ECLI:NL:RBALM:2011:BQ4325

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
373432 EJ VERZ 2894/11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.R.K. Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en verstoorde arbeidsrelatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 12 mei 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Verenfabriek De Spiraal B.V. en haar werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De Spiraal verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op grond van een dringende reden, na een incident op 11 maart 2011 waarbij [verweerder] zijn directeur [F] uitmaakte voor 'dikke racist' en hem beledigde in het bijzijn van personeel. De Spiraal stelde dat de verhoudingen ernstig verstoord waren geraakt door het gedrag van [verweerder], waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk was. [Verweerder] erkende de uitlatingen, maar verdedigde zijn gedrag door te stellen dat deze voortkwamen uit een lange periode van discriminatie en vernedering door de directie, met name door [F].

De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet, omdat de feiten niet onomstotelijk vaststonden en er geen overeenstemming was over de omstandigheden die tot het incident hadden geleid. De rechter concludeerde dat de verstoorde arbeidsrelatie wel degelijk een reden voor ontbinding kon zijn, maar dat dit niet volledig aan [verweerder] kon worden toegeschreven. De kantonrechter besloot de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2011 te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding van € 5.000,00 bruto aan [verweerder]. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke en onbetwistbare feiten bij het vaststellen van een dringende reden voor ontslag, evenals de rol van de werkgever in het creëren van een werkklimaat waarin discriminatie en vernedering niet plaatsvinden.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 373432 EJ VERZ 2894/11
Beschikking van de kantonrechter d.d. 12 mei 2011 in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Verenfabriek De Spiraal B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo (O)
verzoekster
hierna ook wel te noemen: De Spiraal
gemachtigde: mr. C.J.M. de Vlieger
advocaat te Enschede
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
hierna ook wel te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. F. Jakob
advocaat te Enschede
1. procedure
1.1 Gezien het op 21 april 2011 ter griffie van dit gerecht binnengekomen verzoekschrift strekkende tot ontbinding ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van de eventueel nog tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
1.2 Gezien het ingekomen verweerschrift en de overige op het geding betrekking hebbende stukken.
1.3 Gelet op hetgeen door en/of namens partijen is verklaard bij de mondelinge behandeling van het verzoek op 28 april 2011.
2. feiten
2.1 Bij de beoordeling van dit geschil wordt uitgegaan van de hierna opgesomde feiten. Deze worden voorshands als vaststaand beschouwd omdat zij door een van partijen zijn gesteld en door de andere partij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende zijn bestreden.
2.2 [Verweerder] is met ingang van 21 mei 2001 in dienst van De Spiraal getreden. Hij was laatstelijk vrijwel uitsluitend als lasser werkzaam tegen een loon van € 2076,45 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld.
2.3 Op 11 maart 2011 is [verweerder] door [S], directeur van De Spiraal, op staande voet ontslagen.
3. verzoekschrift
3.1 De Spiraal verzoekt de voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op grond van gewichtige redenen, bestaande primair uit een dringende reden en subsidiair uit een wijziging van omstandigheden, welke met zich meebrengt dat op korte termijn een einde aan de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst dient te komen.
3.2 De Spiraal legt aan haar verzoekschrift de hiervoor opgenomen vaststaande feiten ten grondslag. De Spiraal stelt dat zij er alles aan doet om haar autochtone en allochtone werknemers gelijk te behandelen. Om haar allochtone werknemers het in alle opzichten naar hun zin te maken worden zij in staat gesteld langer op vakantie te gaan, middels extra werkonderbrekingen te bidden en bij niet christelijke feestdagen vrijaf te nemen. Bij ziekte of overlijden van een kennis/familielid mogen zij direct naar het land van herkomst afreizen. Tevens wordt er door De Spiraal rekening gehouden met de samenstelling van de maaltijden bij overwerk, bedrijfsuitjes, barbecues en het kerstpakket.
[Verweerder] heeft op 11 maart 2011, ’s-middags rond 13:05 uur in het bijzijn van personeel haar directeur [F], ernstig beledigd en uitgescholden. [Verweerder] heeft [F] diverse malen uitgemaakt voor ‘dikke racist’ en dat [F] moet ‘opdonderen’. [Verweerder] nam daarbij een intimiderende en bedreigende houding aan naar [F] toe. [F] heeft daarop [verweerder] gevraagd zijn woorden terug te nemen, hetgeen door [verweerder] werd geweigerd. [F] heeft daarop een time-out ingelast. Na twintig minuten heeft [F] samen met zijn mededirecteur [S] een gesprek gehad met [verweerder] en hem een kans gegeven zijn uitspraken in te trekken en zijn excuses aan te bieden. [Verweerder] was daartoe, ondanks het vooruitzicht van een ontslag op staande voet, niet bereid.
