ECLI:NL:RBALM:2010:BO6886

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
9 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
356.697
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden en herplaatsingsplicht

In deze zaak verzoekt de besloten vennootschap Omega Engineering Holding B.V. de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, hierna te noemen [verweerder], op grond van gewichtige redenen die voortvloeien uit gewijzigde bedrijfseconomische omstandigheden. Omega, die zich richt op de fabricage en export van artikelen voor warmte- en koeltechniek, stelt dat de financiële situatie van het bedrijf door de economische crisis zo slecht is dat personele ingrepen noodzakelijk zijn. De functie van [verweerder], die als verkoopleider werkzaam was, komt te vervallen. Omega heeft echter niet onderzocht of [verweerder] in een andere functie binnen het bedrijf kan worden herplaatst, terwijl er een nieuwe functie van Technical Sales Manager is geopend voor een derde partij.

[Verweerder] verzet zich tegen de ontbinding en vraagt om een vergoeding van € 74.882,88 bruto, stellende dat Omega onvoldoende heeft aangetoond dat er een bedrijfseconomische noodzaak is voor de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Hij wijst erop dat de slechte financiële resultaten van Omega niet alleen het gevolg zijn van de economische crisis, maar ook van slecht management. [Verweerder] heeft gedurende zijn dienstverband goed gefunctioneerd en is bang voor langdurige werkloosheid en een dramatische terugval in zijn inkomen.

