ECLI:NL:RBALM:2011:BT6961

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
5 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
112315 / HA ZA 10-628
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Hangelbroek
  • A. van den Wall Bake
  • J. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Financiering en wanprestatie in de professionele autocoureurswereld met betrekking tot sponsorcontracten en leningen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, draait het om de financiering van autocoureurs, specifiek binnen het Super League Formula-circuit. Eiseres, een besloten vennootschap, heeft aanzienlijke bedragen ter beschikking gesteld aan Eagle Corporate S.A., een vennootschap waarin zij een aandelenbelang heeft. De eiseres stelt dat deze bedragen als leningen zijn verstrekt, terwijl de gedaagden, waaronder de bestuurder van de gedaagde vennootschap, beweren dat het om sponsoring ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aantal overeenkomsten zijn gesloten tussen de partijen, waaronder aandeelhoudersovereenkomsten en leningsovereenkomsten, die de basis vormen voor de vordering van eiseres. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door sponsorcontracten met derden aan te gaan, terwijl de overeenkomsten met eiseres nog van kracht waren. De rechtbank wijst de vordering af tegen gedaagde sub 2, maar laat eiseres toe om zich nader uit te laten over de hoogte van de schade die zij heeft geleden door het onrechtmatig handelen van gedaagde sub 1. De zaak is complex en raakt aan de juridische kwalificatie van de verstrekte gelden en de verplichtingen die daaruit voortvloeien.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 112315 / HA ZA 10-628
datum vonnis: 5 oktober 2011
Vonnis van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
inzake:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
verder te noemen: "[eiseres]",
advocaat: mr. C.P.B. Kroep te Enschede,
en
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
verder ook te noemen: "[gedaagde sub 1]",
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen: "[gedaagde sub 2]",
gedaagden,
advocaat: mr. J.P.M. Borsboom te Barendrecht.
1. Het procesverloop
1.1. De volgende gedingstukken zijn gewisseld:
- de dagvaarding met 9 producties;
- de conclusie van antwoord met 12 producties;
- de conclusie van repliek met 10 producties;
- de conclusie van dupliek met 67 producties, waarvan twee audiovisuele
gegevensdragers;
- een akte uitlating producties zijdens eiseres met 12 producties;
- een akte uitlating producties zijdens gedaagden met 3 producties;
- een akte uitlating producties zijdens eiseres met 2 producties;
- een akte uitlating producties zijdens gedaagden.
1.2 Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
2. De feiten
De volgende feiten kunnen, als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet betwist en voorzover hier van belang, als vaststaand worden aangenomen.
2.1 [Eiseres] behoort tot een groep ondernemingen (de "[X-groep]") die, onder meer, actief is op het gebied van onroerend goed. Directeur en groot aandeelhouder van de [X-groep] is de heer [Y].
2.2 [Eiseres] is, althans was in de periode waarin de feiten speelden die in dit geding aan de orde zijn, betrokken bij de financiering van autocoureurs.
2.3 Eén van die autocoureurs was ("[A]").
2.4 [A] is de zoon van [B] en [gedaagde sub 2] is een dochter van [B]
2.5 [Gedaagde sub 2] is enig bestuurder van [gedaagde sub 1]
2.6 [Eiseres] en [A] zijn samen in de verhouding van (thans) 40/60 aandeelhouders van Eagle Corporate S.A., een rechtspersoon naar het recht van en gevestigd op de British Virgin Islands ("Eagle"). De directie van Eagle wordt gevoerd door MD Management Corporation te Monaco ("MD").
2.7 De financiële betrokkenheid van [eiseres] bij [A] in diens hoedanigheid van autocoureur is begonnen in 2005. [Eiseres]' financiële betrokkenheid liep in hoofdzaak via Eagle, aan welke vennootschap [eiseres] bedragen ter beschikking stelde in een periode lopende van februari 2005 tot in elk geval eind 2007.
2.8 Eagle wendde de door [eiseres] verstrekte middelen hoofdzakelijk aan om de kosten van [A] als autocoureur te betalen, waaronder tevens betalingen aan (race-)teams waarin [A] reed.