De Spiraal stelt zich primair op het standpunt dat er sprake is van een dringende reden, op grond waarvan in alle redelijkheid van haar niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voort te zetten. Subsidiair stelt De Spiraal dat er sprake is van een zodanige wijziging in de omstandigheden dat aan een einde van het dienstverband met [verweerder] niet valt te ontkomen. Elk vertrouwen aan de zijde van De Spiraal in [verweerder] ontbreekt en de verhoudingen zijn ernstig verstoord geraakt door het optreden van [verweerder].
4. verweerschrift
4.1 [Verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Subsidiair, voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbindt, verzoekt [verweerder] hem ten laste van De Spiraal een vergoeding toe te kennen, waarbij wordt uitgegaan van de kantonrechterformules met een factor C=3.
4.2 [Verweerder] erkent dat hij zijn directeur [F] op 11 maart 2011 heeft uitgemaakt voor racist en dit niet zonder reden. De directe aanleiding daarvan was dat de door de directie bestelde maaltijden alleen onder de blanke medewerkers werden verdeeld. Dit stond echter niet op zichzelf maar was de zoveelste uiting van discriminatie van de groep allochtone medewerkers waaraan [F] zich lange tijd schuldig heeft gemaakt. De bedoelde woorden van [verweerder] richting [F] dienen dan ook te worden beschouwd als de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. [Verweerder] heeft niet meer gedaan dan [F] tijdens de pauze voor racist uitmaken. Van een ernstige belediging, scheldpartij en het innemen van een intimiderende of dreigende houding is geen sprake geweest. Evenmin heeft hij tijdens het gesprek met de directie [F] opnieuw beledigd en geschoffeerd.
[Verweerder] stelt dat sinds [S] en [F] in 2008 de directie vormen de verhouding tussen de directie en een deel van het personeel is verslechterd. Dit is te wijten aan [F] die het personeel op de werkvloer aanstuurt. Hij meent een kleine groep van ongeveer vijf werknemers van buitenlandse komaf anders te moeten behandelen en hij hanteert tegen deze werknemers ruw taalgebruik. [Verweerder] is bijna 10 jaar in dienst van De Spiraal en al die jaren heeft hij zijn werk tot tevredenheid van De Spiraal verricht. Herstel van de arbeidsverhouding is heel goed mogelijk als [F] hem en de overige allochtone werknemers met evenveel respect behandelt, waarbij vernedering, pesterijen, discriminatie en ruw taalgebruik niet passen. Als [F] dit alles achterwege kan laten, dan blijft [verweerder] graag nog een decennium bij De Spiraal in dienst.
4.3 In geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van wijziging van omstandigheden, meent [verweerder] aanspraak te kunnen maken op een vergoeding. De Spiraal spreekt van een verstoorde arbeidsrelatie door zijn optreden op 11 maart 2011, doch [verweerder] stelt De Spiraal dat aan zichzelf te danken heeft. Het was slechts een kwestie van tijd dat een allochtone werknemer een keer de ziekmakende houding van [F] niet meer zou kunnen verdragen en hem daarop zou aanspreken. Dit is gebeurd op 11 maart 2011 en tijdens de verhitte discussie die daarop ontstond liet [verweerder] het woord racist vallen. Aldus ligt de verwijtbaarheid volledig aan de kant van De Spiraal. Sterker nog, het gaat om een heel ernstige vorm van verwijtbaarheid. Immers, [verweerder] is gedurende lange periode stelselmatig door uitgerekend één van de directeuren vernederd, gepest en gediscrimineerd. Dit rechtvaardigt een vergoeding zoals verzocht.
5. beoordeling
5.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod als bedoeld in de wet.
5.2 Het verzoek “beperkt” zich tot een voorwaardelijk verzoek, hetgeen inhoudt dat de kantonrechter ervan uit moet gaan dat het aan [verweerder] gegeven ontslag op staande voet in een eventueel aanhangig te maken bodemprocedure geen stand houdt en er derhalve langs de weg van het gegeven ontslag op staande voet geen einde aan het dienstverband is gekomen.
5.3 Het vorenstaande betekent dat de kantonrechter de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst niet wegens een dringende reden zal beëindigen, dit te meer nu er voor [verweerder] geen mogelijkheid van hoger beroep tegen die beslissing openstaat. Om een dringende reden te kunnen aannemen dienen alle betrokken partijen over de feiten het geheel eens te zijn, zodat daarover geen discussie meer gevoerd kan worden. Deze situatie doet zich in de onderhavige kwestie niet voor. Uitdrukkelijk wordt immers de stelling van [verweerder] weersproken dat De Spiraal, althans een van haar directeuren, zich structureel schuldig maakt aan vernederingen, pesterijen en discriminatie van haar allochtone werknemers. Ook over de gebezigde uitlating “racist” of “dikke racist” bestaat onduidelijkheid.
