RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 115474 / KG ZA 10-269
datum vonnis: 16 november 2010 (an)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
1. de vennootschap onder firma Market Istanbul V.O.F.,
gevestigd te Hengelo (O), alsmede haar vennoten:
2. [vennoot sub 1],
3. [vennoot sub 2], en
4. [vennoot sub 3],
allen wonende te [woonplaats],
eisers,
verder te noemen Market Instanbul c.s.,
advocaat: mr. Z. Alkan te Almelo,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAC Holding Hengelo B.V.,
gevestigd te Hengelo,
gedaagde,
verder te noemen PAC,
advocaat: mr. E.W. Roessingh te Hengelo.
Market Instanbul heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 9 november 2010. Ter zitting zijn verschenen: de [vennoten sub 1 en sub 2] namens Market Instanbul c.s., vergezeld door mr. Alkan en [A.], directeur van PAC, namens PAC, vergezeld door mr. Roessingh. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
In deze zaak staat het navolgende vast.
1.1 De voorzieningenrechter van de rechtbank Almelo heeft op 14 april 2010 een vonnis gewezen in een geschil tussen PAC en Market Instanbul c.s. (hierna te noemen het kort gedingvonnis). In het kort gedingvonnis staat onder andere het volgende vermeld:
“Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is het de verplichting van Market Instanbul jegens PAC dat de leveranciers hun voertuigen parkeren, zodanig dat de toegangsweg daardoor niet wordt geblokkeerd of belemmerd. Market Instanbul kiest immers haar leveranciers en kan deze instrueren. Hetzelfde geldt voor haar eigen personeel. Voordat wordt gelost of geladen kan Market Instanbul via de achterdeur zien of al dan niet goed geparkeerd is, en kunnen er zonodig corrigerende aanwijzingen worden gegeven.
(…)
10.3 Uit het vorenstaande volgt dat de voorzieningenrechter het in conventie subsidiair gevorderde zal toewijzen, met dien verstande dat aan de dwangsom een maximum zal worden verbonden en deze dwangsom voor het foutparkeren door leveranciers zal worden beperkt tot het uitoefenen door Market Instanbul van repressief toezicht.”
In het kort gedingvonnis is onder andere het volgende beslist:
“De voorzieningenrechter:
(…)
I. Verbiedt Market Instanbul gebruik te maken van de tot het eigendom van PAC behorende toegangsweg van het bedrijventerrein aan de Boekeloseweg 112 te Hengelo, en gebiedt Market Instanbul zich te onthouden van het blokkeren en belemmeren van de doorgang over de in- en uitrit naar en van deze toegangsweg van het bedrijventerrein voor alle verkeer en erop toe te zien dat haar leveranciers zich van dergelijk blokkeren en belemmeren onthouden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- voor iedere keer dat zich een dergelijk verboden gebruik en/of blokkeren en belemmeren en/of gebrek aan repressief toezicht voordoet, zulks tot een maximum van € 50.000,--.”
1.2 Bij brief van 7 september 2010 heeft PAC via haar gemachtigde Market Instanbul c.s. laten weten dat Market Instanbul c.s. het kort gedingvonnis had overtreden.
1.3 Bij brief van 14 september 2010 heeft Market Instanbul c.s. via haar gemachtigde PAC bericht dat er geen sprake is van overtreding van het kort gedingvonnis.
1.4 Namens PAC is op 21 september 2010 een brief aan Market Instanbul c.s. gestuurd, waarin onder andere het volgende vermeld staat:
“ Cliënte zal voor de met de foto’s 3,4,6,7 en 8 aangetoonde vier overtredingen de deurwaarder gaan inschakelen om tot incassering van € 2000,= aan dwangsommen over te gaan, indien uw cliënten niet alsnog voor 25 september as. dit bedrag voldoen op de in mijn brief van 7 september jl. aangegeven wijze.”
1.5 Op 25 oktober 2010 ontving Market Instanbul c.s. van de door PAC ingeschakelde deurwaarder een bevel tot betaling van een bedrag van € 2.000,--, zijnde vier verbeurde dwangsommen ad € 500,-- per keer, alsmede betaling van de explootkosten ter hoogte van
€ 84,63.
2.1 Market Instanbul c.s. vordert - kort gezegd – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, PAC te veroordelen om de executie van het kort gedingvonnis te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- en om binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot verwijdering van de witte belijning die is aangebracht op het perceel van Market Instanbul c.s. op straffe van een dwangsom, zulks met veroordeling van PAC in de kosten van dit geding.
2.2 Market Instanbul c.s. stelt hiertoe dat zij het kort gedingvonnis niet heeft overtreden, zodat er geen dwangsommen zijn verbeurd. Door onverkort de beweerdelijk verbeurde dwangsommen te (willen) executeren, maakt PAC misbruik van haar bevoegdheid. Voorts stelt zij dat PAC, zonder haar toestemming, op de oprit van Market Instanbul c.s. een witte belijning heeft aangebracht, hetgeen een inbreuk is op het eigendomsrecht van Market Instanbul c.s.. PAC dient deze belijning te verwijderen, aldus Market Instanbul c.s.. Tot slot stelt Market Instanbul c.s. een spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen.
2.3 PAC heeft de vordering en de gronden waarop deze berust gemotiveerd weersproken op de gronden die hieronder voor zover van belang nader aan de orde zullen komen.
3.1 Gelet op de aard van de vorderingen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat Market Instanbul c.s. een voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen.
3.2 Deze zaak is een executiegeschil tussen buren over dwangsommen die Market Instanbul c.s. volgens PAC heeft verbeurd, omdat zij de veroordelingen in het kort gedingvonnis niet zou zijn nagekomen. Gelet op de door partijen ingenomen standpunten dient in deze zaak beoordeeld te worden of het voldoende aannemelijk is dat Market Instanbul c.s. de haar in het kort gedingvonnis opgelegde verboden en geboden heeft overtreden.
