers: 08/700060-10 en 08/710750-09 (tul)
STRAFVONNIS
Uitspraak: 12 oktober 2010
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo,
terechtstaande terzake dat:
hij op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een aan de
[adres] gelegen Chinees Indisch Eethuis Nihao) heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en) (ongeveer euro 160,--/170,--), in elk geval enig geld, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer sub 1] en/of Chinees Indisch Eethuis Nihao,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1] en/of [slachtoffer sub 2] en/of [slachtoffer sub 3],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte(n) en/of zijn mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] en/of die [slachtoffer sub 2] en/of die
[slachtoffer sub 3] heeft gericht en/of gericht gehouden, en/of
- tegen die [slachtoffer sub 1] en/of die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] heeft gezegd/geroepen
-zakelijk weergegeven- dat zij/hij/ze moest(en) blijven (stil) staan en/of
(vervolgens) dat ze 5 minuten moesten wachten;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente
Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een aan de
[adres] gelegen Chinees Indisch Eethuis Nihao) heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en) (ongeveer euro 160,--/170,--), in elk geval enig geld, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer sub 1] en/of Chinees Indisch Eethuis Nihao,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2]
en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1] en/of [slachtoffer sub 2] en/of [slachtoffer sub 3],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] en/of die [slachtoffer sub 2] en/of die
[slachtoffer sub 3] heeft gericht en/of gericht gehouden, en/of
- tegen die [slachtoffer sub 1] en/of die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] heeft gezegd/geroepen
-zakelijk weergegeven- dat zij/hij/ze moest(en) blijven (stil) staan en/of
(vervolgens) dat ze 5 minuten moesten wachten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 12
december 2009 in de gemeente Hengelo (O) en/of elders in Nederland opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 2] en/of die [medeverdachte sub 1] met elkaar in contact te brengen, en/of
met die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) de plaats van het misdrijf
"af te leggen"/te observeren, en/of
- die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) in een door die [medeverdachte sub 2] bestuurde
auto naar de plaats van het misdrijf te vervoeren/begeleiden , en/of
- die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) (met de buit) van de plaats van het
misdrijf te vervoeren, en/of
- (in) die door die [medeverdachte sub 2] bestuurde auto in de (onmiddellijke) nabijheid
van de plaats van het misdrijf te parkeren en/of (vervolgens) te wachten op
die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) en/of teneinde in geval van
ontdekking op heterdaad die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) te kunnen
waarschuwen, en/of
- met die [medeverdachte sub 1] en/of zijn mededader(s) de opbrengst van dat misdrijf te
verdelen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O), in elk geval
in Nederland,
een geldbedrag heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dat geldbedrag wist dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof.
Gezien de stukken.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting.
Gehoord de vordering van de officier van justitie.
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Met name is niet bewezen dat verdachte met betrekking tot de overval op het Chinees Indisch Eethuis Nihao in de voorbereiding en uitvoering een rol heeft gespeeld, maar hij heeft wel een deel van de buit ontvangen, terwijl hij toen hij dat geld in ontvangst nam, wist dat dit geld van diefstal afkomstig was..
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O), in elk geval
in Nederland, een geldbedrag heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van dat geldbedrag wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf:
"opzetheling",
strafbaar gesteld bij artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake het primair telastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf van 44 dagen. Voorts vordert zij toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer sub 1] en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Op 12 december 2009 heeft een groep, waarvan verdachte deel uitmaakte, een brute overval gepleegd op een Chinees Indisch eethuis in Hengelo. Hoewel niet is bewezen dat verdachte een aandeel heeft gehad bij deze overval, heeft hij wel gedeeld in de buit, wetende dat een dergelijke overval een ingrijpende aantasting inhoudt in de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit slachtoffer ondervindt daarvan nog dagelijks de negatieve gevolgen in de vorm van gevoelens van angst en onzekerheid. Een feit als het onderhavige veroorzaken bovendien onrust en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij, te meer nu onderhavige overvallen deel uitmaken van een golf van overvallen in de regio Twente.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging en bij het bepalen van de hoogte hiervan allereerst rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde feit, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met het feit dat hij niet de initiator is geweest en dat hij het eethuis niet binnen is geweest om onder bedreiging van het slachtoffer geld af te persen, maar dat hij slechts een deel van dat geld heeft aangenomen. De rechtbank houdt daarnaast ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij, zo blijkt uit het uittreksel uit zijn justitiële documentatie, in 2008 en 2009 nog is veroordeeld voor (gewelds-)delicten.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twee weken passend en geboden is.
Gelet op het voorgaande dient de voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang te worden opgeheven: dat bevel is reeds op 4 oktober jl. afgegeven.
Civiele vordering
De rechtbank overweegt verder, dat [slachtoffer sub 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres], zich ter zake van het telastegelegde feit zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 182,10, bestaande uit de volgende posten:
- papiergeld uit de kassa € 170,--, en
- slaapmedicatie € 12,10
Naar het oordeel van de rechtbank is deze gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde, meer subsidiaire feit rechtstreeks schade is toegebracht.
De schade bedraagt minder dan het gevorderde bedrag, namelijk € 30,--, zijnde het bedrag dat verdachte na de overval heeft ontvangen. De vordering is daarom tot dat bedrag toewijsbaar, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering.
De rechtbank zal ook hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het meer subsidiair bewezen verklaarde feit is toegebracht.
De na te melden straf en maatregel is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27 en 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering tenuitvoerlegging wegens recidive, betreffende parketnummer 08/710750-09.
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie te Almelo van 15 juni 2010, tot het geven van een last tot tenuitvoerlegging van het bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 30 november 2009 opgelegde voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf, van oordeel dat die vordering behoort te worden toegewezen, nu is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het meer subsidiair tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van 2 weken.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte, terzake van het meer subsidiair bewezen feit tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer sub 1] van een bedrag groot: € 30,-- (zegge: dertig euro), voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het meer subsidiair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 30,-- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer sub 1], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 1 dag zal worden toegepast, een en ander voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [slachtoffer sub 1] voor een deel van € 152,10 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Betreffende parketnummer: 08/710750/09.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 30 november 2009, te weten van 44 dagen gevangenisstraf.
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.
Aldus gewezen door mr. Bloebaum, voorzitter, mr. Berg en mr. Alers, rechters, in tegenwoordigheid van Endlich, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 oktober 2010.