2.9 Tussen de partijen [eiseres], [B], [A] en Eagle is een groot aantal overeenkomsten gesloten, waaronder
(i) aandeelhoudersovereenkomsten gedateerd 24 juni 2005 en 29 november 2005;
(ii) een "Loan Agreement", gedateerd 24 februari 2005;
(iii) vijftien "Additional Loan Agreements", waarvan de eerste is gedateerd 16 juni 2005 en de twaalfde 2 februari 2007/19 september 2007, terwijl de laatste drie zijn gedateerd "2008", welke laatste drie alleen door [eiseres] zijn getekend;
(iv) een "Deed of Pledge", gedateerd 24 februari 2005;
2.10 De bedragen vermeld in de Loan Agreement en de Additional Loan Agreements (ook de bedragen opgenomen in de niet door alle partijen getekende Additional Loan Agreements) zijn door [eiseres] aan Eagle betaald en soms aan partijen aan welke Eagle ten behoeve van [A] betalingen had toegezegd of verschuldigd was. Het totale bedrag bedroeg meer dan € 11.000.000,--. Sommige betalingen werden gedaan voordat de betreffende (Additional) Loan Agreement was getekend, andere later.
2.11 [A], [B] en diens echtgenote hebben jegens de andere partijen daarbij - in juli 2009 jegens [eiseres] en in september en december 2010 jegens de overige partijen - de onder 2.9 genoemde overeenkomsten vernietigd.
2.12 In de loop van 2008 is [eiseres] begonnen terugvordering te verlangen van de door haar aan Eagle beschikbaar gestelde bedragen. Eagle heeft daaraan geen gehoor gegeven.
3. De vordering
[Eiseres] vraagt de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander zal zijn gekweten, te veroordelen om aan haar te betalen € 750.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding, althans over een bedrag en vanaf een datum zoals de rechtbank in goede justitie zal vermenen behoren te begroten respectievelijk te bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening, en verder gedaagde (de rechtbank leest: gedaagden) hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure, alsmede in de nakosten.
4. De standpunten van partijen
[Eiseres]
4.1 [Eiseres] is – kort gezegd – van oordeel dat de bedragen die zij heeft betaald in de periode 2005/2007, aan Eagle rechtstreeks dan wel aan race-teams waarmee Eagle ten behoeve van [A] een verplichting was aangegaan, leningen zijn die werden geregeerd door hetgeen door haar met Eagle, [A] en [B] was afgesproken in de Aandeelhoudersovereenkomsten en de Loan Agreements.
[A] zou zijn raceactiviteiten verrichten via Eagle en zouden alle inkomsten die [A] zou genereren met die raceactiviteiten toekomen aan Eagle.
Dit zou blijken uit de tussen partijen gesloten overeenkomsten. Zo is in artikel 4 van de Loan Agreement bepaald:
"… all activities performed by [A] […] shall be exclusively exploited and commercialised at the expense and risk of Eagle"
en
"Eagle shall for that reason be entitled to all revenue, in the broadest sense of the word, resulting from, or connected with the aforementioned [drivers] activities by [A] […]".
en
"Both parties will see to it that all revenues arising from, or in connection with the motorsport activities of [A] […] will accrue to Eagle".
4.2 Een bepaling van dezelfde strekking is opgenomen in de Aandeelhoudersovereenkomst van 29 november 2005 onder de kop: "inzake doelstelling Eagle/exploitatie van rechten", voorzover hier van belang luidende:
"[…] dat de doelstelling van Eagle erin bestaat om op basis van de
autosportactiviteiten van [A] […] en alle daarmee verband houdende activiteiten […] een maximale rentabiliteit voor Eagle te genereren […] [in welk verband] partijen [zich verplichten] om al datgene te doen wat redelijkerwijs van hen verwacht mag worden om de inkomsten […] verband houdende met de [concurrentieactiviteiten] te maximaliseren en er zorg voor te dragen dat deze inkomsten rechtstreeks, volledig, onverwijld en controleerbaar in het vermogen van Eagle vloeien".
4.3 [Eiseres] heeft geconstateerd dat [B] en [A] vanaf begin 2009 race- en sponsorovereenkomsten hebben gesloten met een aantal ([eiseres] stelt: 9) derde partijen en dat de daarmee gegenereerde inkomsten - in strijd met de sub 4.1 en 4.2 genoemde afspraken - niet zijn afgedragen aan Eagle.
4.4 Daarnaast heeft [eiseres] geconstateerd dat sedert het najaar van 2008 een aantal nieuwe merkrechten ([naam], woordmerk en beeldmerk) geregistreerd zijn op naam van [gedaagde sub 1], welke merkrechten gerelateerd zijn aan de persoon van [A], en waarvan de revenuen, anders dan de aan [eiseres] verpande en aan Eagle toebehorende merkrechten, niet aan Eagle toevloeien.
