ECLI:NL:RBALM:2011:BQ2103

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
120034 / KG ZA 11-86
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opschorting van ontruiming van huurwoning in kort geding

In deze zaak heeft eiser, die al 16 jaar een woning huurt van gedaagde, gevorderd om de ontruiming van de woning op te schorten. Eiser is veroordeeld tot ontruiming bij vonnis van 22 maart 2011, maar stelt dat hij door problemen met zijn WWB-uitkering in betalingsproblemen is geraakt. De ontruiming was gepland voor 20 april 2011 om 09.30 uur. Eiser heeft ter zitting zijn situatie toegelicht en aangegeven dat hij een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de beëindiging van zijn uitkering, met een hoorzitting gepland op 21 april 2011. Hij betoogt dat het belang van hem en de maatschappij niet gediend is bij de ontruiming, vooral omdat hij mogelijk weer een uitkering zal ontvangen.

Gedaagde, vertegenwoordigd door mevrouw mr. B.M. Eikholt, heeft verweer gevoerd en gesteld dat eiser onvoldoende actie heeft ondernomen om zijn huurachterstand op te lossen. Gedaagde heeft aangegeven dat de ontruiming al eerder was uitgesteld om eiser de kans te geven andere woonruimte te vinden, maar dat eiser deze kans niet heeft benut. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen door gedaagde en dat de ontruiming kan doorgaan. De gevorderde voorlopige voorziening van eiser is afgewezen, en eiser is veroordeeld in de kosten van de procedure.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de ontruiming rechtmatig is en dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van onrechtmatig handelen door gedaagde. De beslissing om de ontruiming door te laten gaan is genomen in het belang van de rechtszekerheid en de belangen van gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 120034 / KG ZA 11-86
datum vonnis: 20 april 2011 (gc)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat: mr. M.Th.M. Demmer te Hengelo (O0,
tegen
de stichting
Stichting De Hengelose Woningcorporatie,
handelende onder de naam Welbions,
gevestigd te Hengelo,
gedaagde.
Het procesverloop
Eiser heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is na dagvaarding op verkorte termijn behandeld ter terechtzitting van 20 april 2011. Ter zitting zijn verschenen: mr. Demmer namens eiser en mevrouw mr. B.M. Eikholt namens gedaagde. De standpunten zijn toegelicht.
Na sluiting van de behandeling ter zitting is door de voorzieningenrechter aanstonds deze uitspraak gedaan.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast.
Eiser huurt al 16 jaren de woning aan de [adres] te [plaats] van gedaagde en voorheen van haar rechtsvoorgangers. Bij vonnis van 22 maart 2011 is eiser uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld genoemde woning te ontruimen. De ontruiming zal hedenochtend om 09.30 uur plaatsvinden.
2. Eiser vordert – kort gezegd – de ontruiming op te schorten en om gedaagde te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
3. Eiser stelt daartoe dat achterstanden in de betaling van de huurpenningen zijn ontstaan en dat die achterstanden hebben geleid tot het ontruimingsvonnis van 22 maart 2011. De achterstanden zijn ontstaan omdat de WWB-uitkering van eiser per 1 oktober 2009 is beëindigd. Eiser heeft tot tweemaal toe opnieuw een WWB-uitkering aangevraagd, maar meer dan een eenmalig voorschot van € 60,00 heeft hij niet ontvangen. Eiser heeft een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van de gemeente Hengelo om zijn uitkering te beëindigen en de hoorzitting is op 21 april 2011. Zodra de gemeente eiser een uitkering heeft toegekend is het voor eiser mogelijk om een betalingsregeling te treffen. Behoudens uitkeringsproblemen heeft eiser geen achterstanden in de betalingen van de huurpenningen gehad en bovendien is het nog maar de vraag of eiser in aanmerking komt voor andere woonruimte. Het belang van eiser en de maatschappij is niet gebaat bij ontruiming van eiser. Bovendien ligt uitbetaling van de WWB-uitkering in de rede, betreft het de ontruiming van woonruimte en omdat in het ontruimingsvonnis is overwogen dat in de praktijk slechts sporadisch van het recht van ontruiming gebruik wordt gemaakt, dient het belang van eiser om in het gehuurde te kunnen blijven te prevaleren boven het belang van eiser bij de ontruiming.
4. Gedaagde heeft bij monde van mevrouw mr. B.M. Eikholt ter zitting verweer gevoerd en gevorderd tot afwijzing van de verzochte voorziening. Daartoe heeft zij gesteld dat rechtsoverweging 4.3 van het vonnis van de kantonrechter van 22 maart 2011 niets aan de verbeelding overlaat. In die overweging is onder meer opgenomen dat de wijze waarop eiser de huurachterstand heeft laten oplopen een dusdanige tekortkoming oplevert, dat ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming gerechtvaardigd is. Daarnaast is eiser ook veroordeeld tot betaling van de huurpenningen. Gedaagde was bereid om de ontruiming niet uit te voeren als eiser een betalingsregeling zou hebben getroffen. Een regeling heeft eiser niet getroffen en daarnaast voldoet hij ook de lopende huurpenningen niet. De ontruiming was al aangezegd tegen 13 april 2011 maar is in overleg met eiser uitgesteld om hem de mogelijkheid te geven andere woonruimte te vinden. Gedaagde heeft dan ook al de hand over het hart gestreken. Dat op 21 april 2011 een hoorzitting bij de gemeente Hengelo plaatsvindt, regardeert gedaagde niet en het is ook niet gezegd dat de uitkering ook wordt toegekend en als dat al zo is per wanneer dat zal zijn. Het is niet redelijk dat gedaagde daarop moet wachten. Eiser heeft voldoende gelegenheid gehad om een regeling te treffen. Met de thans door eiser verzochte voorlopige voorziening wordt slechts getracht de ontruiming uitgesteld te krijgen. Van misbruik van recht is, gelet op het vonnis van 22 maart 2011, geen sprake. Gedaagde wil de aangezegde ontruiming dan ook door laten gaan.
5. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 22 maart 2011 is de ontruiming van de door eiser gehuurde woning bevolen en de ontruiming zal heden om 09.30 uur plaatsvinden. De vraag is of gedaagde onrechtmatig handelt jegens eiser door de ontruiming thans door te zetten, maar dat is niet als zodanig door eiser gesteld. Van dreigend onrechtmatig handelen door gedaagde is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake. Bovendien is de ontruiming al een keer uitgesteld om eiser in de gelegenheid te stellen nadere afspraken te maken of om andere woonruimte te vinden. Dat hij van die gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt, hoeft niet voor rekening van gedaagde te komen. De gevorderde voorlopige voorziening zal dan ook worden afgewezen. Al hetgeen overigens naar voren is gebracht behoeft geen verdere bespreking.
6. Eiser zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de onderhavige procedure.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. wijst de gevorderde voorlopige voorzieningen af.
II. Veroordeelt eiser in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op € 568,00 aan verschotten.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.L.J. Koopmans, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 april 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.