RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 121571 / KG ZA 11-132
datum vonnis: 6 juli 2011 (g)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
Rechtspersoon naar vreemd recht,
ANSR Audio Inc.,
gevestigd te Powderly, Texas (Verenigde Staten),
eiseres,
verder te noemen ANSR,
advocaat: mr. D.B. Le Poole te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
1. Wireless Value B.V.,
gevestigd te Emmen,
verder te noemen Wireless,
advocaat: mr. A. Veenstra te Emmen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
2. A1 Electronics B.V.,
gevestigd te Almelo,
verder te noemen A1,
verschenen in de persoon van haar statutair bestuurder [Y]
ANSR heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 30 juni 2011. Ter zitting zijn verschenen: namens ANSR, mr. D.B. le Poole; namens Wireless, de heer [X], vergezeld door mr. A. Veenstra en namens A1, [Y]. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
ANSR heeft een bedrijf gevestigd in Texas (Verenigde Staten) dat audioapparatuur levert, waaronder de EVO Headset (hierna: headset). Wireless is een ontwikkelaar en fabrikant van draadloze elektronica. A1 is een fabrikant van ‘printed circuit boards’, ook wel printplaten genoemd. Vanaf maart 2009 hebben ANSR en Wireless zaken gedaan met elkaar. In opdracht van ANSR heeft Wireless de printplaat voor de headset verkleind. Wireless heeft in opdracht van ANSR printplaten geleverd voor de headsets. A1 heeft als onderaannemer van Wireless printplaten ten behoeve van de headsets geproduceerd en geleverd aan Wireless.
Naast het ontwerp en de levering van printplaten heeft Wireless in opdracht van ANSR headsets geassembleerd. ANSR heeft in dat kader tweemaal een zending van 1000 sets onderdelen ten behoeve van de assemblage van headsets aan Wireless verzonden. ANSR heeft met betrekking tot de tweede zending onderdelen in ieder geval opdracht gegeven tot de productie van 300 eenheden. ANSR was niet tevreden over de kwaliteit van de headsets en heeft aan Wireless gevraagd om 600 sets onderdelen naar een ander bedrijf in Singapore te versturen. Wireless heeft dit geweigerd en zich beroepen op een recht van retentie.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
Bij de beoordeling van de vorderingen in dit kort geding kan in het midden blijven of ANSR en Wireless een overeenkomst hadden voor de productie van 300 eenheden zoals ANSR beweert, of voor 1000 eenheden zoals Wireless heeft gesteld. Ter zitting is gebleken dat beide partijen uitgaan van het inmiddels beëindigd zijn van de samenwerking. In dit kort geding zal dit als uitgangspunt worden genomen.
Vordering ten aanzien van A1
ANSR heeft van A1 gevorderd dat zij een totaal van 326 printplaten aan ANSR afgeeft. Met betrekking tot deze vordering overweegt de voorzieningenrechter dat tussen ANSR en A1 geen contractuele relatie heeft bestaan. A1 produceerde de printplaten in opdracht van Wireless. Voorts heeft A1 tijdens de terechtzitting gesteld dat het eigendom van de printplaten nooit is overgedragen aan Wireless. A1 was met Wireless overeengekomen dat A1 in plaats van levering van de printplaten een creditnota zou sturen. Gezien het voorgaande overweegt de voorzieningenrechter dat A1 aannemelijk heeft gemaakt dat een grondslag aan de vordering van ANSR jegens A1 ontbreekt, ook die van onrechtmatige daad.
Vorderingen ten aanzien van Wireless
ANSR heeft afgifte gevorderd door Wireless van onder andere printplaten, onderdelen voor de headsets, (half) geassembleerde headsets, (test)gereedschappen en broncodes. Wireless heeft aangevoerd dat zij een recht van retentie heeft. Wireless weigert de door ANSR gevorderde goederen af te geven zolang ANSR een door Wireless op 24 februari 2011 verstuurde factuur van € 2.343,75 en een bedrag van € 25.000,00 niet betaald heeft.
De voorzieningenrechter overweegt dat ANSR opdracht heeft gegeven aan Wireless om headsets te maken. Daartoe heeft ANSR sets van onderdelen, inclusief printplaten aan Wireless ter beschikking gesteld. Wireless had daarbij de opdracht om deze onderdelen te assembleren. De productie vond plaats onder toezicht en door middel van aanwijzingen van ANSR. Daarbij had ANSR beslissende invloed op de wijze van productie en de definitieve vorm van het product. Voorts droeg ANSR daarbij het risico terzake van verliezen wegens tegenvallende bruikbaarheid, verhandelbaarheid of winstgevendheid. De voorzieningenrechter concludeert dat voldoende aannemelijk is geworden dat Nederlands recht heeft te gelden, dat de overeenkomst tussen ANSR en Wireless een overeenkomst tot aanneming van werk betrof en dat ANSR de eigendom van de onderdelen niet heeft overgedragen aan Wireless. Op grond van zaaksvorming (artikel 5:16 lid 1 BW) behoren ook de (half)geassembleerde headsets dus in eigendom aan ANSR toe.
