ECLI:NL:RBALM:2010:BO9107

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
28 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/720314-10
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Bordenga
  • A. Melaard
  • W. Wentink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verantwoordelijkheid voor zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig gebruik van een seinkanon tijdens nieuwjaarsduik

Op 28 december 2010 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte Schipper, die verantwoordelijk werd gehouden voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan wethouder [slachtoffer] tijdens de nieuwjaarsduik in Oldenzaal op 1 januari 2010. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als schipper in dienst van stichting de Tukker, onvoorzichtig had gehandeld door te manipuleren met een seinkanon dat weigerde af te gaan. Hierdoor werd het kanon per ongeluk afgevuurd, wat resulteerde in een breuk van het kuitbeen en andere verwondingen bij de wethouder.

De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, te weten het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en het onrechtmatig dragen van een wapen. De officier van justitie had een werkstraf van 120 uur geëist, maar de rechtbank legde een werkstraf van 60 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,- voor het onrechtmatig gebruik van het kanon.

De rechtbank overwoog dat de verdachte niet voldoende rekening had gehouden met de risico's van zijn handelen en dat hij had moeten inzien dat het kanon alsnog zou kunnen afgaan. De in beslag genomen goederen, waaronder het seinkanon en de knalpatronen, werden onttrokken aan het verkeer, omdat het bezit daarvan in strijd was met de wet en het algemeen belang. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. Bordenga als voorzitter fungeerde, en de andere rechters mrs. Melaard en Wentink aanwezig waren. De uitspraak werd openbaar gedaan op 28 december 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/720314-10
STRAFVONNIS
Uitspraak: 28 december 2010.
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1950],
wonende te [woonadres],
terechtstaande terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 01 januari 2010 te Oldenzaal grovelijk, althans
aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig een seinkanon,
althans een zwartkruitwapen, dat (tevoren) door hem was voorzien van (zwart)
kruit en van een schietlading bestaande uit papier en/of dat door hem was
voorzien van een ontstekingsmechanisme en welk wapen door hem, verdachte was
opgesteld, nadat het (onstekingsmechanisme van het) wapen had geweigerd, met
het ontstekingsmechanisme van dat wapen heeft gemanipuleerd en vervolgens een
klap (met een slaghout) op dat ontstekingsmechanisme heeft gegeven, waardoor
dat wapen werd afgevuurd, terwijl [slachtoffer] en een meer andere personen zich
voor de monding en/of in de schootsrichting van dat wapen bevond(en) en
[slachtoffer] werd geraakt door voornoemde schietlading en/of door kruit
waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat [slachtoffer] zwaar
lichamelijk letsel, te weten een breuk van het kuitbeen en/of het weggeslagen
zijn van huidweefsel en/of spierweefsel en/of zenuwen en/of een (zogenaamde)
klapvoet, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit
tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of
beroepsbezigheden van deze was ontstaan;
art 308 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 01 januari 2010 te Oldenzaal
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
een seinkanon, althans een zwartkruitwapen, zijnde een wapen van de categorie
II van de Wet wapens en munitie, op de openbare weg of andere voor het publiek
toegankelijke plaats, het Hulsbeek, heeft gedragen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 27 lid 1 Wet wapens en munitie
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
Indien in de tenlastelegging taal-en/of schrijffouten voorkomen zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen, -welke in de gevallen waarin de
wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in aan dit vonnis aan
te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de
overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 en het sub 2 tenlaste-gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 01 januari 2010 te Oldenzaal aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam een
seinkanon, dat (tevoren) door hem was voorzien van (zwart) kruit en van een schietlading bestaande uit papier en dat door hem was voorzien van een ontstekingsmechanisme en welk wapen door hem, verdachte was opgesteld, nadat het (ontstekingsmechanisme van het) wapen had geweigerd, met het ontstekingsmechanisme van dat wapen heeft gemanipuleerd en vervolgens een klap (met een slaghout) op dat ontstekingsmechanisme heeft gegeven, waardoor dat wapen werd afgevuurd, terwijl [slachtoffer] zich voor de monding en in de
schootsrichting van dat wapen bevond en [slachtoffer] werd geraakt door voornoemde schietlading en/of door kruit waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat
[slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk van het kuitbeen en het weggeslagen zijn van huidweefsel en spierweefsel en zenuwen en een klapvoet, heeft bekomen.
2.
hij op 01 januari 2010 te Oldenzaal een seinkanon, zijnde een wapen van de categorie II