5.4 Subsidiair wordt diezelfde ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht op grond van een wijziging in de omstandigheden. In de visie van De Spiraal zijn de verhoudingen ernstig verstoord geraakt door het optreden van [verweerder] op 11 maart 2011 en zij heeft geen vertrouwen meer in een vruchtbare samenwerking met [verweerder].
5.5 [Verweerder] ziet mogelijkheden voor een voortzetting van het dienstverband, mits [F] hem en de overige allochtone werknemers met evenveel respect behandelt.
5.6 Wanneer de kantonrechter [verweerder] moet geloven, is zijn jarenlange stelselmatige vernedering de oorzaak van de escalatie op 11 maart 2011. Probleem is echter dat [verweerder] dit op geen enkele wijze aannemelijk heeft weten te maken. In het procesdossier heeft de kantonrechter niet één verklaring van een (allochtone) collega aangetroffen die de stellingen van [verweerder] ook maar enigszins onderschrijven. De aard van de onderhavige procedure leent zich niet voor een [uitvoerige] bewijsvoering, zodat de kantonrechter het dan ook zal moeten doen met de feiten zoals deze er thans liggen.
5.7 De kantonrechter is van oordeel dat de -principiële- stellingen van partijen zo lijnrecht tegenover elkaar staan, dat van een vruchtbare samenwerking in de toekomst geen sprake meer zal kunnen zijn, zodat de eventueel tussen partijen nog bestaande arbeidsovereenkomst op grond van verandering in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op korte tijd behoort te eindigen en wel met ingang van 1 juni 2011.
5.8 Vraag is thans of [verweerder] enig verwijt kan worden gemaakt die de verstoring van de arbeidsovereenkomst tussen partijen zou hebben kunnen veroorzaakt. Een en ander is van belang voor het feit of [verweerder] aanspraak heeft op enige vergoeding, welke overigens eerst opeisbaar is wanneer in een eventuele bodemprocedure wordt geoordeeld dat het op 11 maart 2011 aan [verweerder] gegeven ontslag op staande voet geen stand houdt.
5.9 Gesteld noch gebleken is dat er voor 11 maart 2011, afgezien van een meningsverschil over de hoogte van het uurloon, iets noemenswaardigs tussen partijen is voorgevallen. Zulks neemt niet weg dat de ontstane verstoring van de arbeidsovereenkomst in overwegende mate te wijten is geweest aan de gedragingen van [verweerder] op die datum, met name diens houding nadat door [F] een time-out was ingelast. Wat daarvan ook zij, nogmaals ervan uitgaande dat het ontslag op staande voet geen stand houdt, is de bodemrechter kennelijk met [verweerder] van mening dat het gegeven ontslag op staande voet in de gegeven omstandigheden een buitenproportionele reactie van De Spiraal is geweest. Ook deze omstandigheid dient bij de vraag of er al dan niet een ontbindingsvergoeding moet worden opgelegd worden meegenomen.
5.10 In het licht van alle hiervoor gememoreerde omstandigheden van het geval, waarbij aanmerkelijk gewicht behoort te worden toegekend aan de gang van zaken op 11 maart 2011 zoals hiervoor omschreven, is de kantonrechter van oordeel dat ingeval van ontbinding aan [verweerder] een vergoeding toekomt op basis van een factor C= 0,25, een bedrag van afgerond € 5.000,00 bruto.
5.11 Nu De Spiraal een ontbinding van de arbeidsovereenkomst nastreeft zonder vergoeding, zal zij de gelegenheid krijgen haar verzoekschrift in te trekken en wel uiterlijk dinsdag 31 mei 2011.
5.12 Ongeacht of De Spiraal haar verzoekschrift al dan niet intrekt, zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd als hierna te vermelden.
6. Beschikt:
6.1 Stelt partijen in kennis van het voornemen van de kantonrechter om de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 juni 2011, onder toekenning aan [verweerder] ten laste van De Spiraal van vergoeding van € 5.000,00 bruto, dit alles onder de voorwaarde dat er per die datum nog een dienstverband bestaat.
6.2 Stelt De Spiraal in de gelegenheid haar verzoekschrift uiterlijk dinsdag 31 mei 2011 in te trekken.
Voor het geval dat De Spiraal het verzoekschrift niet intrekt:
6.3 Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2011, onder de voorwaarde dat er per die datum nog een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat.
6.4 Kent in dat geval aan [verweerder] ten laste van De Spiraal een vergoeding toe van € 5.000,00 bruto en veroordeelt de Spiraal mitsdien wederom in dat geval tot betaling van dat bedrag aan [verweerder].
Voor het geval dat De Spiraal het verzoekschrift al dan niet intrekt:
6.5 Compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6.6 Wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven te Enschede en op 12 mei 2011 in het openbaar uitgesproken door mr. H.R.K. Valk, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.