ECLI:NL:RBALM:2010:BO7443
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot betaling van boete uit koopovereenkomst en afwijzing schadevergoeding
In deze zaak vorderden eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], betaling van een boete van € 24.700,- van gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], wegens het niet nakomen van een koopovereenkomst voor een woning. De koopovereenkomst was op 22 juni 2010 gesloten, maar gedaagden konden de financiering niet rond krijgen en hebben de koop niet tijdig ontbonden. Na ingebrekestelling door de notaris op 7 september 2010 en een laatste termijn tot afname op 14 oktober 2010, heeft eiser de koopovereenkomst op 8 november 2010 ontbonden. De eisers stelden dat zij een spoedeisend belang hadden bij de vordering, omdat zij niet over voldoende liquiditeiten beschikten om hun financiële verplichtingen na te komen. Gedaagden erkenden de tekortkoming, maar stelden dat het spoedeisend belang ontbrak en dat de boete buitensporig was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang voldoende was aangetoond en dat de boete niet buitensporig was in verhouding tot de ernst van de tekortkoming. De vordering tot betaling van de boete werd toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2010. De gevorderde aanvullende schadevergoeding van € 2.000,- werd afgewezen, omdat de rechter geen aanleiding zag tot matiging van de boete. Gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten.