ECLI:NL:RBALM:2011:BP5559

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
11 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117715 / KG ZA 11-13
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot het verwijderen van inbreukmakende afbeeldingen en rectificatie op website

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 11 februari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eiseres], en Brava Vastgoed B.V., hierna te noemen Brava. [Eiseres] vorderde dat Brava zou worden verplicht om binnen 24 uur na betekening van het vonnis afbeeldingen van een door [eiseres] ontworpen bedrijfspand van haar website te verwijderen en verwijderd te houden. Tevens vorderde [eiseres] dat Brava een rectificatie op haar website zou plaatsen, alsmede een vergoeding van de advocaatkosten op basis van artikel 1019h Rv.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] het auteursrecht op het ontwerp van het bedrijfspand toekomt en dat Brava inbreuk heeft gemaakt op dit auteursrecht door afbeeldingen van het pand op haar website te plaatsen zonder toestemming van [eiseres]. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van spoedeisend belang bij de vorderingen van [eiseres], omdat Brava door het onrechtmatig gebruik van de afbeeldingen schade toebracht aan de reputatie van [eiseres].

De rechter heeft Brava veroordeeld om de afbeeldingen van het bedrijfspand verwijderd te houden en om binnen 24 uur een rectificatie op haar website te plaatsen. De rectificatie moest duidelijk maken dat het bedrijfspand niet door Brava was ontworpen, maar door [eiseres]. Daarnaast is Brava veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de rechter zijn vastgesteld op een bedrag van € 3.644,31. De voorzieningenrechter heeft de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak vastgesteld op zes maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 117715 / KG ZA 11-13
datum vonnis: 11 februari 2011
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. C.F.H. Donners te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Brava Vastgoed B.V.,
gevestigd te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen Brava,
procederend in persoon.
Het procesverloop
[Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 4 februari 2011. Ter zitting zijn verschenen: Namens [eiseres] de heer [B], senior projectmanager, bijgestaan door mr. Donners en namens Brava de heer [H], bestuurder.
De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1.1 In deze zaak staat het navolgende vast.
1.2 [Eiseres] drijft een onderneming die zich onder meer richt op het ontwerpen en bouwen van bedrijfspanden, ook wel utiliteitsbouw genoemd.
1.3 [Eiseres] heeft voor PlanEffect Systeemwanden B.V. (hierna: PlanEffect) een bedrijfspand ontworpen en gebouwd aan De Elzenhof 11 te Geldermalsen (hierna: het bedrijfspand). [Eiseres] komt het auteursrecht toe op het ontwerp en de afbeeldingen hiervan, welk recht zij niet heeft overgedragen.
1.4 Brava houdt zich, evenals [eiseres], onder meer bezig met het ontwerpen en bouwen van (bedrijfs-)panden. In dat kader exploiteert Brava de website [www.xxx.nl] (hierna: de website).
1.5 Op de website heeft Brava twee afbeeldingen van voornoemd bedrijfspand geplaatst, met daaronder de navolgende tekst:
“Eén van de specialiteiten van [H] is de utiliteitsbouw: bouwwerken met een zakelijk karakter. Impressies op onze website geven u alvast een indruk van de kwaliteit en kunde van [H].”
1.6 [Eiseres] heeft Brava, na ontdekking van de afbeeldingen op de website, gesommeerd tot verwijdering van de afbeeldingen.
Standpunt [eiseres]
2.1 [Eiseres] vordert – na eisvermeerdering en zakelijk weergegeven – Brava te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de afbeeldingen van de website te verwijderen en verwijderd te houden en om Brava te verbieden afbeeldingen van het bedrijfspand op enige andere wijze openbaar te maken of te verspreiden, alsmede Brava te veroordelen tot het plaatsen van een rectificatie op haar website binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Brava in de door [eiseres] daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten ex artikel 1019h Rv
ad € 5.628,38, exclusief BTW, alsmede in de overige kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
2.2 [Eiseres] heeft daartoe gesteld dat, nu zij het bedrijfspand heeft ontworpen en gebouwd, gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 1 sub 6 en 8 van de Auteurswet, haar het auteursrecht toekomt op het bedrijfspand. Op grond van artikel 1 Auteurswet komt haar alsdan het uitsluitend recht toe ontwerpen of afbeeldingen hiervan openbaar te maken en/of te verveelvoudigen. [Eiseres] heeft dit recht behouden en niet overgedragen aan haar opdrachtgever, PlanEffect Systeemwanden B.V., aldus [eiseres].
