ECLI:NL:RBALM:2011:BT7254
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming huurwoning afgewezen wegens onvoldoende bewijs van geluidsoverlast en bedrijfsmatige activiteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting De Woonplaats en een gedaagde huurder. De Woonplaats had gevorderd dat de gedaagde binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zijn huurwoning zou ontruimen, omdat hij vermeende geluidsoverlast en bedrijfsmatige seksactiviteiten zou veroorzaken. De gedaagde, die sinds 24 januari 2002 de woning huurt, heeft erkend dat er geluidsoverlast is geweest, maar ontkent dat hij prostitutie of seksfeesten in zijn woning toestaat. Hij heeft verklaard dat hij zijn best doet om overlast te minimaliseren.
Tijdens de zitting op 27 september 2011 zijn beide partijen gehoord. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, maar ook dat de vordering van De Woonplaats onvoldoende onderbouwd was. De rechter oordeelde dat de overlast die door de gedaagde zou zijn veroorzaakt, niet structureel was en dat de klachten van omwonenden voornamelijk betrekking hadden op een korte periode van enkele maanden. Bovendien was er geen bewijs dat de gedaagde zijn woning ter beschikking stelde voor beroepsmatige of excessieve sekscontacten.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de Woonplaats niet voldoende heeft aangetoond dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zou worden ontbonden. Daarom heeft de rechtbank de vordering tot ontruiming afgewezen en de Woonplaats veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.