ECLI:NL:RBALM:2011:BT2027

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
31 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121410 HA ZA 2011-513
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betaling aan curator in faillissement van Crew Productions B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 31 augustus 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de curator van Crew Productions B.V. en Martexx B.V. De curator, mr. Fredrikus Kolkman q.q., vorderde betaling van een bedrag van € 162.268,54 van Martexx B.V. in het kader van het faillissement van Crew Productions B.V. De rechtbank heeft de gedaagde partij, Martexx B.V., veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met contractuele rente van 0,5% per 14 dagen over een deel van het bedrag vanaf 16 december 2010 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast is Martexx B.V. veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.911,31, en in nakosten van respectievelijk € 131,= zonder betekening en € 199,= in geval van betekening, indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan.

De rechtbank heeft de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de eiser niet voldoende had onderbouwd dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt en dat deze kosten meer omvatten dan een enkele aanmaning of het doen van een schikkingsvoorstel. Tevens is de vordering tot vergoeding van beslagkosten en wettelijke rente daarover afgewezen, omdat het beslag was vervallen en de hoofdzaak niet binnen de gestelde termijn was ingesteld.

De uitspraak is gedaan door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De gedaagde partij is niet verschenen tijdens de procedure, wat heeft geleid tot een verstekvonnis. De rechtbank heeft de kosten van betekening van het vonnis toegewezen, mits de veroordeelde partij binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 121410 HA ZA 2011-513 (ha)
Vonnis van 31 augustus 2011
in de zaak van
mr. Fredrikus Kolkman q.q.,
kantoorhoudende te Wierden,
in diens hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid Crew Productions B.V.
eiser,
advocaat mr. F. Kolkman te Wierden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Martexx B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo (O),
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 14 april 2011 verleende verlof tot het leggen van conservatoir (derden)beslag;
- de dagvaarding van 8 juni 2011, met producties;
- de brief met producties van eiser, gedateerd 21 juli 2011;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen.
2.2. In de door eiser gevorderde geldsom van € 165.110,54 is een bedrag van € 2.842,= aan buitengerechtelijke incassokosten begrepen. Naast betaling van genoemde geldsom vordert eiser betaling door gedaagde van € 2.842,= aan buitengerechtelijke incassokosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Eiser heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
2.3. De vordering tot vergoeding van de beslagkosten en de wettelijke rente daarover wordt afgewezen, nu uit de door eiser overgelegde stukken blijkt dat het beslag is vervallen. Bovendien blijkt uit die stukken dat de hoofdzaak niet is ingesteld binnen de in het beslagverlof daartoe bepaalde termijn.
2.4. De kosten van betekening van een vonnis komen in beginsel als nakosten voor rekening van de veroordeelde partij. Hierbij geldt volgens de bepalingen van het liquidatie-tarief rechtbanken en hoven echter wel de voorwaarde dat de veroordeelde partij gedurende veertien dagen na een daartoe strekkende aanschrijving de mogelijkheid heeft gehad om vrijwillig aan het vonnis te voldoen. De gevraagde vergoeding van de kosten van betekening van het vonnis zal hierna dan ook worden toegewezen mits voornoemde termijn van veertien dagen in acht is genomen.
2.5. Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.6. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 76,31
- vast recht 1.414,00
- salaris advocaat 1.421,00
Totaal € 2.911,31
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen een bedrag van € 162.268,54 (eenhonderdtweeënzestigduizend tweehonderdachtenzestig 54/100 euro), vermeerderd met contractuele rente van 0,5% per 14 dagen over € 153.392,77 vanaf 16 december 2010 tot de dag van volledige betaling;
3.2. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 2.911,31;
3.3. veroordeelt gedaagde in de nakosten van deze procedure ten bedrage van respectievelijk € 131,= zonder betekening en € 199,= in geval van betekening, indien en voor zover gedaagde niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan;
3.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 31 augustus 2011.?