ECLI:NL:RBALM:2011:BP3786

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
8 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117582 / KG ZA 11-7
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte door huurder na afloop huurovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 8 februari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Gemeente Dinkelland en een gedaagde die niet in rechte is verschenen. Dinkelland, eiseres, heeft gevorderd dat de gedaagde het pand aan de Eurowerft 18B te Denekamp ontruimt. De gedaagde had op 29 december 2007 een huurovereenkomst gesloten voor een periode van twee jaar, die eindigde op 1 januari 2010. Dinkelland is op 14 augustus 2009 eigenaar geworden van het pand en heeft de gedaagde verzocht het pand te ontruimen, omdat deze vanaf augustus 2009 geen huurpenningen meer had betaald. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet ter zitting is verschenen, waardoor de feiten als vaststaand worden aangenomen. De rechter heeft geoordeeld dat, ongeacht of de overeenkomst als een gebruiksovereenkomst of als een huurovereenkomst moet worden gekwalificeerd, de gedaagde het pand moet ontruimen. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 117582 / KG ZA 11-7
datum vonnis: 8 februari 2011 (yc)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Gemeente Dinkelland,
gevestigd te Denekamp,
eiseres,
verder te noemen Dinkelland,
advocaat: mr. M. Douwenga te Enschede,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen [gedaagde],
gedaagde,
niet verschenen.
Het procesverloop
[gedaagde] is te dienende dage niet in rechte verschenen, waarna tegen haar verstek is verleend. Dinkelland heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 1 februari 2011. Ter zitting zijn verschenen: de heer [X], jurist bij Dinkelland, vergezeld door mr. R.W.A. Kroon, kantoorgenoot van mr. Douwenga, voornoemd. De vordering is toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
De vaststaande feiten
2. [Gedaagde] heeft op 29 december 2007 met [A] en [B] (hierna te noemen [B]) een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de Eurowerft 18B te Denekamp.
3. Artikel 3.1 van de gesloten huurovereenkomst bepaalt als volgt:
“Deze overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd voor de duur van maximaal 2 jaar, ingaande op 1 januari 2008 en lopende tot uiterlijk 1 januari 2010, per welke datum de huurovereenkomst van rechtswege eindigt en opgeleverd dient te zijn, zonder daartoe te behoeven worden opgezegd.”
4. Dinkelland is op 14 augustus 2009 eigenaar geworden van het pand aan de
Eurowerft 18A te Denekamp, waarvan het pand aan Eurowerft 18B te Denekamp onderdeel uitmaakt.
5. [Gedaagde] heeft vanaf augustus 2009 geen huurpenningen betaald aan Dinkelland.
6. Dinkelland heeft in juli 2009 met betrekking tot het pand aan de
Eurowerft 18A te Denekamp, waarvan het pand Eurowerft 18B te Denekamp onderdeel uitmaakt, een koopovereenkomst gesloten met Assen Projecten B.V.
7. Dinkelland heeft zich jegens Assen Projecten B.V. verbonden om uiterlijk op
2 mei 2011 het pand aan de Eurowerft 18A, in gesloopte staat en vrij van huur en gebruik te leveren, op straffe van verbeurte van een contractuele boete van € 20.000,-- per dag dat Dinkelland het pand te laat levert.
De vordering van Dinkelland en de onderbouwing daarvan
8. Dinkelland vordert – kort weergegeven – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- [gedaagde] te veroordelen primair om het krachtens gebruikgeving in gebruik zijnde pand, subsidiair om het krachtens huur in gebruik zijnde pand binnen één week na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden met al het hare en de haren, met afgifte van de sleutels aan Dinkelland, en Dinkelland te vergunnen die ontruiming op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen door inschakeling van de deurwaarder en de sterke arm;
- [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
9. Dinkelland stelt daartoe dat zij op 14 augustus 2009 van [B] het pand aan de Eurowerft 18A heeft gekocht en dat zij daarom als verhuurder van [gedaagde] in de plaats is getreden van [B]. Dinkelland stelt dat de huurovereenkomst met [gedaagde] gelet op de bepalingen van de huurovereenkomst van rechtswege is geëindigd op 31 december 2009, nu partijen ook niet voor een verlenging van de huurovereenkomst vooraf goedkeuring hebben gevraagd aan de rechter, zoals dat in de bepalingen van de huurovereenkomst is opgenomen. Dinkelland stelt dat [gedaagde] niet tot (tijdige) ontruiming van het door haar gehuurde is overgegaan.