van de Wet wapens en munitie, op de voor het publiek toegankelijke plaats, het Hulsbeek, heeft gedragen;
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het feit, waarop die inhoud bijzonderlijk betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
- voor wat betreft sub 1 - het misdrijf:
"Aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt",
strafbaar gesteld bij artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht;
- voor wat betreft sub 2 - de overtreding:
"Handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie",
strafbaar gesteld bij artikel 54 van de Wet wapens en munitie;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het sub 1 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur subsidiair 60 dagen hechtenis. Ten aanzien van het sub 2 tenlastegelegde vordert de officier van justitie de verbeurdverklaring van het vuurwapen, alsmede de onttrekking aan het verkeer van de munitie.
Het kruit en de honkbalknuppel kunnen volgens de officier van justitie aan de verdachte worden teruggeven.
De rechtbank overweegt wat de straffen betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straffen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Op Nieuwjaarsdag heeft het slachtoffer, wethouder [slachtoffer] van de gemeente Oldenzaal, het startsein willen geven voor de Nieuwjaarsduik in het Hulsbeek door het afschieten van een kanon dat ter beschikking was gesteld door stichting de Tukker. Toen het kanon weigerde heeft verdachte, als schipper in dienst van stichting de Tukker en bekend zijnde met de werking van het kanon, met het kanon gemanipuleerd. In het midden kan blijven om welke reden verdachte heeft gemanipuleerd met het ontstekingsmechanisme van het kanon.
Aan verdachte kan worden verweten dat hij niet op zijn omgeving heeft gelet en niet heeft rekening gehouden met de mogelijkheid dat het kanon alsnog zou afgaan.
Had verdachte dat wel gedaan dan had hij of zijn handelingen kunnen staken, ofwel het kanon in een andere richting kunnen draaien.
Door de schietlading en/of het kruit dat door het kanon werd afgeschoten is de wethouder geraakt en hij heeft daardoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen.
Verdachte verklaart dat hij niet had verwacht dat het kanon zou afgaan en hij dus niet
voorzienbaar heeft gehandeld op grond waarvan hij zou moeten worden vrijgesproken.
De rechtbank volgt deze redenering niet, aangezien verdachte, wanneer hij niet wilde dat het kanon zou afgaan, het kanon op dat moment met rust had moeten laten.
Hij heeft, zoals ter zitting door verdachte is erkend, tijdens het manipuleren de knalpatroon
niet geheel uit het kanon verwijderd toen hij de kling terugplaatste en daarop sloeg.
Verdachte had er rekening mee moeten houden dat het kanon alsnog af zou kunnen gaan. Aldus heeft hij zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam gedragen, waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat wethouder [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.
De rechtbank zal verdachte voor het eerste feit een werkstraf opleggen van een kortere duur dan door de officier van justitie is geëist. Reden hiervoor is dat verdachte een full-time dienstbetrekking heeft en voorts dat verdachte door de grote mediabelangstelling al in zekere zin is bestraft.
Daarnaast zal de rechtbank voor het tweede feit een geldboete opleggen.
De onder verdachte inbeslaggenomen goederen te weten:
- 1 houten honkbalknuppel, kleur geel
- 1 signaal kanon, kleur geel, 6 mm. AABE6934NL,
- 1 doosje met knalpatronen, 6 mm flobert, kleur brons en
- zwart kruit in een bus, kleur zwart,
zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu met behulp van die goederen als gezamenlijkheid de aan verdachte sub 1 en sub 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten zijn begaan en die goederen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan is strijd is met de wet en het algemeen belang.
De na te noemen straffen en maatregel zijn gegrond, behalve op voormel¬de artikelen, op de artikelen 22c, 22d, 23, 24, 24c, 36b, 36c, 62 en 91 van het Wetboek van Straf¬recht;
R E C H T D O E N D E:
Verklaart bewezen, dat het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake het sub 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde tot:
Een taakstraf, te weten een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 60 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Veroordeelt verdachte ter zake het sub 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde tot:
Een geldboete van € 500,-- (vijfhonderd Euro), met bevel dat, voor het geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van tien (10) dagen,
Verklaart onttrokken aan het verkeer de onder verdachte inbeslaggenomen, niet teruggege¬ven goederen, te weten:
- 1 houten honkbalknuppel, kleur geel
- 1 signaal kanon, kleur geel, 6 mm. AABE6934NL,
- 1 doosje met knalpatronen, 6 mm flobert, kleur brons en
- zwart kruit in een bus, kleur zwart.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Aldus gewezen door mr. Bordenga, voorzitter,
mrs. Melaard en Wentink, rechters,
in tegenwoordigheid van Groot, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op
28 december 2010.
De rechter, mr. Wentink, is wegens uitstedigheid niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.