ECLI:NL:RBALM:2010:BO0378

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/700059-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Berg
  • A. Alers
  • J. van der Lecq
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplichtigheid aan overvallen op tankstation en restaurant met geweld

Op 12 oktober 2010 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan twee gewelddadige overvallen. De eerste overval vond plaats op 2 januari 2010 op een tankstation in Borne, waar de verdachte samen met anderen een medewerker onder bedreiging van een vuurwapen dwong tot de afgifte van geld en een mobiele telefoon. De verdachte had een rol als chauffeur en had de medeverdachten naar de plaats van het misdrijf vervoerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet de initiator van de overval was, maar wel een actieve rol had gespeeld door de voorbereidingen te treffen en een deel van de buit te ontvangen. De tweede overval vond plaats op 12 december 2009 op een Chinees Indisch restaurant in Hengelo, waarbij ook geweld werd gebruikt tegen medewerkers. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan medeplichtigheid aan deze overvallen en legde een gevangenisstraf op van drie jaar en zes maanden, evenals schadevergoedingen aan de slachtoffers. De rechtbank overwoog dat de feiten een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers vormden en dat de verdachte eerder was veroordeeld voor geweldsdelicten. De vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding voor de mobiele telefoon en immateriële schade toekende, maar andere delen van de vordering niet-ontvankelijk verklaarde. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen wegens recidive.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummers: 08/700059-10, 08/750265-08 (tul) en 08/721489-07 (tul)
STRAFVONNIS
Uitspraak: 12 oktober 2010
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Zutphen,
terechtstaande terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit de shop van het
Shell tankstation aan de Europastraat) heeft weggenomen euro 808,90, althans
enig geldbedrag en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1] en/of
[slachtoffer sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation
aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van euro 808,90 euro, althans enig geldbedrag en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit de shop van het
Shell tankstation aan de Europastraat) heeft weggenomen euro 808,90, althans
enig geldbedrag en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan Shell tankstation en/of [benadeelde partij sub 1] en/of
[slachtoffer sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan die [medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 2 januari
2010 in de gemeente(n) Borne en/of Hengelo (O) en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar en/of (met de buit) van de plaats van het misdrijf te vervoeren, althans het vervoer van die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) naar en/of van de plaats van het misdrijf te organiseren/regelen, en/of in de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren/ wachten/op de uitkijk te gaan staan teneinde in geval van ontdekking op
heterdaad die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) te kunnen waarschuwen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, NOG MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 1] en/of [medeverdachte sub 2] op of omstreeks 2 januari 2010 in de gemeente Borne,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation
aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van euro 808,90 euro, althans enig geldbedrag
en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of aan Shell tankstation en/of
[benadeelde partij sub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gericht en/of
gericht gehouden, en/of
- over de balie is/zijn gesprongen, en/of
- heeft/hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open moest doen en dat hij geld en/of zijn telefoon moest geven, en/of
- geld uit de kassa heeft/hebben gepakt, en/of
- die [slachtoffer sub 1] heeft/hebben gedwongen/gezegd op de grond te gaan liggen
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 2 januari
2010 in de gemeente(n) Borne en/of Hengelo (O) en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar en/of (met de buit) van de plaats van het misdrijf te vervoeren, althans het vervoer van die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) naar en/of van de plaats van het misdrijf te organiseren/regelen, en/of
- in de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren/
wachten/op de uitkijk te gaan staan teneinde in geval van ontdekking op
heterdaad die [medeverdachte sub 1] en/of die [medeverdachte sub 2] en/of zijn/hun mededader(s) te kunnen waarschuwen;
2.
hij op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een aan de
[adres] gelegen Chinees Indisch Eethuis Nihao) heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en) (ongeveer euro 160,--/170,--), in elk geval enig geld, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer sub 2] en/of Chinees Indisch Eethuis Nihao,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 2] en/of [slachtoffer sub 3] en/of [slachtoffer sub 4],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte(n) en/of zijn mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die
[slachtoffer sub 4] heeft gericht en/of gericht gehouden, en/of
- tegen die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die [slachtoffer sub 4] heeft gezegd/geroepen
-zakelijk weergegeven- dat zij/hij/ze moest(en) blijven (stil) staan en/of
(vervolgens) dat ze 5 minuten moesten wachten;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte sub 2] op of omstreeks 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een aan de
[adres] gelegen Chinees Indisch Eethuis Nihao) heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en) (ongeveer euro 160,--/170,--), in elk geval enig geld, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer sub 2] en/of Chinees Indisch Eethuis Nihao,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte sub 2] en/of zijn
mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 2] en/of [slachtoffer sub 3] en/of [slachtoffer sub 4],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die
[medeverdachte sub 2] en/of zijn mededader(s):
- (van korte afstand) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op (het hoofd/lichaam van) die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die
[slachtoffer sub 4] heeft gericht en/of gericht gehouden, en/of
- tegen die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die [slachtoffer sub 4] heeft gezegd/geroepen
-zakelijk weergegeven- dat zij/hij/ze moest(en) blijven (stil) staan en/of
(vervolgens) dat ze 5 minuten moesten wachten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 12
december 2009 in de gemeente Hengelo (O) en/of elders in Nederland opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door:
- die [medeverdachte sub 2] en/of zijn mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde
auto naar en/of (met de buit) van de plaats van het misdrijf te vervoeren,
en/of
- (in) die door hem, verdachte, bestuurde auto in de (onmiddellijke) nabijheid
van de plaats van het misdrijf te wachten/parkeren op die [medeverdachte sub 2] en/of zijn
mededader(s) en/of teneinde in geval van ontdekking op heterdaad die [medeverdachte sub 2]
en/of zijn mededader(s) te kunnen waarschuwen.
Gezien de stukken.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting.
Gehoord de vordering van de officier van justitie.
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht niet bewezen dat de rol van verdachte bij de overval op het tankstation in Borne groter was dan die van een medeplichtige. Hij heeft voor die rit op verzoek van een medeverdachte iemand ([medeverdachte sub 3]) gezocht en gevraagd om met diens auto als chauffeur te fungeren ten behoeve van wat hij wist – een te plegen beroving. Hij heeft die [medeverdachte sub 3] in contact gebracht met zijn medeverdachten opdat zij de beroving konden plegen. Niet is komen vast te staan dat hij overigens actief heeft bijgedragen aan de beroving. Wel heeft hij gedeeld in de opbrengst ervan.
.
De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 nog meer subsidiaire en sub 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
[Medeverdachte sub 1] en [medeverdachte sub 2] op 2 januari 2010 in de gemeente Borne, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld (in de shop van het Shell tankstation
aan de Europastraat) een medewerker van het tankstation, genaamd [slachtoffer sub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van 808,90 euro en een mobiele telefoon, toebehorende aan die [slachtoffer sub 1] en/of [benadeelde partij sub 1], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte sub 1] en die [medeverdachte sub 2] en hun mededaders:
- van korte afstand een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer sub 1] hebben gericht gehouden, en
- over de balie zijn gesprongen, en
- hebben geschreeuwd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer sub 1] de kassa open
moest doen en dat hij geld en zijn telefoon moest geven, en
- geld uit de kassa hebben gepakt, en
- die [slachtoffer sub 1] hebben gezegd op de grond te gaan liggen
tot bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 2 januari 2010 in de gemeenten Borne en Hengelo (O) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- het vervoer van die [medeverdachte sub 1] en die [medeverdachte sub 2] naar en van de plaats van het misdrijf te organiseren/regelen;
2.
hij op 12 december 2009 in de gemeente Hengelo (O), met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een aan de [adres] gelegen Chinees Indisch Eethuis Nihao) heeft weggenomen geld (ongeveer 170,-- euro), toebehorende aan [slachtoffer sub 2] en/of Chinees Indisch Eethuis Nihao, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer sub 2] en [slachtoffer sub 3] en [slachtoffer sub 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte sub 2]:
- (van korte afstand) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die [slachtoffer sub 4] heeft gericht en/of gericht gehouden, en
- tegen die [slachtoffer sub 2] en/of die [slachtoffer sub 3] en/of die [slachtoffer sub 4] heeft gezegd/geroepen
-zakelijk weergegeven- dat zij moesten blijven stil staan en dat ze 5 minuten moesten wachten.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 nog meer subsidiair en sub 2 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1 nog meer subsidiair het misdrijf:
"Medeplichtig aan: diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken",
strafbaar gesteld bij de artikelen 48 en 312 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft sub 2 primair het misdrijf:
"Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken",
strafbaar gesteld bij de artikelen 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake het onder 1 primair en 2 primair telastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer sub 1] tot een bedrag van € 1.592,72, oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijk verklaring van het overige deel en toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer sub 2], eveneens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor de parketnummers 08/750265-08 en 08/721489-07 vordert zij de tenuitvoerlegging van respectievelijk het bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 3 november 2008 opgelegde voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf en de bij vonnis van de kinderrechter in deze rechtbank van 29 april 2008 opgelegde voorwaardelijke werkstraf.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Op 12 december 2009 en 2 januari 2010 heeft een groep personen in wisselende samenstelling een tweetal brute overvallen gepleegd, te weten respectievelijk op restaurant Nihao in Hengelo en op een tankstation in Borne. Verdachte is in het geval van de beroving van Nihao telkens als chauffeur opgetreden. Voor de overval op restaurant Nihao heeft hij de nodige voorbereidingshandelingen verricht door een auto te regelen en deze te besturen. Er is langdurig rondgereden op zoek naar een geschikte plaats voor een beroving, verdachte is gestopt toen dit werd gewenst en is met zijn mededader en de buit weggereden om te vluchten toen de mededader zich weer aandiende met de buit. Voorts heeft verdachte “een stevig iemand” benaderd om deel uit te maken van de groep overvallers. Daarna heeft hij uit de buit een bedrag van € 30,-- aangenomen. Bij de overval op het tankstation in Borne heeft verdachte een mededader met een auto geregeld. Uiteindelijk heeft verdachte een deel van de buit in ontvangst genomen.
