ECLI:NL:RBALM:2011:BU3310

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
2 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
123659 KGZA 11-205
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van 18-jarige dochter tot nakoming van echtscheidingsconvenant met betrekking tot schoolkosten

In deze zaak vordert een 18-jarige dochter, eiseres, nakoming van afspraken die haar ouders hebben gemaakt in een echtscheidingsconvenant en aanvullende schriftelijke afspraken met betrekking tot haar schoolkosten. De ouders van eiseres zijn gescheiden en hebben in een convenant van 13 december 2010 vastgelegd dat de kosten voor de kinderen door hen gezamenlijk gedragen dienen te worden. Eiseres stelt dat haar vader, gedaagde, zijn verplichtingen niet is nagekomen en vordert een bedrag van € 1.464,88 ter dekking van haar schoolkosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan door een bedrag van € 352,88 aan eiseres te betalen, welk bedrag door haar is teruggestort. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de schoolkosten niet zijn voldaan en dat eiseres een zelfstandig vorderingsrecht heeft op basis van het derdenbeding in het convenant. De rechter oordeelt dat de kosten van een zeilkamp en een keuzevak niet onder de verplichtingen vallen, omdat deze niet als verplicht zijn aangemerkt. De vordering van eiseres wordt afgewezen, omdat gedaagde aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 123659 KGZA 11-205
datum vonnis: 2 november 2011
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
hierna ook te noemen: [eiseres]
advocaat: mr. R.E. Schepers
advocaat te Enschede
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
hierna ook te noemen: [gedaagde]
advocaat: mr. J.F. Sabaroedin
advocaat te Enschede
1. procesverloop
1.1 [eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van woensdag 12 oktober 2011. Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] vergezeld door mr. Schepers en [gedaagde] vergezeld door mr. Sabaroedin. De standpunten zijn toegelicht.
1.2 De procedure is vervolgens geschorst, teneinde duidelijkheid te verkrijgen over het feit of de in het geding zijnde schoolkosten al dan niet zijn voldaan.
1.3 Bij brief van 21 oktober 2011 heeft mr. Schepers bericht dat de schoolkosten niet zijn voldaan en om vonnis verzocht.
1.4 Bij brief van 21 oktober 2011 heeft mr. Sabaroedin namens [gedaagde] eveneens om vonnis verzocht.
1.5 Vonnis is bepaald op heden.
2. feiten
2.1 Bij de beoordeling van dit geschil wordt uitgegaan van de hierna opgesomde feiten. Deze worden voorshands als vaststaand beschouwd omdat zij door een van partijen zijn gesteld en door de andere partij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende zijn bestreden.
2.2 [eiseres] is de meerderjarige dochter van [gedaagde]. [gedaagde] en [X], moeder van [eiseres], hierna ook: [X], zijn voormalig echtelieden en hebben de gevolgen van de echtscheiding geregeld in een convenant d.d. 13 december 2010. Met betrekking tot de kinderalimentatie is het navolgende in artikel sub 2 lid onder meer vastgelegd:
Indien één van de kinderen wordt ingeschreven op het woonadres van de vrouw, zal zij voor het kind dat bij haar staat ingeschreven kinderalimentatie ontvangen en zal de vrouw de kosten van het kind voor haar rekening nemen. Het is de man en de vrouw bekend dat er een alimentatieplicht is voor kinderen totdat deze de eenentwintig-jarige leeftijd hebben bereikt.
Voorts is vastgelegd:
Dit beding ten behoeve van het kind is onherroepelijk, zodat deze het recht heeft om zodanig nakoming van dit beding te vorderen.
2.3 In aanvulling op de in het convenant gemaakte afspraken hebben [gedaagde] en [X] door tussenkomst van notaris Kuhlmann te Borne, nadere afspraken vastgelegd in een door hen ondertekende brief d.d. 16 maart 2011, over de door [gedaagde] aan [X] te betalen bijdrage ten behoeve van [eiseres] en haar broer [Y]. Onder meer is overeengekomen, voor zover hier van belang:
“Daarnaast betaalt de heer [gedaagde] voor de kinderen de kosten van school [… .]”.