10. Dinkelland stelt primair dat zij met [gedaagde] een gebruiksovereenkomst heeft gesloten, welke inhoudt dat [gedaagde] het pand mocht gebruiken voor de periode van
1 januari 2010 tot 31 december 2010 zonder daarvoor enige vergoeding te betalen, behoudens een vergoeding van € 100,-- per maand voor onroerende zaakbelasting en een brand- en stormverzekering. [Gedaagde] heeft het pand op 31 december 2010 niet ontruimd en schoon opgeleverd en gebruikt het pand thans zonder enige rechtsgrond, aldus Dinkelland. Subsidiair voert Dinkelland aan dat indien de huurovereenkomst van
1 januari 2008 tot 31 december 2009 is verlengd met een periode van drie jaar krachtens artikel 7:301 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW), [gedaagde] is tekort geschoten in de nakoming van deze huurovereenkomst door vanaf augustus 2009 tot heden geen huurpenningen te betalen. Volgens Dinkelland rechtvaardigt deze huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst.
11. Dinkelland stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorlopige voorziening tot ontruiming, nu zij uiterlijk op 2 mei 2011 de grond waarop het pand aan de Eurowerft 18A te Denekamp staat, in gesloopte staat, vrij van verhuur en gebruik aan
Assen Projecten B.V. dient te leveren, op verbeurte van een contractuele boete per dag dat Dinkelland hiermee in verzuim is.
De beoordeling
12. Nu [gedaagde] niet ter zitting is verschenen moeten vorenstaande feiten en omstandigheden als vaststaand worden aangenomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan in het midden blijven of de tussen Dinkelland en [gedaagde] gesloten overeenkomst voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2010 met betrekking tot het pand, als een gebruiksovereenkomst dient te worden aangemerkt of als een huurovereenkomst. Indien deze overeenkomst als een gebruiksovereenkomst wordt aangemerkt, dan dient [gedaagde] het pand aan de Eurowerft 18B te Denekamp te ontruimen doordat het recht van [gedaagde] van het pand gebruik te maken op 31 december 2010 is geëindigd, zodat [gedaagde] thans geen rechtsgrond heeft om gebruik te maken van het pand. Indien de tussen partijen gesloten overeenkomst als een huurovereenkomst heeft te gelden, dan dient [gedaagde] het gehuurde pand eveneens te ontruimen. Vast staat immers dat [gedaagde] vanaf augustus 2009 geen huurpenningen heeft betaald aan Dinkelland, tot welke betaling [gedaagde] in ieder geval verplicht was tot aan het einde (31 december 2009) van de twee jaar durende huurovereenkomst. [Gedaagde] is daarmee tekort geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, welke tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De gevorderde voorziening komt – behoudens hetgeen hieronder nader zal worden overwogen – onrechtmatig noch ongegrond voor en kan daarom worden toegewezen.
13. De gevorderde machtiging om de ontruiming desnoods met behulp van de deurwaarder en de sterke arm te doen uitvoeren zal worden afgewezen. Strikt genomen is een dergelijke vordering naar het oordeel van de voorzieningenrechter overbodig. Immers, artikel 556 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna Rv) schrijft al voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. De deurwaarder behoeft geen rechterlijke machtiging om de hulp van de sterke arm in te roepen. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.
14. De voorzieningenrechter acht de gevorderde ontruimingstermijn van één week te kort. De voorzieningenrechter zal die termijn op veertien dagen stellen.
15. [Gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het pand aan de Eurowerft 18B te Denekamp, onderdeel van het kadastraal bekende
Eurowerft 18A, 7591 AG Denekamp, gemeente Denekamp, sectie O nummers 3164, 3166, 3168, te ontruimen met al het hare en de haren en met afgifte van de sleutels aan Dinkelland.
II. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Dinkelland begroot op € 667,13 aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 februari 2011 in tegenwoordigheid van
mr. Y. Cenik, de griffier.