4.5 [Eiseres] is van mening dat [A] handelt in strijd met de verplichtingen die op hem rusten op grond van de Aandeelhoudersovereenkomst en de Loan Agreement, door inkomsten uit raceovereenkomsten alsmede uit beeld- en merkrechten niet te doen toevloeien aan Eagle.
4.6 [Gedaagde sub 1] wist, althans behoorde te weten dat [A] wanprestatie jegens [eiseres] pleegde door in strijd te handelen met de strekking van de Aandeelhoudersovereenkomst en de Loan Agreement die bepaalde dat alle revenuen uit coureursactiviteiten van [A] aan Eagle toekwamen en heeft, door mee te werken aan het op haar naam aangaan van bedoelde race- en sponsorovereenkomsten en merkrechten en het incasseren van inkomsten uit hoofde daarvan, jegens [eiseres] onrechtmatig gehandeld.
4.7 [Gedaagde sub 2] heeft als bestuurder van [gedaagde sub 1] het bedoelde onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 1] mogelijk gemaakt en is daar niet tegen opgetreden. Haar is daarvan een ernstig persoonlijk verwijt te maken. Ook zij heeft daarom onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld.
4.8 [Eiseres] heeft een schade geleden van een bedrag dat [eiseres] begroot op basis van de kosten die een coureur, zoals [A] in een Super League Formula ("SF") auto in een seizoen met 10 SF races moet betalen om mee te doen en waarvoor hij dus ook financiering nodig heeft (per race begroot op € 50.000,--), waarnaast de coureur nog kosten van reizen en verblijven op circuits moet betalen, het totaal begroot op € 750.000,--.
[Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
4.9 [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben de vordering bestreden met de volgende verweren.
4.10 [Eiseres] heeft weliswaar financiële middelen ter beschikking gesteld aan Eagle zodat Eagle de autocoureursactiviteiten van [A] mogelijk kon maken door diens kosten te dragen en "stoeltjes" (een plaats als coureur in een raceteam) te kopen, maar dat waren in feite geen leningen, maar kwam neer op "sponsoring", namelijk het ter beschikking stellen van geldmiddelen à fond perdu.
4.11 De Loan Agreement en de Additional Loan Agreements zijn louter opgemaakt om boekhoudkundige en fiscale redenen en dus pour besoin de la cause, in het bijzonder om het [eiseres] mogelijk te maken, bij niet terugbetaling, de daardoor geleden verliezen fiscaal aftrekbaar te doen zijn.
4.12 [Eiseres] heeft ook steeds aan [A], [B] en jegens derden gezegd dat wat hij aan middelen ter beschikking stelde niet door hem zou worden teruggevorderd. Pas in juli 2008 stelde [eiseres] zich op het standpunt dat de bedragen niet als sponsoring waren verstrekt maar daadwerkelijk als lening.
4.13 Dat het niet om leningen ging in de juridische zin van dat begrip, blijkt ook uit de toelichting van een adviseur van [eiseres], [J], die aan de bestuurders van MD in juli 2005 te dien aanzien schrijft:
"… these payments are to be considered as loans …"
waaruit gedaagden opmaken dat het niet ging om "echte" (terug te betalen) leningen.
4.14 De tegenprestatie voor [eiseres] bestond, zoals in de autocoureurwereld gebruikelijk, uit de voordelen die sponsoren in de regel krijgen, zoals: reclame op de raceauto, op kleding en helm van de coureur, toegang tot het besloten racecircuit, de mogelijkheid om zakelijke relaties te introduceren, hetgeen gedaagden illustreren door informatie te verstrekken over de wijze waarop sponsoring in de autocoureurs-wereld in het algemeen geschiedt.
4.15 In geen van [eiseres]' publieke uitingen heeft zij ooit laten blijken dat zij slechts geldgever ten titel van leen was: [eiseres] afficheerde zich steeds als "sponsor".
4.16 Het is onredelijk, ongebruikelijk en niet overeengekomen dat [eiseres], náást alle voordelen die zij genoot als sponsor, en naast de mogelijke revenuen uit hoofde van haar aandelenbelang in Eagle van eerst 30 procent, later 40 procent, ook nog recht zou hebben op terugbetaling van de leningen met rente.