2.4 Op 29 augustus 2011 heeft [eiseres] per email van de Studieboekencentrale de navolgende Orderbevestiging/schoolnota ontvangen:
Omschrijving Totaal HF meters rackets(gebruik klein materiaal) € 30,00
aanvullende activiteiten, sportdagen en afsluiting € 10,00
Kosten Keuzevak € 15,00
Basisdocument bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs € 54,20
Pasje UT-locker € 10,00
Studiewijzer, BPV-boek en readers € 25,00
Zeilkamp € 125,00
Kosten Keuzevak € 985,00
Verzendkosten € 2,95 € 1.257,15
2.5 Op 11 september 2011 heeft [eiseres] per email van de Studieboekencentrale de navolgende Orderbevestiging/schoolnota ontvangen:
Omschrijving
DIGI:Taalblokken 2 individuele leerlinglicentie 12 mnd € 76,16
Startrekenen 2F Mbo-brede methode rekenen/wiskunde € 27,50
Leerwerkboek deel A+B
SB-projecten coördineren; SB 4 € 40,55
DIGI: Startrekenen Online (alle niveaus): jaarabonnement per leerling € 16,00
Verzendkosten € 4,95
€ 165,16
3. geschil
3.1 [eiseres] vordert [gedaagde] te veroordelen een bedrag groot € 1.464,88 te betalen op een aan [eiseres] toebehorend bankrekeningnummer, een en ander binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van een op te leggen dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen tot een maximum van € 100.000,00, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding. [eiseres] vordert voorts de wettelijke rente over de uit te spreken kostenveroordeling, voor zover deze niet binnen een week na aanschrijving van het ten deze te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden, zomede [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de nakosten en deze nakosten te begroten op € 131,00 zonder dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, verhoogd met een bedrag van € 68,00 indien en voor zover [gedaagde] niet binnen één week na aanschrijving van dit vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden is betekend, met bepaling dan indien deze kosten niet binnen één week na betekening zijn betaald, [gedaagde] daarover de wettelijke rente verschuldigd is tot aan de dag der algehele voldoening.
[eiseres] baseert haar vorderingen op het echtscheidingsconvenant en de nader tussen haar ouders gemaakte afspraken. [eiseres] stelt dat [gedaagde], in weerwil van die afspraken, tot op heden voor het lopende schooljaar geen enkele bijdrage heeft betaald in haar schoolkosten. Zij volgt vanaf september 2009 een sportopleiding (niveau 4) aan het ROC. De vastgestelde schoolbijdrage van deze opleiding bedraagt over het jaar 2011 een bedrag van € 1.257,15. [zie 2.4]. Dit bedrag omvat zowel het schoolgeld, alsook het in het kader van de opleiding aan te schaffen boeken. Vervolgens is er nog een nabestelling gedaan voor een bedrag van € 205,71 [zie 2.5, vermeerderd met een nog te bestellen schoolboek ad € 40,55]. De Boekencentrale heeft haar kenbaar gemaakt dat zij de boeken niet eerder zal ontvangen dan nadat de schoolkosten over het jaar 2011 zijn voldaan.
3.2 [gedaagde] betwist de vordering van [eiseres] en concludeert tot afwijzing daarvan. Primair stelt hij zich op het standpunt dat [eiseres] geen vorderingsrecht toekomt uithoofde van de door hem met [X] gemaakte nadere afspraken welke zijn vastgelegd in de brief van 16 maart 2011 [zie 2.3.]
Subsidiair stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat hij heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van het echtscheidingsconvenant en de nadien gemaakte afspraken. [gedaagde] heeft een bedrag van € 352,88 aan [eiseres] overgemaakt, welk bedrag door [eiseres] is teruggestort. [gedaagde] stelt voorts dat [eiseres] zonder enige vorm van overleg heeft gekozen voor het duurste keuzevak Snow. De kosten hiervoor zijn € 985,00 terwijl er ook keuzevakken zijn voor een bedrag van € 40,00. Het maken van een keuze met zulke aanzienlijke kosten had op grond van het convenant in onderling overleg moeten plaatsvinden. Nu overleg achterwege is gebleven acht [gedaagde] zich niet gehouden tot betaling van de volledige kosten.
[gedaagde] stelt voorts na de mondelinge behandeling aan [eiseres] een bedrag van € 352,88 terzake boeken en collegegeld te hebben overgemaakt en -onverplicht- een bedrag van € 500,00 als bijdrage in de additionele kosten.
4. beoordeling
4.1 Onweersproken is door [eiseres] gesteld dat de in het geding zijnde schoolnota’s niet zijn voldaan, zodat bij de beoordeling van dit geschil hiervan zal worden uitgegaan.
