ECLI:NL:RBALM:2011:BP8662
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van faillietverklaring na beëindiging wettelijke schuldsaneringsregeling
Op 9 maart 2011 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaken met de nummers 118756 / FT EA 11.62 en 118757 / FT EA 11.63. De rechtbank behandelde verzoeken tot faillietverklaring van twee verzoekers, A en B, die beiden na een tussentijdse beëindiging van hun wettelijke schuldsaneringsregeling in een staat van faillissement verkeerden. De faillissementen van verzoekers waren eerder beëindigd door middel van vereenvoudigde afwikkeling, respectievelijk op 13 juli 2006 en 25 april 2006.
De rechtbank overwoog dat volgens artikel 18 van de Faillissementswet (Fw) een faillietverklaring geweigerd dient te worden indien een eerder faillissement door opheffing is geëindigd, tenzij de schuldenaar kan aantonen dat er voldoende baten zijn om de kosten van het faillissement te dekken. In dit geval hebben de verzoekers verklaard dat er geen baten aanwezig zijn.
De rechtbank concludeerde dat de beëindiging van de eerdere faillissementen materieel gelijk te stellen is aan een opheffing wegens de toestand van de boedel. Gezien het feit dat er geen baten zijn om de kosten van het faillissement te dekken, oordeelde de rechtbank dat de verzoeken tot faillietverklaring afgewezen moesten worden. De rechtbank wees de verzoeken tot faillietverklaring af, met als doel te voorkomen dat er een situatie zou ontstaan waarin blijkt dat er onvoldoende middelen zijn om de kosten van het faillissement te dekken.