4.17 Tussen [A], [B] en [eiseres] is in wezen geen wilsovereenstemming tot stand gekomen over hetgeen is bepaald in de Aandeelhoudersovereenkomsten en de leningsovereenkomsten.
Alle documenten waren opgesteld door (adviseurs van) [eiseres].
[A], [B] en de bestuurders van Eagle hebben geen juridisch advies ingewonnen terzake; [eiseres] had hen verzekerd dat de te tekenen documenten "alleen maar papier waren", en dat er dus geen aanleiding was die door een jurist te laten beoordelen.
De overeenkomsten zijn dus niet tot stand gekomen. Als anders wordt geoordeeld dan zij zijn tot stand gekomen "onder de stilzwijgende ontbindende voorwaarde dat de door [eiseres] verstrekte gelden echte sponsoring waren, en geen lening", welke ontbindende voorwaarde is vervuld nu [eiseres] zich op het standpunt stelt dat er sprake is van een lening.
4.18 Om deze redenen hebben [A] en [B] de bedoelde overeenkomsten dan ook vernietigd, voorzover nodig, op grond van dwaling.
4.19 [Eiseres] heeft geen vordering op [gedaagde sub 1]. Zij heeft financiële middelen ter beschikking gesteld van Eagle. Eagle moet dus terugbetalen.
4.20 [Eiseres] heeft geen belang bij haar vordering omdat zij geen schade in de vorm van gederfde race-inkomsten heeft geleden. Dit komt omdat enig door [gedaagde sub 1] eventueel van derden ontvangen – en niet aan Eagle afgedragen – bedrag, door [gedaagde sub 1] is aangewend ten behoeve van de autocoureursactiviteiten van [A], zodat er geen saldo kan zijn geweest dat aan Eagle had kunnen worden betaald en Eagle dus niet is benadeeld, laat staan haar 40 procent aandeelhouder [eiseres].
4.21 [A] heeft geen wanprestatie gepleegd. [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben daar dus ook niet van kunnen profiteren en mitsdien niet onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld. Niet alleen immers zijn de aandeelhouders- en leningsovereenkomsten niet bindend, maar ze zijn ook vernietigd.
Bovendien lieten de overeenkomsten de mogelijkheid open dat door andere partijen dan Eagle sponsorcontracten werden gesloten, hetgeen [eiseres] in het verleden ook altijd had geaccepteerd.
4.22 [Gedaagde sub 1] mocht er vanuit gaan dat op [A] geen verplichtingen (meer) rustten op grond van de overeenkomsten, nu zij wist van het eerder door [eiseres] toestaan van het afsluiten van sponsorcontracten door [gedaagde sub 1] en zij wist dat de overeenkomsten vernietigd waren.
Bovendien betaalden de sponsors waarmee [gedaagde sub 1] contracteerde veelal rechtstreeks aan het betreffende raceteam zodat [gedaagde sub 1] daar niet "tussen" zat.
[Gedaagde sub 1] heeft dus niet onrechtmatig gehandeld.
4.23 Zelfs al zou worden geoordeeld dat [gedaagde sub 1] onrechtmatig heeft gehandeld, dan nog is niets gesteld op grond waarvan [gedaagde sub 2], bestuurder van [gedaagde sub 1], een voldoend ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.
4.24 [A] was niet verplicht de vijf aan [eiseres] verpande merken te gebruiken. Hij mocht nieuwe merken voeren. Er is geen causaal verband tussen het niet gebruiken van de oude merken en het niet meer toevloeien aan Eagle van inkomsten uit [A]'s raceactiviteiten.
4.25 De schadeberekening van [eiseres] is onjuist, althans niet onderbouwd. Bovendien (zie 4.20 hiervoor) zou enig ontvangen bedrag toch besteed moeten worden ten behoeve van het raceteam en de kosten van [A], zodat er geen overschot zou zijn dat aan Eagle toe zou komen.
5. De beoordeling
5.1 In deze zaak is sprake van financiering in de wereld van professionele autocoureurs, in het bijzonder in het zogenaamde Formule 1-circuit. Partijen verschillen van mening over de vraag of gelden, door [eiseres] – vooral via Eagle – ter beschikking gesteld ten behoeve van de coureursactiviteiten van [A], ten titel van lening aan Eagle zijn verstrekt of à fond perdu in de vorm van wat gedaagden "sponsoring" noemen.