4.2 [eiseres] is 18 jaar oud. Het huwelijk van haar ouders is ontbonden. De gevolgen van de echtscheiding is geregeld in een convenant d.d. 13 december 2010. Nadien hebben de ouders, in aanvulling op het convenant, nadere afspraken gemaakt door tussenkomst van een notaris en deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een brief van 16 maart 2011. Vooralsnog gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat [eiseres] een zelfstandig vorderingsrecht heeft gelet op het in het convenant opgenomen derdenbeding.
4.3 [eiseres] vordert nakoming van de afspraak tussen haar ouders, met dien verstande dat [gedaagde] de kosten van de school vergoedt. [gedaagde] is van mening daaraan te hebben voldaan door een bedrag van € 352,88 aan [eiseres] te betalen, welk bedrag [eiseres] echter zonder opgaaf van reden heeft teruggestort. In concreto komt het verweer van [gedaagde] hierop neer dat hij alle hiervoor in rechtsoverweging no. 2.4. en 2.5 genoemde posten heeft voldaan, vermeerderd met een nog te bestellen boek van € 44,55, met uitzondering van de kosten zeilkamp en kosten keuzevak.
4.4 De inhoud van een schriftelijke gemaakte afspraak moet door de voorzieningenrechter worden vastgesteld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit een en ander volgt dat redelijkheid en billijkheid hierbij een rol spelen. Zoals door de voorzieningenrechter ter mondelinge behandeling reeds aangegeven brengt een redelijke uitleg van wat wordt bedoeld met “de kosten van de school” met zich mee, dat hiermee alle kosten met betrekking tot de school worden bedoeld die verplicht zijn. Met betrekking tot de vrijwillige kosten dient men in onderling overleg tot een oplossing te komen wie uiteindelijk deze kosten zal hebben te dragen. Het behoeft geen betoog dat de kosten van een zeilkamp en het keuzevak Snow geen verplicht karakter hebben en dat hierover door [eiseres] eerst met haar vader en bij voorkeur ook haar moeder dient te worden gecommuniceerd alvorens zij betaling hiervan in rechte van [gedaagde] kan vorderen. [eiseres] stelt ter mondelinge behandeling weliswaar dat het keuzevak “Snow”voor het opstellen van het convenant is besproken en door [gedaagde] akkoord is bevonden, doch een en ander wordt door [gedaagde] betwist. Het gemotiveerde verweer van [gedaagde] brengt met zich mee dat voor een beslissing op dit deel der vordering nadere instructie noodzakelijk is, waarvoor in dit kort geding echter geen plaats is. Bij afwezigheid daarvan is te moeilijk te taxeren wat de waarschijnlijke uitkomst zal zijn in een bodemprocedure. Een en ander betekent dat de vordering voor zover betrekking hebbend op het keuzevak “Snow” vooralsnog zal worden afgewezen.
4.5 [eiseres] heeft ter mondelinge behandeling aangegeven dat de betaling door [gedaagde] van een bedrag groot € 352,88 niet was voorzien van een bestemming en dat zij op die grond het bedrag aan [gedaagde] heeft teruggestort. Wat daarvan ook zij, [gedaagde] heeft onweersproken aangegeven dat hij daags na de mondelinge behandeling genoemd bedrag wederom op de bankrekening van [eiseres] heeft overgemaakt en nadien, op 18 oktober 2011, nog een bedrag van € 500,00. Deze betalingen heeft [gedaagde] gestaafd met een tweetal bij de brief van 21 oktober 2011 in het geding gebrachte producties. Weliswaar heeft [eiseres] niet de gelegenheid gehad om op deze door [gedaagde] gestelde betalingen te reageren, doch de voorzieningenrechter heeft geen redenen aan de juistheid hiervan te twijfelen, te meer nu van de advocaat van [eiseres] mag worden verwacht dat wanneer deze betalingen niet daadwerkelijk zijn verricht zij hierop zou hebben gereageerd.
4.6 Uit het hiervoor overwogene volgt dat de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel is dat [gedaagde] aan zijn betalingsverplichting met betrekking tot de kosten school, voorvloeiende uit het echtscheidingsconvenant en de nadien gemaakte afspraken, heeft voldaan. Een en ander betekent dat de vordering van [eiseres] dient te worden afgewezen.
4.7 Gelet op de familierelatie tussen partijen zullen de kosten van dit geding worden gecompenseerd als na te melden. Er is geen aanleiding, zoals door [gedaagde] gevorderd, om [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij in deze kosten te veroordelen.
5. rechtdoende
5.1 Wijst de vordering af.
5.2 Compenseert de proceskosten tussen partijen, des dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 november 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.