ECLI:NL:RBALM:2011:BU5014

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
17 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11 / 1173 WABOA V1 V + 11 / 1176 WABOA V1 V
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Jue
  • G. Kootstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van omgevingsvergunningen voor het vellen van bomen in het Volkspark te Enschede

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 17 november 2011 uitspraak gedaan over de voorlopige voorziening met betrekking tot de schorsing van omgevingsvergunningen voor het vellen van in totaal 40 bomen in het Volkspark te Enschede. De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. I.C. Dunhof-Lampe, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enschede, gedateerd 14 oktober 2011. Tijdens de zitting op 17 november 2011 heeft de voorzieningenrechter de verzoeken toegewezen en de bestreden besluiten geschorst tot zes weken na de uitspraak in de hoofdzaken. Dit is gedaan om te voorkomen dat de onmiddellijke uitvoering van de omgevingsvergunningen zou leiden tot een onomkeerbare situatie, die de uitkomst van de beroepsprocedures in de hoofdzaken zou kunnen beïnvloeden.

De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de gemeente Enschede, als verweerder, de proceskosten van de verzoekers dient te vergoeden, welke zijn vastgesteld op € 882,20, inclusief reiskosten. Daarnaast is het griffierecht van € 152,-- aan de verzoekers vergoed. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er nog een nadere belangenafweging dient plaats te vinden in de hoofdzaken, en dat de verzoeken als samenhangende zaken worden beschouwd voor de proceskostenveroordeling. De uitspraak is mondeling gedaan en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector bestuursrecht
Registratienummers: 11 / 1173 WABOA V1 V
11 / 1176 WABOA V1 V
proces-verbaal mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:84 Algemene wet bestuursrecht
in de geschillen tussen:
[naam] e.a.,
allen wonende te [woonplaats], verzoekers,
gemachtigde: mr. I.C. Dunhof-Lampe, advocaat te Enschede,
en
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enschede,
verweerder.
Derde partij: de Gemeente Enschede, vergunninghoudster.
1. Aanduiding besluiten waarop de verzoeken betrekking hebben
Besluiten van verweerder d.d. 14 oktober 2011.
2. Datum van de zitting
17 november 2011.
3. De voorzieningenrechter sluit de behandeling en doet onmiddellijk mondeling uitspraak.
a. Beslissing
- wijst de verzoeken toe en schorst de bestreden besluiten tot 6 weken nadat
uitspraak zal zijn gedaan op de beroepen in de hoofdzaken;
- veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten, welke
kosten worden bepaald op € 882,20 (€ 874,-- + 1 x reiskosten Enschede-
Almelo v.v.), door verweerder te betalen aan verzoekers;
- verstaat dat verweerder aan verzoekers het griffierecht ad € 152,-- vergoedt.
b. Gronden
Gelet op hetgeen verzoekers in hun verzoekschrift en ter zitting naar voren hebben gebracht is de voorzieningenrechter van oordeel dat in het kader van de beroepen in de hoofdzaken nog een nadere belangenafweging dient plaats te vinden. Ten einde te voorkomen dat door onmiddellijke uitvoering van de omgevingsvergunningen voor het vellen van de in geding zijnde bomen een onomkeerbare situatie ontstaat die de uitkomst van de (hoger) beroepsprocedures in de hoofdzaken illusoir maakt, is er aanleiding de bestreden besluiten te schorsen tot 6 weken nadat uitspraak zal zijn gedaan op de beroepen in de hoofdzaken.
Op grond van het vorenoverwogene acht de voorzieningenrechter het, gelet op het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, billijk verweerder te veroordelen in de kosten die verzoekers redelijkerwijs hebben moeten maken in verband met de behandeling van deze verzoeken, zijnde de kosten van rechtsbijstand in verband met de verzoekschriften en de behandeling ter zitting, alsmede de reiskosten van verzoekster [naam]. Hierbij merkt de voorzieningenrechter op dat de beide verzoeken worden aangemerkt als samenhangende zaken in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht en daarom voor de proceskosten-veroordeling worden beschouwd als één zaak.
De voorzieningenrechter deelt mede dat tegen de uitspraak geen hoger beroep open staat.
Dit proces-verbaal is opgemaakt door de griffier en ondertekend door:
G. Kootstra, griffier mr. R.J. Jue, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden op
AB