Brava heeft inbreuk gemaakt op het auteursrecht van [eiseres] door gebruik te maken van afbeeldingen van een door [eiseres] ontworpen en gerealiseerd bedrijfspand. Voorts maakt [eiseres] inbreuk op de het persoonlijkheidsrecht van [eiseres] ex artikel 25 Auteurswet. Gelet op de tekst die Brava onder de afbeeldingen heeft geplaatst, heeft zij doen voorkomen alsof zij verantwoordelijk is geweest voor het ontwerp en de realisatie van het bedrijfspand, waarmee zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] doordat zij van het werk en de reputatie van [eiseres] profiteert. Voorts lijdt [eiseres] schade doordat zij geen (licentie)vergoeding voor het plaatsen van de afbeeldingen ontvangt.
Terzijde merkt [eiseres] nog op dat Brava al eens in een vergelijkbare kwestie voor deze rechtbank is gedaagd en veroordeeld.
Tot slot stelt [eiseres] dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, omdat Brava haar op deze wijze voordturende schade berokkent en niet van haar verwacht kan worden dat zij duldt dat Brava, ondanks meerdere sommaties, inbreuk blijft maken op haar auteursrecht.
Standpunt Brava
3.1 Brava verweert zich en concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.2 Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De overwegingen van de voorzieningenrechter:
Spoedeisend belang
4.1 [Eiseres] heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde, zodat de voorzieningenrechter over zal gaan tot de materiële beoordeling. Brava heeft bovendien geen verweer gevoerd inhoudende dat er geen sprake zou zijn van spoedeisend belang.
Auteursrechten
4.2 De voorzieningenrechter stelt voorop dat ter zitting is gebleken dat de gewraakte afbeeldingen reeds zijn verwijderd. De voorzieningenrechter stelt daarentegen vast dat Brava wel afbeeldingen van het bedrijfspand op haar website had geplaatst, Brava heeft dit immers ook niet weersproken. Daarmee staat in rechte vast dat Brava door deze handelwijze inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten van [eiseres]. Brava heeft immers in strijd gehandeld met het uitsluitend recht dat [eiseres] toekomt om afbeeldingen van haar werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat gelet op de tekst die Brava onder de afbeeldingen heeft geplaatst, Brava in strijd met de werkelijkheid heeft willen suggereren dat zij voor het ontwerp en realisatie van het bedrijfspand verantwoordelijk is. Daarmee profiteert zij van het werk en de reputatie van [eiseres] en dat is onrechtmatig.
4.3 Dit zou echter nog anders zijn, indien Brava aannemelijk had gemaakt dat zij toestemming had verkregen van [eiseres] om de afbeeldingen op haar website te plaatsen. Hiervan is echter onvoldoende gebleken. Het verweer van Brava dat zij van de directeur van PlanEffect indirect toestemming van [eiseres] zou hebben verkregen tot openbaarmaking en verveelvoudiging van haar werk, waarna partijen nadien onderling nog aanvullende afspraken zouden zijn overeengekomen, wordt door de voorzieningenrechter gepasseerd. Ieder bewijs van deze stelling ontbreekt en [eiseres] heeft deze stelling bovendien gemotiveerd weerlegd.
4.4 De vorderingen van [eiseres] kunnen daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de vordering tot het verwijderen van de afbeeldingen van de website zal worden afgewezen, omdat deze afbeeldingen reeds verwijderd zijn. Voorts zal de voorzieningenrechter de verzochte rectificatie wijzigen, in die zin dat de laatste volzin zal worden weggelaten, omdat een juridische grondslag voor het aanbieden van ‘welgemeende excuses’ ontbreekt. De termijn voor het plaatsen van die rectificatie zal worden bepaald op één maand. Deze termijn is redelijk aangezien de rectificatie op de hoofdpagina van de website van Brava zal moeten worden geplaatst. Tot slot zal de gevorderde dwangsom worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
Termijn instellen hoofdzaak
4.5 De voorzieningenrechter zal de termijn waarbinnen een eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel 1019i Rv moet worden ingesteld, bepalen op zes maanden na heden.