5.2 Dat [eiseres] – via Eagle en soms rechtstreeks aan raceteams – gelden heeft verstrekt, wordt door gedaagden niet betwist, zij het dat zij het niet volledig eens lijken te zijn met de cijfermatige opstelling zijdens [eiseres] dienaangaande. Voor de beoordeling van dit geschil is dat verder niet van belang.
5.3 Kort samengevat is [eiseres]' standpunt dat hij – via leningen aan Eagle – [A] heeft gefinancierd met als tegenprestatie niet alleen de voor sponsors in de professionele autocoureurs gebruikelijke voordelen (reclame-uitingen, de mogelijkheid om zakelijke relaties mee te nemen en dergelijke), maar ook een deelname in een vennootschap (Eagle) aan welke de revenuen uit [A]'s commerciële autocoureursactiviteiten (prijzengelden, opbrengsten merchandising; gebruik van merken en dergelijke) zouden toekomen.
5.4 Tot dat doel zijn tussen [eiseres], [A], Eagle en [B] de in 4.1 en 4.2 gerelateerde afspraken gemaakt die ertoe lijken te strekken dat – kort gezegd – alles wat [A] zou verdienen met zijn coureursactiviteiten, zou toekomen aan Eagle.
5.5 Gedaagden betwisten op zich niet dat [A] vanaf een gegeven moment race- en sponsorovereenkomsten is gaan afsluiten buiten Eagle om met derden partijen, waarbij [gedaagde sub 1] contractspartij was. Een voorbeeld daarvan is een overeenkomst tussen [gedaagde sub 1] en [A] met Jumbo Supermarkten B.V. van april 2009.
5.6 Evenmin betwisten gedaagden dat sedert het najaar van 2008 [A] andere woord- en beeldmerken is gaan gebruiken ([naam]), waartoe [gedaagde sub 1] rechthebbende is, welke nieuwe merken ook niet aan [eiseres] waren verpand, zoals wel de vijf daarvoor door [A] gebruikte merken die op naam van Eagle stonden.
5.7 De rechtbank stelt vast dat hiermee op zich vast staat dat [A] sedert medio dan wel eind 2008 zich niet meer houdt aan de afspraak dat, met uitsluiting van ieder ander zijn coureursrevenuen zouden toekomen aan Eagle.
5.8 Om toe te komen aan de beantwoording van de vraag of de gedaagden in deze procedure jegens eiseres onrechtmatig hebben gehandeld door misbruik te maken van [A]'s sub 5.7 bedoeld wanpresteren, dient de rechtbank eerst te beoordelen of de overeenkomsten waarop [eiseres] haar vordering baseert rechtens afdwingbaar zijn. Daarbij zal de rechtbank ook ingaan op de omstandigheid dat de tegenpartijen bij die overeenkomsten deze later (in 2009 en in september/december 2010) vernietigd hebben.
5.9 Het verstrekkend verweer van gedaagden is dat de aandeelhouders- en leningsovereenkomsten tussen eiseres, [A], [B] en Eagle (hierna verder: "de Overeenkomsten") geen rechtskracht meer hebben, nu in feite geen wilsovereenstemming tot stand is gekomen en zij door [eiseres’] tegenpartijen bij de Overeenkomsten zijn vernietigd op grond van dwaling.
5.10 Daartoe wordt onder meer aangevoerd dat:
(i) [eiseres] steeds heeft gezegd dat de Overeenkomsten, in het bijzonder de leningovereenkomsten, alleen om boekhoudkundige/fiscale redenen werden opgemaakt en dat het geenszins [eiseres]' bedoeling was die leningen ook daadwerkelijk op te eisen, en dat
(ii) in de professionele coureurswereld een financiering door middel van leningen aan een vehikel waarin de leninggever zelf ook participeert hoogst ongebruikelijk is, nu sponsors in het algemeen niet meer voor zich te bedingen dan de gebruikelijke sponsorvoordelen (reclame-uitingen, bezoek aan het rennerskwartier met gasten en dergelijke).
5.11 De rechtbank kan deze opvatting niet volgen. De Overeenkomsten zijn, behoudens de drie laatste Additional Loan Agreements, door alle partijen getekend. Daaruit volgt prima facie dat [A] (en Eagle) op grond van de letterlijke tekst van deze overeenkomsten, gehouden waren de leningsbedragen terug te betalen, alsmede eventuele opbrengsten van [A]' coureursactiviteiten te doen toevloeien aan Eagle.
