ECLI:NL:RBALM:2011:BT2745
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opschorting executie van arrest Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft eiser, [eiser], een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschappen Reef Infra B.V. en Reef Beheer B.V. De vordering van eiser betreft de opschorting van de executie van een arrest van het Gerechtshof Arnhem, waarin hij werd veroordeeld tot terugbetaling van premies voor pensioen- en ziektekostenverzekeringen. Eiser stelt dat de gelegde beslagen op zijn inkomen en vermogen niet rechtsgeldig zijn, omdat deze niet binnen de wettelijke termijn zijn betekend. Hij vordert dat de voorzieningenrechter de beslagen opheft en Reef verbiedt om het arrest ten uitvoer te leggen. Eiser betoogt dat hij afhankelijk is van zijn inkomen en dat de beslagen onomkeerbare gevolgen voor hem zullen hebben.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 september 2011, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiser heeft aangevoerd dat de beslagen vexatoir zijn en dat hij onevenredig wordt getroffen. Reef heeft het verweer gevoerd dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een noodtoestand verkeert en dat de beslagen gerechtvaardigd zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser geen inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie en dat de beslagen hem niet in een noodtoestand brengen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de vorderingen van eiser worden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen gronden zijn voor opschorting van de executie van het arrest van het Gerechtshof Arnhem. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding. Het vonnis is uitgesproken op 15 september 2011 door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter.