ECLI:NL:RBALM:2011:BP1074
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Jordaans
- A. Elferink
- J. Taalman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie wegens termijnoverschrijding in strafzaak
In deze strafzaak heeft de rechtbank Almelo op 11 januari 2011 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging van de verdachte. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 28 juli 2008 te Bornerbroek, waar de verdachte, een brandweerman, beschuldigd werd van mishandeling van een persoon, [aangever], door een waterkanon op hem te richten. Na het sluiten van het gerechtelijk vooronderzoek op 13 augustus 2010, heeft de officier van justitie niet binnen de wettelijke termijn van twee maanden, zoals voorgeschreven in artikel 244 van het Wetboek van Strafvordering, duidelijkheid verschaft aan de verdachte over de verdere vervolging. De rechtbank oordeelt dat deze termijnoverschrijding voor rekening van het openbaar ministerie komt, aangezien zij tijdig op de hoogte waren van het sluiten van het onderzoek. De rechtbank benadrukt dat het doel van artikel 244 Sv is om de verdachte duidelijkheid te verschaffen over de voortgang van de zaak. Door deze duidelijkheid niet te bieden, moet dit in het voordeel van de verdachte worden uitgelegd, wat betekent dat hij niet verder vervolgd kan worden. De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging, en komt daarmee niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank wijst erop dat er geen nieuwe bezwaren zijn die een verdere vervolging rechtvaardigen, en dat het algemeen belang niet eist dat de zaak opnieuw wordt opgerold. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de terechtzitting.