ECLI:NL:RBALM:2010:BO4514

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
19 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-700404-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Wees
  • J. Taalman
  • A. van der Lecq
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens afpersing, diefstal, bedreiging en vrijheidsberoving

In deze strafzaak heeft de rechtbank Almelo op 19 november 2010 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer. De verdachte is beschuldigd van een reeks ernstige strafbare feiten, waaronder afpersing, diefstal, bedreiging en vrijheidsberoving. De feiten vonden plaats in Enschede op 14 en 13 juli 2010, waarbij de verdachte samen met een mededader slachtoffers onder bedreiging van geweld dwong tot afgifte van geld en goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het afpersen van slachtoffers in een kwetsbare situatie, waarbij hij hen met een houten knuppel bedreigde en hen dwong tot het afgeven van hun pinpas en andere waardevolle spullen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte een van de slachtoffers lange tijd heeft vastgehouden en hen een angstige rit heeft laten ondergaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de psychologische rapportage die wees op verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De civiele vordering van een benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze geen verband hield met de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de inbeslaggenomen houten knuppel verbeurd verklaard en de overige goederen teruggegeven aan de verdachte. De uitspraak is gedaan door de rechters M. van Wees, J. Taalman en A. van der Lecq, in aanwezigheid van griffier mr. Van der Leest.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/700404-10
STRAFVONNIS
Uitspraak: 19 november 2010
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1961],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem,
terechtstaande terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 14 juli 2010, te Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas en/of een TomTom en/of een mobiele telefoon en/of een simkaart en/of sleutel(s), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) een (grote) (houten) knuppel (met uitsteeksels) in de hand(en) (in de richting van die [slachtoffer 1]) heeft/hebben gehouden en/of die [slachtoffer 1] bij zijn arm heeft/hebben gepakt en/of die [slachtoffer 1] op een bank heeft/hebben gegooid en/of heeft/hebben verdachte(n) (daarbij) opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd: 'je betaalt gewoon, afspraak is betalen, ik wil 300 euro hebben!' en/of 'als je de code niet vertelt dan sla ik je knieën kapot' en/of 'je hebt nog één kans om de goede code te geven, anders ga je met kapotte knieën weg', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 14 juli 2010, te Enschede, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinpas en/of een mobiele
telefoon en/of een simkaart en/of sleutel(s) en/of een TomTom, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) een (grote) (houten) knuppel (met uitsteeksels) in de
hand(en) heeft/hebben gehouden en/of die (grote) (houten) knuppel naar en/of
in de richting van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of die Van der
Veen bij zijn arm heeft/hebben gepakt en/of die [slachtoffer 1] op een bank
heeft/hebben gegooid en/of heeft/hebben verdachte(n) (daarbij) opzettelijk
dreigend die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd: 'je betaalt gewoon, afspraak
is betalen, ik wil 300 euro hebben!' en/of 'als je de code niet vertelt dan
sla ik je knieën kapot' en/of 'je hebt nog één kans om de goede code te geven,
anders ga je met kapotte knieën weg', althans woorden van gelijke dreigende
aard of strekking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 14 juli 2010, te Enschede, althans in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (grote)
(houten) knuppel (met uitsteeksels) in de hand(en) in de richting van die
[slachtoffer 1] gehouden en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd :
"je betaalt gewoon, afspraak is betalen, ik wil 300 euro hebben!" en/of "als je
de code niet vertelt, dan sla ik je knieën kapot" en/of "je hebt nog één kans
om de goede code te geven, anders ga je met kapotte knieën weg" en/of "we gaan
naar een woonwagenkamp, ik ken daar mensen die wel met je willen afrekenen",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 14 juli 2010, te Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 150 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het/de weg te nemen 150 euro, althans enig geldbedrag, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
4.
