ECLI:NL:RBALM:2011:BQ7640

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
7 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
: 372284 CV EXPL 2306-11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering in verstekzaak betreffende onredelijk bezwarend beding in consumentenovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 7 juni 2011 uitspraak gedaan in een verstekzaak tussen de besloten vennootschap Health City Beheer B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Health City had de gedaagde gedagvaard wegens het niet tijdig betalen van abonnementskosten, waarbij zij zich beriep op artikel 4.4 van haar algemene voorwaarden. Dit artikel stelde dat bij niet-tijdige betaling alle resterende termijnen van het lidmaatschap ineens opeisbaar zijn. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of dit beding onredelijk bezwarend was voor de consument, zoals bedoeld in artikel 6:233 onder a BW.

De kantonrechter oordeelde dat het beding in artikel 4.4 onredelijk bezwarend was. Dit oordeel was gebaseerd op de overweging dat het beding de consument verplichtte om niet alleen de achterstallige bedragen, maar ook de resterende termijnen ineens te voldoen, voordat het lid weer gebruik kon maken van de faciliteiten. Dit zou betekenen dat leden die in financiële problemen verkeren, niet in staat zouden zijn om aan hun verplichtingen te voldoen, wat hen zou uitsluiten van de diensten van Health City. De kantonrechter verwees naar de Richtlijn 93/13/EEG, die bedingen die de consument verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verplichtingen niet nakomt, als onredelijk bezwarend beschouwt.

