ECLI:NL:RBALM:2011:BQ0498
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Blomhert
- J. Taalman
- A. Heijink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling in Enschedese ontuchtzaak
Op 7 april 2011 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in de zaak betreffende de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde in een ontuchtzaak. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat het gevaar dat uitgaat van de veroordeelde als zeer klein werd ingeschat. De rechtbank baseerde haar oordeel op rapporten van twee deskundigen, die concludeerden dat de persoonlijkheidsstoornis van de verdachte in de loop der tijd milder was geworden en dat de kans op herhaling van delicten onder de huidige omstandigheden uiterst klein was. De rechtbank hield rekening met de context waarin de oorspronkelijke delicten waren gepleegd, waaronder alcoholmisbruik en relationele spanningen, en concludeerde dat de kans dat de veroordeelde in een vergelijkbare situatie terecht zou komen, zeer klein was.
De behandeling van de vordering vond plaats na meerdere zittingen, waarbij deskundigen en de verdachte zelf waren gehoord. De rechtbank nam de adviezen van de deskundigen over, die allen wezen op de contextuele factoren van de delicten en de afgenomen ernst van de persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen niet in het geding was en dat er geen noodzaak was voor verdere bescherming van de samenleving tegen de veroordeelde. De beslissing om de TBS niet te verlengen werd unaniem ondersteund door de deskundigen, die ook aangaven dat de verdachte bereid was tot nazorg en begeleiding in de overgang naar de maatschappij. De rechtbank besloot uiteindelijk de vordering van de officier van justitie af te wijzen, waarmee de terbeschikkingstelling van de verdachte niet werd verlengd.