De proceskosten
4.6 Brava zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Ten aanzien van de hoogte van die kosten overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.7 [Eiseres] heeft met een beroep op artikel 1019h Rv veroordeling van Brava gevorderd tot vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten, die blijkens de door Brava als productie 9 overgelegde facturen en specificatie € 3.222,18 (exclusief BTW) bedragen, alsmede een aanvullend bedrag ad € 2.406,20 (exclusief BTW) aan geschatte resterende (na)werkzaamheden, derhalve in totaal een bedrag ad € 5.628,38 (exclusief BTW). Artikel 1019h Rv is de implementatie van artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Deze richtlijn neemt als uitgangspunt dat de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, door de verliezende partij zullen worden gedragen, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. De termen 'redelijk en evenredig' en 'billijkheid' geven hierbij aan dat de veroordeling in de proceskosten enerzijds afhankelijk is van de complexiteit van de vordering en anderzijds van de mate van verwijtbaarheid van de inbreuk. Voorts dienen de gevorderde kosten tijdig te worden opgegeven en gespecificeerd zodat de wederpartij zich daartegen naar behoren kan verweren (HR 30 mei 2008, NJ 2008,556).
4.8 Om te beoordelen wat onder redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten moet worden verstaan, wordt aansluiting gezocht bij de ‘Indicatietarieven in IE-zaken’. Volgens deze tarieven zijn in eenvoudige kort gedingen kosten ter hoogte van maximaal € 6.000,-- redelijk en evenredig te noemen. In de onderhavige zaak moet worden geoordeeld dat de vordering niet als gecompliceerd kan worden aangemerkt, nu de intellectuele eigendomsrechtelijke aspecten van deze zaak van zeer eenvoudige aard zijn. Het bedrag dat door de advocaat van [eiseres] aan kosten wordt gevorderd, komt mede gezien het feit dat de vordering niet geheel gespecificeerd is (dat geldt in ieder geval voor de door een kantoorgenoot van de advocaat van [eiseres] reeds gefactureerde kosten voor 2 februari 2011), te hoog voor. De door [eiseres] gevorderde kosten worden tot een bedrag van € 3.000,-- redelijk en evenredig geoordeeld en toegewezen. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden derhalve begroot op totaal € 3.644,31, bestaande uit:
- dagvaardingskosten € 76,31
- vast recht € 568,--
- salaris advocaat € 3.000,--.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt Brava om afbeeldingen van het bedrijfspand verwijderd te houden van haar website en verbiedt Brava afbeeldingen van het bedrijfspand op enige andere wijze openbaar te maken of te verspreiden.
II. Veroordeelt Brava om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis op de openingspagina van haar website de volgende tekst, in lettertype ‘arial’, tekengrootte 12, zonder verdere toevoeging of commentaar en gedurende minimaal één maand, te plaatsen:
“Ten onrechte hebben wij op onze website verschillende afbeeldingen getoond van een bedrijfspand te Geldermalsen op bedrijventerrein Hondsgemet, aan De Elzenhof 11 te Geldermalsen. Anders dan de begeleidende tekst had kunnen doen vermoeden, is het desbetreffende bedrijfspand niet door Brava Vastgoed ([H]) ontworpen en gerealiseerd, maar door [eiseres] te [vestigingsplaats].”
III. Bepaalt dat Brava voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij in strijd handelt met het onder I. en II. bepaalde, aan [eiseres] een dwangsom verbeurt van EUR 1.000,-, tot een maximum van EUR 10.000,-,
IV. Veroordeelt Brava in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 644,31 aan verschotten en € 3.000,- aan salaris van de advocaat.
V. Bepaalt de termijn bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na heden;
VI. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
VII. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 februari 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.