De kantonrechter overweegt dat Omega vrij is om haar organisatie in te richten, maar dat zij wel de plicht heeft om te onderzoeken of [verweerder] in een andere functie kan worden herplaatst. De rechter concludeert dat Omega niet aan deze verplichting heeft voldaan en dat de reorganisatie weliswaar een gewijzigde omstandigheid oplevert die ontbinding rechtvaardigt, maar dat de vergoeding voor [verweerder] moet worden vastgesteld op € 37.441,44 bruto, rekening houdend met zijn leeftijd, ervaring en de omstandigheden van de zaak. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 januari 2011, tenzij Omega het verzoek tijdig intrekt. De proceskosten worden gecompenseerd, tenzij Omega het verzoek intrekt, in welk geval zij de kosten van [verweerder] moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 356.697 (jm)
Beschikking van de kantonrechter d.d. 9 december 2010 in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Omega Engineering Holding B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede
verzoekster
hierna te noemen Omega
gemachtigde: mr. M.Rietbergen
advocaat te Arnhem
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. F.J.Hommerson
advocaat te Utrecht
Gezien het op 26 oktober 2010 ter griffie van dit gerecht binnengekomen verzoekschrift strekkende tot ontbinding ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
Gezien het ingekomen verweerschrift en de overige op het geding betrekking hebbende stukken.
Gelet op hetgeen door en/of namens partijen is verklaard bij de mondelinge behandeling van het verzoek op 24 november 2010, bij welke gelegenheid de gemachtigden van partijen zich hebben bediend van pleitaantekeningen.
Overweegt:
Tussen partijen staat vast dat [verweerder], geboren op 27 juli 1960, bij arbeidsovereenkomst de dato 24 november 2008 per 1 januari 2009 bij Omega in dienst is getreden als verkoopleider, dat het salaris laatstelijk bedroeg € 7.704,00 bruto exclusief vakantiegeld, dat [verweerder] op of omstreeks 1 oktober 2010 op non-actief is gesteld.
Door Omega wordt verzocht de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen bestaande uit gewijzigde omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding.
Door Omega wordt daartoe het volgende aangevoerd.
Omega legt zich toe op het fabriceren en exporteren van artikelen voor warmte- en koeltechniek. Bij de fabricage wordt gebruik gemaakt van laserlastechniek. De bedrijfseconomische situatie heeft zich dusdanig slecht ontwikkeld als gevolg van de economische crisis dat fors ingegrepen moet worden. Personele ingrepen zijn onvermijdelijk en met name de indirecte bezetting is niet in verhouding. In dat kader wenst Omega dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ontbonden wordt. Van de 55 fte dienen er 10 (verdeeld over twee ondernemingen) te vervallen. Besloten is de functie van [verweerder] te laten vervallen. [Verweerder] heeft een unieke functie weshalve aan toepassing van het afspiegelingsbeginsel niet toegekomen wordt. Er is geen ruimte voor herplaatsing in een andere functie. De financiële positie van Omega is dermate slecht dat geen plaats is voor toekenning van een vergoeding.
Door [verweerder] wordt geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek en voor het geval toch ontbonden wordt, wordt verzocht een vergoeding toe te kennen van € 74.882,88 bruto.
Zakelijk weergegeven wordt daartoe het volgende aangevoerd.
Door Omega is onvoldoende aangetoond dat sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te beëindigen. Een beroep op de “habe nichts/wenig “exceptie komt Omega niet toe.
Het verlies over 2009 is niet alleen een gevolg van de economische crisis maar tevens een gevolg van slecht management en wanbeleid van de directeur en aandeelhouder. Omega heeft niets ondernomen om hem te herplaatsen binnen de organisatie. [Verweerder] is niet in de gelegenheid gesteld zich dienaangaande te oriënteren. Hij heeft gedurende het dienstverband buitengemeen goed gefunctioneerd en door de arbeidsovereenkomst met hem te beëindigen is Omega bezig de kip met de gouden eieren te slachten.
Gelet op zijn leeftijd en zijn kansen om in een vergelijkbare functie elders aan de slag te gaan, dreigt hij geconfronteerd te worden met een langdurige periode van werkloosheid en een dramatische terugval in inkomsten.
Naar aanleiding van hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt als volgt overwogen.
Het staat Omega vrij haar organisatie volgens haar wensen in te richten. Door Omega is voldoende aangetoond dat de huidige financiële slechte situatie bij de totstandkoming van dat besluit een grote rol heeft gespeeld. In dat kader kon Omega ook besluiten dat de functie van verkoopleider, die bekleed wordt door [verweerder], vervalt. Wel rustte vervolgens op Omega de plicht te onderzoeken of er binnen de organisatie niet een andere functie door [verweerder] vervuld kon worden. Niet door Omega is betwist dat [X] per 1 november 2010 als Technical Sales Manager in dienst is getreden van Omega.
Door Omega had onderzocht moeten worden of [verweerder] die functie wilde vervullen tegen een wellicht lager salaris. Dat is echter niet gebeurd. [verweerder] heeft vrijwillig reeds eerder gedurende een periode tijdens het dienstverband vrijwillig genoegen genomen met een lager salaris dan overeengekomen. Als gevolg van de indiensttreding van [X] is voorts een gedeelte van de besparingen voortvloeiende uit de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], weer door Omega teniet gedaan.
Gelet daarop wordt het door Omega gedane beroep op de “habe nichts/wenig”exceptie gepasseerd.
De reorganisatie levert evenwel een gewijzigde omstandigheid op die ontbinding rechtvaardigt.
Gelet op de leeftijd van [verweerder], de relatief korte duur van de arbeidsovereenkomst, zijn langdurig werkzaam zijn in een specialistische marktsector, het gegeven dat bij vonnis in kort geding van heden het concurrentiebeding dat van de arbeidsovereenkomst deel uit maakt, geschorst is tot dat dienaangaande in een bodemprocedure onherroepelijk is beslist, zal de vergoeding conform de kantonrechterformule met C=1,5 vast gesteld worden op
€ 37.441,44 bruto.
Het verzoek houdt geen verband met één van de in artikel 7:685 BW bedoelde opzegverboden.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd tenzij Omega het verzoek tijdig intrekt in welk geval Omega in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerder] veroordeeld wordt.
Beschikt:
Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen bestaande uit gewijzigde omstandigheden per 1 januari 2011 tenzij Omega het verzoek uiterlijk op 30 december 2010 intrekt;
Kent aan [verweerder] in geval van ontbinding ten laste van Omega per datum ontbinding een vergoeding toe van € 37.441,44 bruto als tegemoetkoming in een elders te verdienen lager inkomen dan wel te ontvangen uitkering krachtens de sociale verzekeringswetgeving en veroordeelt Omega tot betaling daarvan aan [verweerder];
compenseert de proceskosten des dat iedere partij de eigen kosten draagt tenzij Omega het verzoek tijdig intrekt in welke geval Omega wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van [verweerder] gevallen en begroot op € 400,-- wegens het salaris van de gemachtigde.
Wijst af het meer of anders verzochte
Aldus gegeven te Enschede door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 december 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.