Wireless stelt ten aanzien van het bedrag van € 25.000,00, welke gepretendeerde vordering Wireless mede ten grondslag legt aan haar beroep op het recht van retentie, dat dit een schatting is. Volgens Wireless is het bedrag opgebouwd uit de posten: reeds gebouwde units, personeelskosten en kosten om de productielijn in te richten voor de specifieke opdracht. De voorzieningenrechter overweegt ten eerste dat de redelijkheid en billijkheid vergen dat degene die zich beroept op het retentierecht, aan de wederpartij de reden daarvan dient duidelijk te maken. Niet aannemelijk is geworden dat door ANSR en Wireless is afgesproken dat al deze door Wireless opgevoerde posten ook daadwerkelijk door ANSR vergoed dienen te worden. Het lijkt er veeleer op dat bij gebrek aan (nadere) afspraken over de aanloopkosten van Wireless, het de bedoeling van partijen is geweest dat die kosten alleen door Wireless worden gedragen, waarbij die kosten in de kostprijs kunnen worden terugverdiend bij een goed verlopende, langere samenwerking, waarvan inmiddels is gebleken dat het van een dergelijke samenwerking niet is gekomen. Het moet er voorshands voor worden gehouden dat deze vordering van € 25.000,-- het retentierecht dus niet kan schragen.
Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat Wireless, ondanks aanmaning daartoe aan de zijde van ANSR, niet is overgegaan tot nadere specificatie van de vordering. De voorzieningenrechter overweegt dan ook dat de onderbouwing van het bedrag van € 25.000,00 onvoldoende specifiek is ter onderbouwing van het beroep op retentie door Wireless. Niet vergeten mag worden dat een retentierecht een opschortingrecht is waarbij het voor degene tegen wie het wordt ingeroepen duidelijk moet zijn waarom van dit recht gebruik wordt gemaakt.
Ten aanzien van de factuur van € 2.343,75 stelt ANSR dat Wireless deze factuur pas aan ANSR heeft verzonden nadat Wireless zich had beroepen op het retentierecht. ANSR is van mening dat daarom deze factuur op het moment van het inroepen van het retentierecht door Wireless nog niet opeisbaar was. De als productie 15 bij de dagvaarding overgelegde factuur heeft als factuurdatum 24 februari 2011 en bevat als omschrijving: ‘FM headsets assemblies’ send on 24 feb 2011’. Wireless heeft niet betwist dat de factuur is verzonden nadat zij zich had beroepen op het recht van retentie. Mede gezien het beperkte belang van Wireless (gezien de beperkte omvang van de factuur), de opstelling van ANSR, blijkende uit omstandigheid dat ANSR tot dan toe alle rekeningen heeft betaald, de pogingen van ANSR om tot een minnelijke oplossing te komen en/of zekerheid te stellen voor de vordering van Wireless, en het spoedeisende belang van ANSR, overweegt de voorzieningenrechter dat de redelijkheid en billijkheid zich er tegen verzetten dat het beroep van Wireless op het recht van retentie, waaraan alleen een niet betaalde factuur van € 2.343,75 ten grondslag ligt, thans in rechte wordt gehonoreerd.
De rechtbank zal Wireless veroordelen om aan ANSR ter beschikking te stellen: alle door ANSR gevorderde onderdelen ten behoeve van de headsets, de gedeeltelijk of geheel geassembleerde headsets en de broncodes en ontwerpdocumenten, voor zover Wireless deze goederen onder zich houdt. Met betrekking tot de ter beschikking stelling van de overige, door ANSR gevorderde, goederen oordeelt de voorzieningenrechter dat daarvan het spoedeisend karakter niet is gebleken, zodat dit niet voor toewijzing vatbaar is.
Ten aanzien van de vordering tot betaling door Wireless van schadevergoeding tot een bedrag van $ 83.074,60 overweegt de voorzieningenrechter dat deze vordering gemotiveerd is betwist door Wireless. Voorts is de vordering onvoldoende bepaald, dan wel onvoldoende onderbouwd door ANSR, zodat deze binnen het beperkte kader van het kort geding niet voor toewijzing vatbaar is.
Proceskosten
Ten aanzien van de vordering van ANSR jegens A1, zal de voorzieningenrechter ANSR als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van A1. De kosten aan de zijde van A1 worden begroot op € 1.181,-- aan vast recht.
Ten aanzien van de vordering van ANSR jegens Wireless, zal de voorzieningenrechter Wireless als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van ANSR, voor zover deze betrekking hebben op de vordering jegens Wireless. De kosten aan de zijde van ANSR, voor zover deze betrekking hebben op de vordering jegens Wireless worden begroot op:
- dagvaarding € 102,71
- vast recht € 1.181,--
- salaris advocaat € 800,--
----------------
€ 2.083,71
I. veroordeelt Wireless om binnen drie volledige werkdagen na betekening van dit vonnis, de navolgende goederen, voor zover Wireless deze onder zich houdt, aan ANSR onvoorwaardelijke ter beschikking te stellen om te worden afgehaald door ANSR:
• printplaten bestemd voor de EVO Headset;
• microfoon-armpjes, behuizingen en overige EVO Headset gerelateerde componenten, onderdelen en materialen;
• alle reeds geheel of gedeeltelijk gefabriceerde EVO Headsets
• alle broncodes en ontwerpdocumenten die betrekking hebben op de EVO headset, voor zover deze nog niet verstrekt zijn;
II. veroordeelt Wireless tot een dwangsom van € 10.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Wireless nalatig is aan de vordering onder I te voldoen, met een maximum van € 80.000,--;
III. veroordeelt Wireless in de kosten van dit geding, voor zover deze betrekking heeft op de vordering van ANSR jegens Wireless, tot op deze uitspraak aan de zijde van ANSR begroot op € 1.283,71,-- aan verschotten en € 800,-- aan salaris van de advocaat;
IV. veroordeelt ANSR in de kosten van dit geding, voor zover deze betrekking heeft op de vordering van ANRS jegens A1, tot op deze uitspraak aan de zijde van A1 begroot op € 1.181,-- aan verschotten;
V. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.L.J. Koopmans, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juli 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.