5.12 De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat bij [eiseres]' tegenpartijen, door
inlichtingen door of namens [eiseres] gedaan, de indruk is gewekt dat de leningen niet op enig moment zouden worden opgeëist.
5.13 Integendeel, in het begin van de relatie tussen de bij de Overeenkomsten betrokken partijen (12 augustus 2005) heeft onder andere de heer [J] later weten dat:
"… the payments are to be considered as loans that will have to be repaid
for the proper repayment of which Eagle will provide all the security …".
5.14 Anders dan gedaagden, oordeelt de rechtbank dat uit de woordkeuze in een brief van Eagle aan [eiseres] van later datum (29 juni 2009): ("… the accounts [are] to be considered as loans for the time being") niet blijkt dat niet ook Eagle er van uitging dat sprake was van leningen.
5.15 De rechtbank neemt ook in overweging dat, naar onweersproken door [eiseres] is gesteld, door haar aan Eagle beschikbare middelen als lening aan [eiseres] in de jaarstukken van Eagle zijn vermeld.
Daarnaast blijkt uit een eerder tussen [eiseres] en [A], [B] en twee andere partijen gesloten, "Overeenkomst op hoofdlijnen" (welke overeenkomst uiteindelijk niet is doorgegaan, maar die in wezen hetzelfde voorwerp had als de Overeenkomsten) dat ook daarin sprake was van een leningsconstructie met navenante commercialisering en exploitatie van [A]'s reclameactiviteiten met gebruikmaking van Eagle.
5.16 Dat [eiseres]' tegenpartijen bij de Overeenkomsten ten tijde van het aangaan van de Overeenkomsten geen juridische bijstand hebben ingeroepen om de concepten, welke waren opgesteld door (adviseurs van) [eiseres] te beoordelen, dient voor het risico van die partijen te komen. Het ging steeds om aanzienlijke bedragen en langlopende verplichtingen. Hadden Eagle, [A] en [B] in de fase waarin over de contracten werd gesproken, aanleiding gehad om te twijfelen over de gekozen opzet, dan had het op hun weg gelegen zich te laten bijstaan.
5.17 Het voorgaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat de vernietiging door [A], Eagle en [B] van de Overeenkomsten zonder effect is en dat de Overeenkomsten mitsdien de verbintenissen voor de betrokken partijen met zich meebrengen zoals daarin uitgedrukt, in het bijzonder ook de verbintenis van [A] opgenomen in artikel 4 van de Loan Agreement en de artikelen 1 en 2 van de Aandeelhoudersovereenkomst om inkomsten uit race- en sponsorovereenkomsten en ook inkomsten uit door [A] in verband met zijn raceactiviteiten gebruikte merken aan Eagle te doen toevloeien.
5.18 Eiseres heeft gesteld en gedaagden hebben niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist dat vanaf eind 2008 [A] merken gebruikt en exploiteert die niet zijn verpand aan [eiseres]. Tevens staat vast dat [A] en [gedaagde sub 1] in elk geval een sponsorovereenkomst hebben gesloten (met Jumbo Supermarkten B.V. op 27 april 2009), terwijl op grond van door [eiseres] in het geding gebrachte schermafdrukken van websites van acht andere partijen aannemelijk is dat ook met die partijen sponsorarrangementen zijn getroffen.
5.19 [Gedaagde sub 1] betwist op zich ook niet dat hij partij is bij bedoelde race- en sponsorcontracten. Wel stelt [gedaagde sub 1] dat zij vrij was om die overeenkomsten met die derden aan te gaan, nu [eiseres] niet meer (exclusief) gerechtigd was om race- en sponsorcontracten te sluiten, omdat de Overeenkomsten vernietigd waren. Dit argument kan [gedaagde sub 1] niet baten nu de rechtbank heeft geconstateerd dat die vernietiging zonder effect is.
5.20 De stelling van gedaagden dat [eiseres] in het verleden heeft toegestaan
dat buiten Eagle om door derden namens [A] sponsorcontracten zijn gesloten (hetgeen [eiseres] op zich niet betwist), kan gedaagden niet baten, nu het erom gaat of de daarmee gemoeide sponsorgelden zijn toegekomen aan Eagle.