hij op of omstreeks 13 juli 2010, te Enschede, [slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd: "ik ga naar binnen om mijn blaffer op te halen, als je er nog staat als ik
terug kom dan ben je aan de beurt" en/of "ik schiet je kapot", althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op of omstreeks 13 juli 2010, te Enschede, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 150 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (betaalde) sex aangeboden en/of een afspraak met die [slachtoffer 2] gemaakt op het adres [adres] te Enschede en/of tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij eerst geld moest betalen en/of (vervolgens) bij die [slachtoffer 2] weggelopen zonder seksuele handelingen te verrichten, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
6.
hij in of omstreeks de periode van 18 juni 2010 tot en met 19 juli 2010 te
Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 3] gedwongen in (de achterbak van) een auto plaats te nemen en/of
- die [slachtoffer 3] (in de achterbak van een auto) overgebracht naar Smulders Kleigaten (een moeras) en/of
- die [slachtoffer 3] belemmert om te gaan en/of staan waar hij dat wilde en/of
- die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, in zijn gezicht en/of tegen zijn lichaam geslagen en/of gestompt en/of
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd dat hij hem dood zou maken als hij foute antwoorden bleef geven, althans woorden van gelijke dreigende strekking of aard;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 6 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks 18 juni 2010 tot en met 19 juli 2010, te Enschede, althans
in Nederland, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd :"ik maak je dood" en/of "ik
maak je dood, als je foute antwoorden blijft geven", althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking.
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
Ook heeft de rechtbank de nummering aangepast. De in de tenlastelegging genummerde feiten 4, 5 en 6, worden door de rechtbank - in aansluiting op de daarvoor genummerde feiten 1 en 2 - genummerd feit 3, feit 4 en feit 5.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 14 juli 2010, te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas en een TomTom en een mobiele telefoon en een simkaart en sleutels toebehorende aan [slachtoffer 1], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte een houten knuppel met uitsteeksels in de hand heeft gehouden en die [slachtoffer 1] bij zijn arm heeft gepakt en die [slachtoffer 1] op een bank heeft gegooid en heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd: 'je betaalt gewoon, afspraak is betalen, ik wil 300 euro hebben!' en 'als je de code niet vertelt dan sla ik je knieën kapot' en 'je hebt nog één kans om de goede code te geven, anders ga je met kapotte knieën weg', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op 14 juli 2010, te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 150 euro toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen 150 euro onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
3.
hij op 13 juli 2010, te Enschede, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd: "ik ga naar binnen om mijn blaffer op te halen, als je er nog staat als ik terug kom dan ben je aan de beurt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op 13 juli 2010, te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van
150 euro, hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk en in strijd met de waarheid betaalde sex aangeboden en een afspraak met die [slachtoffer 2] gemaakt op het adres [adres] te Enschede en tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij eerst geld moest betalen, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van 18 juni 2010 tot en met 9 juli 2010 in Nederland opzettelijk
[slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte met dat opzet die [slachtoffer 3] gedwongen in de achterbak van een auto plaats te nemen.
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 primair, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft feit 1 primair, het misdrijf:
"medeplegen van afpersing",
strafbaar gesteld bij artikel 47 en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft feit 2, het misdrijf:
"diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel",
strafbaar gesteld bij artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft feit 3, het misdrijf:
"bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht",
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft feit 4, het misdrijf:
"medeplegen van oplichting",
strafbaar gesteld bij artikel 47 en 326 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft feit 5, het misdrijf:
"opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden",
strafbaar gesteld bij artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake de feiten 1 primair,
2, 3, 4 en 5 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht ook als dat inhoudt behandeling bij de Piet Roordakliniek of een behandeling in het kader van terugdringing van recidive, en met aftrek van het voorarrest.
Ten aanzien van de civiele vordering van [benadeelde] is de officier van justitie van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is, omdat de feiten waarop de vordering tot schadevergoeding betrekking heeft, niet op de tenlastelegging staan vermeld.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een vijftal ernstige strafbare feiten.
Hij heeft samen met een ander iemand afgeperst, samen met een ander geld gestolen met een pinpas, iemand met een misdrijf tegen leven bedreigd, iemand samen met een ander opgelicht en iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden.