Foto 3
3.3 Tussen partijen is niet in geschil dat op foto 3 van productie 2 bij de dagvaarding een auto (bus) van een leverancier van Market Instanbul c.s. is te zien en dat deze leverancier daar aanwezig is om bij Market Instanbul producten af te (gaan) leveren. Voorts is op de foto duidelijk zichtbaar dat de auto (bus) van deze leverancier voor de toegangsweg van het bedrijventerrein van PAC staat. Market Instanbul c.s. stelt dat de auto (bus) op de foto niet geparkeerd staat, maar wacht om te kunnen parkeren op de oprit van Market Instanbul. PAC betwist dit. Zij stelt dat, uit het feit dat op de foto zichtbaar is dat naast de auto (bus) een persoon - kennelijk de chauffeur- met een volle mand c.q. bak in de richting van Market Instanbul loopt, blijkt dat de auto (bus) van de leverancier geparkeerd staat. Nu Market Instanbul c.s. niet heeft betwist dat de persoon op de foto een mand naar Market Instanbul c.s. brengt en zij tevens heeft gesteld dat de leverancier de auto kortstondig op de betreffende plek heeft geparkeerd, is de voorzieningrechter voorshands van oordeel dat de auto (bus) ten tijde van de foto was geparkeerd.
3.4 Voorts stelt Market Instanbul c.s. dat zij het kort gedingvonnis niet heeft overtreden omdat zij ten aanzien van leveranciers slechts verplicht is tot het houden van repressief toezicht. Zij stelt dat zij hieraan voldaan heeft door de leverancier te wijzen op het foutparkeren en hem mede te delen dat hij de auto (bus) moest verplaatsen. De voorzieningenrechter constateert dat foto 3 slechts een momentopname is en dat PAC de daarop volgende camerabeelden niet heeft overgelegd. Gelet hierop en gelet op het feit dat PAC voorts niet betwist dat de auto (bus) verplaatst is, terwijl de voorzieningenrechter in het kortgeding vonnis voorts expliciet heeft overwogen dat “deze dwangsom voor het foutparkeren door leveranciers zal worden beperkt tot het uitoefenen door Market Instanbul c.s. van repressief toezicht”, is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat Market Instanbul c.s. het in het kort gedingvonnis vermelde gebod omtrent haar leveranciers heeft overtreden.
Foto’s 4, 6, 7 en 8
3.5 Partijen zijn het er over eens dat de vrachtwagens die op de foto’s 4, 6, 7 en 8 van productie 2 bij de dagvaarding zijn te zien, van een leverancier van Market Instanbul c.s. zijn. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat deze vrachtwagens hoofdzakelijk op de oprit van Market Instanbul staan geparkeerd. Het geschil beperkt zich derhalve tot de vraag of de vrachtwagens deels op de toegangsweg van PAC staan en of Market Instanbul c.s. hierdoor de haar in het kort gedingvonnis opgelegde geboden en verboden overtreedt.
3.6 De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat Market Instanbul c.s. op basis van het kort gedingvonnis slechts verplicht is erop toe te zien dat haar leveranciers zich onthouden van het blokkeren en belemmeren van de doorgang over de in- en uitrit naar en van de toegangsweg van het bedrijventerrein voor alle verkeer. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat op de foto’s 4, 6, 7 en 8 te zien is dat de doorgang over de in- en uitrit naar en van de toegangsweg van het bedrijventerrein niet geblokkeerd of belemmerd wordt voor verkeer. Voor zover de vrachtwagens al met hun wielen op het terrein van PAC zouden staan, blijft er immers voldoende ruimte over voor ander verkeer om over de in- en uitrit naar en op de toegangsweg te rijden. Derhalve is de voorzieningenrechter van oordeel dat Market Instanbul c.s. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij door de op de foto’s 4, 6, 7 en 8
zichtbare situaties niet de haar in het kort gedingvonnis opgelegde geboden en verboden heeft overtreden.
3.7 Gelet op het vorenoverwogene zal de voorzieningenrechter de vordering tot staking van de executie van het kort gedingvonnis toewijzen, vanzelfsprekend voor zover het gaat om de door PAC gestelde overtredingen zoals die ten grondslag liggen aan het deurwaardersexploot van 25 oktober 2010. De voorzieningenrechter acht het niet nodig daaraan een dwangsom te verbinden.
Weghalen belijning
3.8 Niet in geschil is dat PAC een witte belijning heeft aangebracht in de buurt van de erfgrens tussen het perceel van Market Istanbul en het perceel van PAC. Market Instanbul c.s. stelt dat de witte belijning op haar oprit is aangebracht. PAC betwist dit en stelt dat de belijning is aangebracht op het terrein van PAC. De beantwoording van de vraag op welk perceel de witte belijning is aangebracht, kan niet beantwoord worden zonder nader feitelijk onderzoek. Hiervoor is in deze procedure, vanwege de aard daarvan, geen ruimte, zodat deze vraag in een bodemprocedure dient te worden beantwoord. Derhalve zal de voorzieningenrechter de vordering tot veroordeling van PAC tot het verwijderen van de witte belijning afwijzen.
3.9 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en beslist, behoeven de overige stellingen van partijen, voor zover nog onbesproken, geen nadere toelichting.
3.10 PAC zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
I. Veroordeelt PAC om de executie van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, sector civiel, van 14 april 2010 (zaaknummer 109573 / KG ZA 10-52) te staken en gestaakt te houden, voor zover die executie zijn grondslag vindt in het deurwaardersexploot van 25 oktober 2010.
II. Veroordeelt PAC in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Market Instanbul c.s. begroot op € 633,89 aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.