Deze feiten houden een ingrijpende aantasting in van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en zij ondervinden daarvan nog dagelijks de negatieve gevolgen in de vorm van gevoelens van angst en onzekerheid. Feiten als de onderhavige veroorzaken bovendien onrust en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij, te meer nu onderhavige overvallen deel uitmaken van een golf van overvallen in de regio Twente.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging en bij het bepalen van de hoogte hiervan allereerst rekening gehouden met de ernst van de bewezenverklaarde feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Gelet op de professioneel ogende wijze van uitvoering, zoals het gebruik van een vuurwapen, is een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur reëel.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met het feit dat hij niet de initiator is geweest en dat hij het restaurant en het tankstation niet binnen is geweest om onder bedreiging van de slachtoffers geld af te persen. Anderzijds heeft verdachte bij de overval op het restaurant Nihao de nodige voorbereidingshandelingen verricht, wat van hem een mededader maakt. De rechtbank houdt daarnaast ten nadele van verdachte rekening met het feit dat hij, zo blijkt uit het uittreksel uit zijn justitiële documentatie, vaker voor geweldsdelicten is veroordeeld; daarnaast liep hij ter zake eerdere veroordelingen nog in twee proeftijden. Blijkbaar laat verdachte zich weinig gelegen liggen aan de in die vonnissen besloten liggende waarschuwingen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar en 6 maanden passend en geboden is.
Civiele vorderingen
De rechtbank overweegt verder, dat [slachtoffer sub 1], ter zake van feit 1 nog meer subsidiair, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 3.232,65, bestaande uit de volgende posten:
- mobiele telefoon € 342,72
- netto inkomstenderving januari tot en met maart 2010 € 415,93
- voorschot op verlies arbeidsvermogen vanaf 1 april 2010
(onder voorbehoud van rechten voor het overige) € 1.224,--
- een immateriële schadevergoeding
(onder voorbehoud van rechten voor het overige) € 1.250,--
Naar het oordeel van de rechtbank is deze, gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit sub 1 meer subsidiair rechtstreeks schade is toegebracht.
De rechtbank begroot de schade vanwege de mobiele telefoon in redelijkheid op
€ 200,--. De door de benadeelde partij opgeven schadepost betreft de aanschafwaarde van een vervangende telefoon, hetgeen niet gelijk is te stellen aan de waarde van de verloren gegane telefoon.
Het gevorderde bedrag wegens smartengeld komt de rechtbank redelijk voor, zodat dit zal worden toegewezen. Het restant van de vordering acht de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat dit zich leent voor een behandeling in de strafzaak, zodat dit gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 meer subsudiair is toegebracht.
De rechtbank overweegt voorts, dat [slachtoffer sub 2], wonende te [woonplaats] aan de [adres], zich ter zake van feit 2 primair zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 182,10, bestaande uit de volgende posten:
- papiergeld uit de kassa € 170,--, en
- slaapmedicatie € 12,10
Naar het oordeel van de rechtbank is deze, gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit sub 2 primair rechtstreeks schade is toegebracht.
De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 182,10, zodat de vordering toewijsbaar is.
De rechtbank zal ook hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feit 2 primair is toegebracht.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Vordering tenuitvoerlegging wegens recidive, betreffende de parketnummers 08/750265-08 en 08/721489-07.
De rechtbank is ten aanzien van de vorderingen van de officier van justitie te Almelo van 15 juni 2010, tot het geven van een last tot tenuitvoerlegging van respectievelijk het bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 3 november 2008 opgelegde voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf en de bij vonnis van de kinderrechter in deze rechtbank van 29 april 2008 opgelegde voorwaardelijke werkstraf, van oordeel dat die vordering behoort te worden toegewezen, nu is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd meermalen aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De raadsman betoogt dat de vordering tenuitvoerlegging van het vonnis van de politierechter van 3 november 2008 moet worden afgewezen nu dit een heel ander feit – namelijk: belaging – dan de onderhavige betreft. Naar het oordeel van de rechtbank is dat geen omstandigheid die aan tenuitvoerlegging in de weg staat, nu verdachte de algemene voorwaarde, te weten het zich in de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit, heeft overtreden.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het onder 1 nog meer subsidiair en 2 primair tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van drie jaar en 6 maanden.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 1 nog meer subsidiair tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer sub 1] van een bedrag groot: € 1.450,-- (zegge: éénduizendvierhonderdvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2010, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 nog meer subsidiair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.450,-- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer sub 1], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 24 dagen zal worden toegepast, een en ander voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [slachtoffer sub 1], voor een deel van € 1.782,65 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 2 primair tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer sub 2] van een bedrag groot: € 182,10 (zegge: honderdtweeëntachtig euro en tien cent), voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 2 primair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 182,10 ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer sub 2], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 3 dagen zal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 meer subsidiair en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Betreffende parketnummer: 08/750265-08.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 3 november 2008, te weten van twee maanden gevangenisstraf.
Betreffende parketnummer: 08/721489-07.
Gelast de tenuitvoerlegging van de werkstraf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter in deze rechtbank van 29 april 2008, te weten van 20 uur onbetaalde arbeid.
Aldus gewezen door mr. Berg, voorzitter, mr. Alers en mr. Van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van Endlich, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 oktober 2010. De voorzitter is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.