De afpersing en oplichting hebben plaatsgevonden terwijl de slachtoffers zich in een kwetsbare situatie bevonden. Terwijl de vriendin van verdachte het contact met mannen zocht en een sexafspraak maakte bij haar thuis, wachtte verdachte de mannen thuis op en dwong hij de mannen tot afgifte van geld of om te vertrekken zonder hun geld terug te ontvangen en zonder dat zij daadwerkelijk sex hadden gehad. Ook heeft verdachte met geweld en onder de dreiging van geweld een van deze mannen gedwongen tot het afgeven van de pincode behorende bij zijn pinpas en heeft verdachte samen met zijn partner vervolgens geld met de pinpas gepind. Daarbij is een duidelijke strafverzwarende omstandigheid dat dit slachtoffer lange tijd is vastgehouden en een angstige rit heeft moeten maken met verdachte en zijn mededader.
Al deze feiten houden een ingrijpende aantasting in van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers, die niet alleen materieel nadeel lijden, maar ook immaterieel in de vorm van gevoelens van onzekerheid en onveiligheid.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank, een gevangenisstraf van na te melden duur thans de meest passende straf, waarbij de rechtbank het tevens passend acht een gedeelte van die straf voorwaardelijk op te leggen. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat verdachte op die manier via het reclasseringcontact de mogelijkheid krijgt om te werken aan zijn verslavingsproblematiek. Tevens wordt beoogd te voorkomen dat verdachte wederom in criminaliteit terugvalt.
Met het opleggen van de na te melden straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het de door psycholoog mr. drs. R.A. Sterk opgemaakte rapport betreffende verdachte en de daarin neergelegde conclusies. De psycholoog heeft geconcludeerd dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Dit gegeven weegt mee in de bepaling van de strafmaat.
Ten nadele van verdachte speelt mee dat verdachte recent uit detentie was toen hij de strafbare feiten heeft begaan, alsmede dat, ter terechtzitting, is gebleken dat verdachte geen inzicht heeft in het laakbare van zijn handelen. Hij dicht anderen de hoofdrol toe en zichzelf een veel kleinere rol, terwijl hij het is die zonder schroom achter elkaar mensen bedreigt om zijn zin te krijgen.
De rechtbank overweegt verder dat het onder verdachte inbeslaggenomen houten voorwerp, op de beslaglijst omschreven als een houten honkbalknuppel, vatbaar is voor verbeurdverklaring, aangezien dit voorwerpen aan verdachte toebehoort en met betrekking tot dit voorwerp feit 1 primair is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen knuppel wordt verbeurd verklaard. De overige goederen dienen te worden teruggegeven aan verdachte, omdat is vastgesteld dat het niet gaat om verdovende middelen. Over de inbeslaggenomen ID-kaart kan de rechtbank geen oordeel geven, omdat de officier van justitie al heeft beslist dat deze moet worden teruggegeven aan verdachte.
Civiele vordering
Mevrouw [benadeelde] heeft zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij.
Uit het formulier volgt dat de vordering betrekking heeft op materiële schade als gevolg van een diefstal van een auto en/of een gijzeling
De rechtbank is van oordeel dat mevrouw [benadeelde] in haar vordering
niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de feiten waarop de vordering tot schadevergoeding ziet, geen verband houden met de aan verdachte tenlastegelegde feiten.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen
10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 33, 33a, en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart bewezen, dat het onder feit 1 primair, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 primair tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
Bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de afdeling reclassering Nederland, ook als dat inhoudt begeleiding of behandeling door derden, voor zover en voor zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
Draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
Bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen houten honkbalknuppel.
Gelast de teruggave van de op verdovende middelen gelijkende stoffen aan verdachte.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [benadeelde], in het geheel
niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder feit 1 primair, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Van Wees, voorzitter, mr. Taalman en mr. Van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van der Leest, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 november 2010.