5.21 De rechtbank concludeert dat op zich mitsdien aangenomen moet worden dat
[gedaagde sub 1], wetende dat [A] handelde in strijd met de
Overeenkomsten, van die wanprestatie gebruik heeft gemaakt door een aantal sponsorcontracten met derden aan te gaan betrekking hebbende op [A] coureursactiviteiten en tevens zich als rechthebbende te laten registreren met betrekking tot (nieuwe) merken gerelateerd aan [A]'s coureursactiviteiten.
5.22 De rechtbank is van oordeel dat hetgeen sub 5.21 is overwogen een onrechtmatig handelen oplevert jegens [eiseres].
5.23 [Eiseres] meent dat [gedaagde sub 2] een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt nu zij, als enig bestuurder van [gedaagde sub 1], [A] in de gelegenheid heeft gesteld via, dat wil zeggen op naam van [gedaagde sub 1], met derden sponsorcontracten af te sluiten en op naam van [A] het "[naam]" merk te registreren. [Eiseres] verwijt [gedaagde sub 2] dat zij [A], zo doende, als bestuurder van [gedaagde sub 1] heeft "gefaciliteerd".
[Eiseres] laat evenwel na duidelijk te maken welke bijzondere persoonlijke omstandigheden zich ten deze voordoen die moeten leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van [gedaagde sub 2]. Het feit dat [gedaagde sub 2] [A]'s zuster is, acht de rechtbank daarvoor onvoldoende. Andere relevante bijzondere omstandigheden heeft [eiseres] niet aangevoerd.
5.24 [Eiseres] heeft de schade veroorzaakt door het onrechtmatig handelen van
[gedaagde sub 1] begroot op € 750.000,--, als nader uiteengezet sub 4.8 hiervoor.
Gedaagden hebben de schadeberekening (zie sub 4.25 hiervoor) gemotiveerd bestreden, onder andere met het argument dat van eventuele opbrengsten uit sponsorcontracten en merkrechten die [gedaagde sub 1] zou hebben ontvangen of die door haar bemiddeling rechtstreeks aan raceteams zouden zijn betaald, moeten worden afgetrokken de kosten die [A] heeft moeten maken voor het uitoefenen van zijn vak.
5.25 De rechtbank oordeelt ten aanzien van de schade als volgt.
De schade die eiseres als gevolg van het onrechtmatig handelen door [gedaagde sub 1] heeft geleden, valt gelijk te stellen aan de bedragen die [gedaagde sub 1] rechtstreeks heeft ontvangen van derden (sponsors met wie [gedaagde sub 1] sponsorcontracten heeft gesloten en vergoedingen wegens het gebruik van de merk- en beeldrechten "[naam]"), alsmede de bedragen die derden op aanwijzing van of door bemiddeling van [gedaagde sub 1] hebben voldaan aan raceteams waar [A] voor reed.
5.26 Kosten die [A] moest maken om te racen, als sub 5.23 in fine bedoeld, kunnen niet zonder meer worden afgetrokken van de bedragen, conform 5.25 berekend, nu die bedragen in feite toekwamen aan Eagle, en het aan Eagle was om te bepalen of en in hoeverre [A]' onkosten met die middelen zouden worden betaald.
5.27 De rechtbank acht zich in het licht van de hiervoor sub 5.25 en 5.26
aangegeven maatstaven nog onvoldoende voorgelicht over de hoogte van de
schade, waarvan [eiseres] in dit geding vergoeding vordert. [Eiseres] zal
daarom in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte (nader) uit te laten
over - uitsluitend - de hoogte van die schade op basis van voormelde
criteria. [Gedaagde sub 1] zal op die akte vervolgens op haar beurt bij akte
kunnen reageren.
6. De beslissing
De rechtbank:
I. Wijst de vordering af, voor zover deze is ingesteld tegen [gedaagde sub 2].
II. Veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van [gedaagde sub 2], tot deze uitspraak begroot op nihil voor verschotten en op € 2.580,- (één punt, Tarief VII) voor salaris van haar advocaat.
III. Verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Laat [eiseres] toe om zich bij akte nader uit te laten over de hoogte van de door haar geleden schade op basis van de criteria, die de rechtbank hiervoor heeft bepaald in rechtsoverwegingen 5.25 en 5.26, en verwijst de zaak daartoe naar de rol van woensdag 2 november 2011.
V. Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mrs. Hangelbroek, Van den Wall Bake en Vermeulen en op woensdag 5 oktober 2011 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.