Gezien deze overwegingen heeft de kantonrechter het beding in artikel 4.4 vernietigd en de vordering van Health City afgewezen. Dit vonnis benadrukt de bescherming van consumenten tegen onredelijke contractuele bedingen en de rol van de rechter in het ambtshalve toetsen van dergelijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Almelo
Zaaknummer : 372284 CV EXPL 2306-11
Uitspraak : 7 juni 2011
Vonnis in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HEALTH CITY BEHEER B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna ook wel Health City te noemen,
gemachtigde: C.Th. Snijder en L.V. Snijder, gerechtsdeurwaarders te Beverwijk resp. Hoorn,
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats] en [adres],
gedaagde partij, hierna ook wel [gedaagde] te noemen,
niet verschenen.
1. procedure
Deze blijkt uit de navolgende stukken:
De dagvaarding van 31 maart 2011;
de rolbeschikking van 12 april 2011;
de akte aan de zijde van Health City.
Het vonnis is bepaald op heden.
2. beoordeling
Health City heeft [gedaagde] gedagvaard voor de zitting van 12 april 2011. [gedaagde] is niet verschenen. In de rolbeschikking van 12 april 2011 is het volgende overwogen:
De kantonrechter constateert dat Health City de hoofdsom van haar vordering, € 338,88 voor (resterende) abonnementskosten, ineens opgeëist na niet tijdige betaling van maandelijkse abonnementskosten door [gedaagde], heeft gebaseerd op artikel 4.4 van de door haar overgelegde algemene voorwaarden. Artikel 4.4 bepaalt: “Bij niet tijdige betaling worden alle voor de resterende duur van het lidmaatschap verschuldigde termijnen opeisbaar en dienen deze binnen 30 dagen na opeisbaarheid door het lid van Health City te worden voldaan. Het lid kan de club niet gebruiken tot het moment dat zijn vervallen schuld is voldaan”.
De kantonrechter dient bedingen in consumentenovereenkomsten ambtshalve te toetsen op het mogelijk onredelijk bezwarende karakter daarvan, althans heeft hij deze bevoegdheid.
Ingevolge art. 6: 233 onder a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
Onder verwijzing naar de bijlage bij de Richtlijn 93/13/EEG, betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, is het door Health City gehanteerde beding in artikel 4.4. mogelijk onredelijk bezwarend. De kantonrechter doelt daarbij in het bijzonder op de in de bijlage van de Richtlijn vermelde bedingen onder e) en o), zijnde bedingen die de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding opleggen resp. bedingen die tot doel of tot gevolg hebben de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt.
Alvorens vonnis te wijzen stelt de kantonrechter Health City in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over het mogelijk onredelijk bezwarende karakter van artikel 4.4 van haar algemene voorwaarden.
Health City dient bovendien de vordering in de akte nader te onderbouwen. Een hoofdsom van € 338,88 kan de kantonrechter niet ontdekken in het bijgevoegde overzicht uit “Gymmanager”.
Health City heeft hierop een akte genomen en met betrekking tot de gevorderde hoofdsom aangegeven dat de hoofdsom € 296,52 bedraagt zoals vermeld in het overzicht uit “Gymmanager”. Het bedrag van € 338,88 is abusievelijk opgenomen in de dagvaarding. Health City heeft de hoofdsom van de vordering teruggebracht tot € 296,52.
Met betrekking tot het mogelijk onredelijk bezwarend zijn van artikel 4.4. van de algemene voorwaarden heeft zij het volgende opgemerkt. Op 3 maart 2010 heeft zij een overeenkomst met [gedaagde] gesloten voor de duur van 12 maanden. Gezien de non-betaling aan de kant van [gedaagde] heeft Health City haar vordering op [gedaagde] gegrond op art. 4.4. van de algemene voorwaarden. Health City stelt dat artikel 4.4 niet kan worden bestempeld als onredelijk bezwarend. De laatste zin van art. 4.4 maakt duidelijk dat het lid weer gebruik mag maken van de diensten van Health City, indien de vervallen schuld door het lid is voldaan. Hierdoor heeft het over de resterende looptijd verschuldigde bedrag niet het karakter van een schadevergoeding. Immers zouden zowel Health City als [gedaagde] gehouden zijn hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst jegens elkaar na te komen (gebruik maken van de faciliteiten versus betaling van het abonnementsgeld). Art. 4.4. heeft niet tot doel het lid een onevenredige schadevergoeding op te leggen. [gedaagde] mocht, daar zij haar achterstand niet volledig had aangezuiverd, geen gebruik maken van de faciliteiten van Health City. Hiervan is zij ook op de hoogte gesteld. Het staat [gedaagde] vrij om na betaling alsnog gebruik te maken van de faciliteiten.
De kantonrechter overweegt het volgende. Uit de producties achter de dagvaarding blijkt dat de contributie van [gedaagde] zou worden betaald door haar vader [X] en dat haar vader door financiële problemen niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen heeft kunnen voldoen. . [X] heeft in zijn e-mail van 25 oktober 2010 aangegeven dat het onredelijk en onmogelijk is om het gehele contract tot en met volgend jaar februari ineens te moeten betalen. Bij e-mail van 27 oktober 2010 maakt [X] duidelijk dat door de kwestie zijn kinderen al vier maanden niet meer hebben kunnen sporten en doet hij het voorstel om de achterstallige termijnen te betalen en een betalingsregeling af te spreken voor de resterende maanden. Health City heeft hierop gereageerd en meegedeeld dat de vordering ongewijzigd wordt gehandhaafd en dat als [gedaagde] niet binnen acht dagen tot betaling overgaat, rechtsmaatregelen zullen worden genomen.
De kantonrechter is van oordeel dat artikel 4.4 van de algemene voorwaarden van Health City onredelijk bezwarend is. Het artikel verplicht een lid om (na niet tijdige betaling van abonnementsgelden) niet alleen de achterstallige maar ook de resterende termijnen ineens te voldoen, vóór het lid weer gebruik kan maken van de faciliteiten. Leden die niet (altijd) tijdig aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen zullen ook niet over kunnen gaan tot betaling ineens van zowel de achterstallige termijnen als de nog resterende termijnen, zoals ook in casu. Dit heeft tot gevolg dat het lid dan niet verder kan sporten terwijl Health City wel aanspraak blijft maken op volledige contributie. Mede gelet op de bedingen bedoeld onder o) in de bijlage van de Richtlijn 93/13/EEG, bedingen die tot doel of tot gevolg hebben de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt, komt de kantonrechter tot het oordeel dat het beding in art. 4.4 als onredelijk bezwarend (ambtshalve) moet worden vernietigd ex art. 6: 233 onder a BW. De hierop gebaseerde vordering van Health City zal worden afgewezen.
3. De beslissing
Wijst de vordering van Health City af.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en op 7 juni 2011 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.